Home

Milieucrisis niet gebaat bij techno-fictie

Zijn er redenen om de wetenschapswereld te wantrouwen? Niet voor het analyseren van problemen, wel voor de aangeboden oplossingen. Zeven wetenschappers zijn bezorgd over het dominante pleidooi voor het doodlopende pad van eenzijdige technologische innovatie. (1)

In de media zingt al een tijdje bezorgdheid rond over het vertrouwen van burgers in wetenschap. Een zeker wantrouwen uit zich o.a. in de afwachtende houding van bijvoorbeeld jonge vrouwen of zorgpersoneel om zich te laten vaccineren of in de vele complottheorieën.

Om te beoordelen of een zeker wantrouwen in wetenschap gerechtvaardigd is, kijken we in deze bijdrage naar de klimaatcrisis. Wij maken een onderscheid tussen wetenschappelijke analyses van problemen en wetenschappelijk onderbouwde oplossingen van problemen.

Disciplinaire analyses en feitenselectie

In het eerste geval – het analyseren – mogen burgers, wat ons betreft, op twee oren slapen. De gevestigde mechanismes die controleren of wetenschapsdisciplines beoefend worden volgens de geijkte disciplinaire begrippen- en methodische kaders (de zogenaamde disciplinaire paradigma’s) zijn voldoende robuust.

In het tweede geval – de aangereikte oplossingen – is enig wantrouwen gerechtvaardigd: wetenschappers nemen, soms onder druk van commerciële belangen of van de publieke opinie, niet alle feiten of wetenschappelijke paradigma’s even ernstig.

Probleemoplossing

Waar wetenschappers bepaalde feiten als probleem erkennen, vallen ze in hun zoektocht naar oplossingen vaak ten prooi aan een blind, maar in onze samenleving dominant geloof: een geloof in de almacht van technologische innovatie.

Of ze beperken hun perspectief tot het perspectief van een dominant paradigma en negeren andere mogelijke wetenschappelijke perspectieven.

In het domein van de economie, bijvoorbeeld, is het paradigma van de milieueconomie dominant. Dit paradigma is geschoeid op de leest van de neoklassieke economie. De neoklassieke economie focust op door vraag en aanbod gestuurde marktwerking.

Dat ecologische economie amper wordt gedoceerd,
bevordert het vertrouwen in de wetenschap niet

Een ander paradigma, nl. dat van de ecologische economie, is geschoeid op de leest van de institutionele economie. De institutionele economie houdt rekening met de invloed van eigendomsregimes (wetgeving dus) op diverse markten. De werking van markten bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van levensomstandigheden wereldwijd.

De ecologische economie integreert bovendien het theoretische werk van Georgescu-Roegen, een Roemeens wiskundige en econoom die al in de jaren 70 van de vorige eeuw een verband gelegd heeft tussen economie en fysica. Hij heeft op theoretisch niveau aangetoond, op basis van de tweede wet van de thermodynamica, dit is de wet van de entropie (entropie is een maat voor de wanorde in een systeem), dat elke vervanging van natuurlijke door artificiële processen – technologische innovatie dus - onvermijdelijk een toename van wanorde teweegbrengt in een gesloten systeem.

Is de theorie van Georgescu Roegen
een wetenschappelijk taboe?

Het is opmerkelijk – en niet bevorderlijk voor ons vertrouwen in wetenschap – dat de inzichten van Georgescu-Roegen met moeite terug te vinden zijn in curricula van Vlaamse en Europese universiteiten. Voor zover wij het konden nagaan, besteedt enkel de Autonome Universiteit van Barcelona (UAB) ruim aandacht aan de ecologische economie. Joan Martinez-Alier, emeritus hoogleraar van deze universiteit en ooit nog student bij Georgescu-Roegen, heeft nochtans veel werk verzet om deze stroming onder de aandacht te brengen.

Is de theorie van Georgescu Roegen een wetenschappelijk taboe: botst ze te zeer met het blinde geloof in technologische innovatie? Wat ons betreft een blaam op het blazoen van het wetenschappelijk systeem.

Entropie en het probleem van de broeikasgassen

Laten we het broeikasgas CO2 als voorbeeld nemen. Een toename van CO2 vergroot de wanorde in ons planetaire systeem. Ons planetaire systeem is gelukkig geen volledig gesloten systeem, omdat het voortdurend zonne-energie ontvangt. Het planetaire ecosysteem gedijt bij een zeker evenwicht tussen inkomende en uitgaande zonnestraling.

Broeikasgassen verstoren dit evenwicht en vergroten de systemische wanorde. Dankzij de inkomende zonnestraling kan ons planetaire ecosysteem de toename van wanorde enigszins herstellen doordat planetaire deelsystemen zich in stand houden met behulp van het verbruik van CO2. Planetaire deelsystemen slaan CO2 op.

