Home

Mensen als koopwaar: cricketspelers in Mumbai per opbod verkocht

Vorige maand zijn in totaal vijfenzeventig cricket spelers verkocht op een veiling in Mumbai. Het hoogste bod van anderhalf miljoen dollar komt van de Chennai Super Kings. Die ploeg uit het voormalige Madras, nu Chennai, is eigendom van een cementmagnaat. De bieders zijn de rijkste Indiase zakenmensen en sommige filmsterren uit Bollywood.

Ook al zullen velen best hun leven willen ruilen met dat van de cricketspelers, toch is het moeilijk fundamentele verschillen te ontdekken met de slavenmarkten uit vervlogen tijden.

Deze veiling kan dan ook niet op algemene instemming rekenen. Op de lezenswaardige opiniepagina's van The Hindu bijvoorbeeld is de kritiek nooit ver weg. "Het is spijtig dat cricketspelers nu ook koopwaar zijn geworden", schrijft iemand, "ze doen er goed aan te beseffen dat ze zullen worden gedumpt indien ze niet beantwoorden aan de verwachtingen van de markt." Andere reacties menen dat de geest van het spel is gecorrumpeerd voor geld, dat de sport verwordt tot handel en volledig is gecommercialiseerd. Een lezer schrijft: "Dit herinnert me aan een advertentie in een Amerikaans dagblad van 10 januari 1855: grote verkoop van slaven."

Er zijn ook vragen. "Deze veiling toont de lelijke kant van de macht van het geld, maar hoe komt het dat de spelers zich hiertegen niet hebben verzet? Is geld dan belangrijker dan zelfrespect?" En dan is er nog die scherpe analyse, ook in vraagvorm: "Zelfs indien deze veiling tot maximaal geluk zou leiden voor iedereen, is het gebruikte middel, namelijk mensen per opbod verkopen op dezelfde manier als vee, juist?"

Websites

Klik hier voor verslag in The Hindu over de spelersveiling

Voor opinies in The Hindu over de spelersveiling klik hier

Landen: 
Thema: 

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.