Een volledig herstel van het planetaire ecosysteem veronderstelt dat het planetaire vermogen om CO2 te absorberen voldoende groot is. D.w.z. dat de snelheid waarmee broeikasgassen in de atmosfeer terecht komen, niet groter is dan de snelheid waarmee planetaire deelsystemen de broeikasgassen kunnen absorberen.

Gegeven de snelheid waarmee een verdere industrialisering zich voltrekt, zowel geografisch als qua intensiteit (na digitalisering, nu ook artificiële intelligentie) en de snelheid waarmee natuurlijke ecosystemen vernield worden (denk aan het decimeren van wouden en de massale vervuiling van land en water) kan onze planeet het teveel aan broeikasgassen niet op natuurlijke manier ongedaan maken. En technologische innovatie zonder meer kan, gegeven het wetenschappelijk inzicht van Georgescu-Roegen geen soelaas bieden.

Ter illustratie: ondoordachte verdergaande digitalisering kan de klimaatcrisis meer kwaad dan goed doen. ‘Digitalisering is een energie- en materiaal-intensieve activiteit. Ze heeft een immense koolstofvoetafdruk die niet zonder meer zichtbaar is, maar die we niet mogen negeren. We zullen enkel in staat zijn om waarlijk duurzame digitalisering te realiseren als we leren digitale middelen en diensten met mate en op de juiste plaatsen te gebruiken’ Zie wereldwijde digitale koolstof-voetafdruk.

De oplossing van de klimaatcrisis vergt een nieuw wereldbeeld

Kortom, we moeten op zoek naar een nieuwe levensstijl die minder energie en materialen verbruikt. Een nieuwe levensstijl is geen individuele, maar een systemische opdracht. In de huidige geopolitieke context dwingen ons economisch en politiek systeem ondernemers om meer en goedkoper te produceren en het dwingt burgers om meer en sneller te consumeren. Het is niet consistent om enerzijds burgers voortdurend aan te manen om te consuminderen als anderzijds verspreiding en intensivering van technologische innovaties in een vrijwel geglobaliseerd industrieel systeem de wereldwijde energie- en materialenhonger voortdurend aanzwengelen.

Begrijp ons goed: wij zijn voor innovatie

Het meest milieuvriendelijke energieverbruik is het verbruik dat we rechtstreeks uit zonne-energie halen, met minimale tussenkomst van artificiële apparaten. Zeg maar energie die we rechtstreeks halen uit biologisch (menselijk, dierlijk of plantaardig) vermogen.

Begrijp ons goed. Wij zijn voorstanders van innovatie. Het is duidelijk dat de huidige milieucrisis vergaande innovaties vereist. Maar innovatie kan slechts een oplossing bieden als ze goed doordacht is en een combinatie vormt van sociale en technologische innovatie. Ze moet rekening houden met  

- zowel ecologische als sociale kosten en baten. Ecologische kosten zijn bijvoorbeeld de vernietiging van biodiversiteit en de vermindering van de kwaliteit van landbouwgrond. Sociale kosten zijn bijvoorbeeld verlies van sociale cohesie door het wegvallen van allerlei vormen van plaats-, werk- of recreatiegebonden gemeenschappen of de ontheemding die mensen kunnen ervaren door de instabiliteit van de technologische en ruimtelijke omgeving waardoor het moeilijker wordt om zich te oriënteren in en te identificeren met een te snel veranderende wereld;

- zowel het lokale als het globale niveau. Het volstaat niet om stedelijke luchtvervuiling lokaal te verminderen via massale elektrificatie van particulier vervoer, als dit impliceert dat de vervuiling en gezondheidsrisico’s verplaatst worden naar andere gebieden (omdat volledige elektrificatie voorlopig onmogelijk is zonder de ontginning van fossiele brandstoffen) of naar de toekomst (wat de productie van kernenergie doet; er bestaat tot op heden geen afdoende en milieuveilige oplossing voor nucleair afval);

- zowel bekende als mogelijk nog onbekende risico’s. Hannah Arendt wees er al op: het menselijk vermogen om de wereld te veranderen is vele malen groter dan het menselijk vermogen om de gevolgen van de veranderingen te overzien. Zie als voorbeeld de onzekerheid over de mogelijke gevolgen van smeltend permafrost.

Rekening houden met al die verschillende factoren is – gegeven de complexiteit van de verschillende ecologische en sociale interacties op onze planeet – een wetenschappelijke krachttoer die straffer is dan Marsmissies of ruimtereizen. Vooral omdat socio-technische innovatie niet louter streeft naar kwantiteit, maar naar kwaliteit.

Het vereist naast de kunst van het meten, rekenen en redeneren ook de kunst van het oordelen en waarderen. We betwijfelen of de allerrijksten op aarde – bijvoorbeeld Amazon-baas Bezos die zijn onderbetaalde werknemers bedankt omdat zij willens nillens zijn ruimteproject hebben mogelijk gemaakt (lees betaald) – ook de tweede kunst verstaat.

Burgerinitiatieven

Gelukkig kunnen wij ons laten inspireren door al bestaande burgerinitiatieven. Het wereldbeeld dat er uit naar boven komt, is er vaak één dat het eigenaarschap en de zelfredzaamheid teruggeeft aan burgers. Denk aan repaircafé’s, of initiatieven in de sector van de huisvesting (zoals de Community Land Trusts CLT) en de landbouw (de Community supported agriculture CSA). Dit zijn socio-technische innovaties met zowel ecologische als sociale baten. De risico’s ervan zijn bovendien bekend en te overzien.

Tijd om burgers en werknemers te erkennen

Het wordt tijd dat burgerparticipatie haar terechte plaats krijgt in het wetenschaps- en innovatiesysteem Het huidige wetenschaps- en innovatiesysteem gedraagt zich nog teveel alsof innovatie geen democratisch draagvlak nodig heeft. Laten we niet langer toestaan dat burgers en werknemers zich meer en meer verloren voelen in een wereld die van hen vraagt zich steeds opnieuw en in snel tempo aan te passen aan de grillen van steeds nieuwe technologische veranderingen.

Alessandro Delfranti en Bronwyn Frey waarschuwen, op basis van onderzoek naar de patentenportfolio van Amazon, dat Amazon-baas Bezos arbeiders en bedienden eerder ziet als aanhangsels van een digitale machinerie dan omgekeerd: technologie ter ondersteuning van werknemers. (2) Bezos ambieert een verhoging van het werkritme van en de controle op zijn werknemers. Als dit het doel is, hoe kunnen arbeiders en bedienden dan nog toekomen aan individuele voldoening of sociale erkenning als antwoord op de inzet van hun talenten en creativiteit in dienst van hun naasten en het grotere geheel? Een belangrijke bron van zingeving, lijkt ons.

Weer meer van hetzelfde? Meer pleidooi voor een doodlopend pad?

Recent werden vele levens wereldwijd genadeloos getroffen door de covidpandemie en door niets ontziende watersnoden en bosbranden. Het is duidelijk dat geïndustrialiseerde samenlevingen hun levensstijl grondig dienen te herzien.

Nochtans lijken pleidooien voor maatschappelijke verandering – vooral de fundamentele noodzaak om middelen en mogelijkheden rechtvaardiger te verdelen onder alle burgers wereldwijd – verworden tot pleidooien voor meer van hetzelfde: meer groei, meer technologische innovatie (meer STEM). Kortom: een pleidooi om een tandje bij te steken op het vertrouwde, maar doodlopende pad. Het is hoogst verontrustend dat dit de in de media dominante politieke en wetenschappelijke boodschappen blijven.

Ondertekenaars

Marian Deblonde – natuurkundige, filosofe, dr. In de milieueconomie, onderzoeker Verantwoorde Innovatie, VITO. Zij ondertekent in persoonlijke naam

Marc Craps – Dr. in de organisatiepsychologie, hoofddocent aan de Faculteit Economie, KU Leuven, Centrum voor Duurzaam Ondernemen

Lieven De Cauter - philosopher, RITCS, school of arts, & department of Architecture KULeuven

René Bouwen – Emeritus Professor Organisatiepsychologie KULeuven, ivm Organisatie-ontwikkeling, Groepsdynamica, Multi Actor Collaboratie…

Lieve Goorden, socioloog en auteur, Emeritus professor Technology Assessment Universiteit Antwerpen

Ann Crabbé – sociologe en beleidswetenschapper, verbonden als gastprofessor en senior onderzoeker aan het Centre of Research on Environmental and Social Change (CRESC) van de Universiteit Antwerpen

Anne Snick – lid van de Club of Rome en Fellow van de World Academy of Arts & Science (WAAS)

Voetnoten

(1) nvdr: bij een aantal termen verwijst een weblink voor meer uitleg naar Wikipedia, meestal naar de Nederlandstalige editie, soms rechtstreeks naar de Engelstalige editie die doorgaans meer informatie bevat; dat is heel zeker zo voor Georgescu-Roegen.

(2) digitaal Taylorisme

Bronnen

Giacomo D’Alis, Federico Demaria and Giorgos Kallis (eds. 2015) Degrowth A vocabulary for a new era

Holly Jean Buck (2019) After Geoengineering Climate Tragedy, Repair , and Restoration

Michael and Joyce Huesemann (2011) Techno-fix Why Technology Won’t Save Us or the Environment

Marian Deblonde Economics as a political muse. Philosophical Reflections on the Relevance of Economics for Ecological policy (doctoraatsthesis)

Lees ook deze PALA artikels
Verbinding als strategie voor een duurzame toekomst
| 20-7-2020
Onverantwoord vooruitgangsgeloof | 15-5-2019
 

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Thinking beyond our usual silos. Systemic convergence of technological, social and structural changes needed in the SDG’s

Society should overcome ‘silo’ thinking and leave our deeply rooted mental models reflected in policy sectors. This is the Chair’s Summary of a SDG Workshop organized by the Club of Rome EU-Chapter and European Public Policy Advisors in wich Dirk Barrez (Pala.be) participated.