Home

Smeltende ijskappen en stijgende zeespiegel: reactie en bedenkingen

Een academische reactie “dat een zeeniveaustijging van 1 of meer meter in een eeuw eigenlijk niet kan” nodigt uit tot vergelijken met het IPCC rapport en het verduidelijken van wat niet-lineaire verandering kan meebrengen.

Op het artikel Klimaat en smeltende ijskappen. Zee kan in eeuw 5 meter stijgen dat ingekort ook in een krant verscheen, ontving Pala een reactie uit wetenschappelijke hoek. Waarvoor dank.

Ze illustreert dat het steeds opnieuw nuttig is om een begrip als non-lineaire verandering voldoende uitgebreid en concreet toe te lichten. Maar een krant biedt daarvoor onvoldoende plaats, en op Pala is het een oude bekende met een eigen term in het Pala woordenboek.

De noodzaak van een constructief-kritische houding

Voorafgaand past het erop te wijzen dat de journalistieke aanpak idealiter verwantschap vertoont met de wetenschappelijke: de kennis die we vergaren, geldt tot wanneer ze wordt verfijnd, tegengesproken, verbeterd… Ook daarom eindig ik uitdrukkelijk mijn artikel met de zinnen: “Voor alle duidelijkheid, dit is geen aanval op de wetenschap. Integendeel, we moeten kunnen rekenen op het snelst mogelijk vorderende inzicht van vele wetenschappers.”

Maar ook. Of het nu gaat om corona, asbest, tabak, straling, chemische vervuiling, antibiotica, overbevissing, impact van ‘sociale media’, de wereld leerde op harde wijze dat inzicht te dikwijls tergend traag vordert, zelfs dat niet alle wetenschappers het vertrouwen waard waren of zijn… en dat een constructief-kritische houding meest aangewezen is.

Over de relatie smeltende ijskappen – stijgende zeespiegel

1. De reactie die Pala kreeg, stelt vragen bij studies die beweren dat de stijging van het zeeniveau tegen 2100 (meer dan) een meter kan zijn want “1 meter zeeniveaustijging impliceert een onnatuurlijk hoge versnelling”; verder “er bestaat geen fysisch proces dat voor stijging van 4-5 m kan zorgen door het afsmelten van de Groenlandse en Antarctische ijskap (deze eeuw)” en “Studies die beweren dat de stijging van het zeeniveau tegen 2100 (meer dan) een meter kan zijn, hanteren modellen (of pseudo-statistische technieken) die ook niet in staat zijn om de historische stijging van het zeeniveau correct te modelleren.”
(nvdr Pala schreef ‘over honderd jaar’, dat is dus 2121)

Journalistieke vaststelling: hoe komt het dan dat het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in zijn meest recente Sixth Assessment Report (B.5.3) “toch niet uitsluit dat het water tot twee meter hoger komt in 2100, tot wel vijf in 2150... wegens grote onzekerheid over de ijskappen.” (1) M.a.w. voor het eerst openen de in het IPCC verzamelde wetenschappers een deur in de richting van een drastisch sneller stijgingsscenario: tot twee meter zeewater erbij in tachtig jaar en zelfs tot vijf meter in 130 jaar… (1)

Moet Pala dan aannemen dat in het IPCC rapport, een consensus rapport van tal van wetenschappers, een mogelijk scenario zou opduiken dat stoelt op “pseudo-statistische technieken”?

Wat met uitspraken van wetenschappers die niet tegelijk waar kunnen zijn?

Journalistieke handelwijze: hoe zou een journalist moeten omspringen met die uitspraken van wetenschappers die niet tegelijk waar kunnen zijn, namelijk “een mogelijke stijging tot vijf meter in 130 jaar” (dus tot om en bij 4 meter in 100 jaar) en “een onbestaand fysisch proces om daartoe te komen”… Hij/zij zou ermee kunnen volstaan om beide weer te geven samen met de vaststelling dat er een onverenigbaarheid is… dat de wetenschap dus nog werk voor de boeg heeft.

Verwerf meer inzicht

Of zij/hij kan verder inzicht trachten te verwerven, o.a. in ‘versnelling’, ‘niet-lineariteit’, ‘toenemende onvoorspelbaarheid van systemen’ ... wat Pala al 20 jaar betracht.

2. Wat de coronacrisis acuut leert voor wie wil leren, is het onmetelijk grote belang van het verschijnsel ‘versnelling’. Zelfs bij de vierde pandemiegolf lukte het de meeste beleidsvoerders nog niet om een curve te begrijpen die exponentieel explodeert….

Of het om coronabesmettingen, bijensterfte of zeespiegelstijging gaat, een zelfs op het eerste gezicht lichte toename van de versnelling moet tot de grootste alertheid leiden: wat is de oorzaak? Of oorzaken? Hoe snel en versnellend is hun impact? Hoe beïnvloeden ze elkaar? Zorgt dat voor extra versnelling?

Het leidt tot meer bedenkingen / vragen.

3. De afname van arctisch zomerijs verliep en verloopt veel sneller dan lang voor mogelijk is gehouden door wetenschappelijke  modellen: niet zo lang geleden kon men de uitspraak van een snel naderende ‘ijsvrije zomer’ als “niet wetenschappelijk gefundeerd’ bestempelen. Vandaag is dat heel anders: een razendsnelle evolutie.

Daarbij blijft vooral de vraag met betrekking tot de belangrijkste onbekende: wat is de impact op onze planetaire warmtehuishouding van een zomerse zon die voluit kan schijnen waar haar stralen tevoren op een immense witte oppervlakte werden weerkaatst? Voor welke versnelling kan dit fenomeen zorgen?

Ik laat de discussie of het al dan niet om een niet-lineaire evolutie gaat aan de kant. Essentieel is dat er nog andere potentieel sterk versnellende fenomenen opduiken die duidelijker niet-lineair én onvoorspelbaar zijn.

4. Hoeveel extra broeikasgassen, en hoe snel, riskeren we met het ontdooien van de permafrost? In welke mate wordt dit een zelfversterkend, zelfs een oncontroleerbaar proces? Minder permafrost => meer broeikasgas => minder permafrost => meer …

5. Wat als de Warme Golfstroom sterk verzwakt, stopt of zelfs omdraait? Welke implicaties kan dit hebben?

6. Wat als de oceanen veel minder of niet langer een sink vormen voor CO2 maar integendeel een enorme bron worden van bijkomend broeikasgas. Wat is het risico - ook hier – van een zelfversterkend proces?

7. Waarheen leiden verdergaande massale ontbossing, ook van mangrovewouden, verdwijnen van moerasgebieden en venen. De opwarming leidt nu al tot toenemende bos- en veenbranden… dus meer broeikasgassen… dreigt ook hier het gevaar van immense negatieve terugkoppeling?

8. Waar belanden we met een fossiel aangedreven landbouw en veeteelt die de biodiversiteit razendsnel aantasten, enorme broeikasgasuitstoot veroorzaken en de grond - letterlijk en figuurlijk de aarde - almaar verder degraderen in velerlei opzichten?

Bovenal, indien twee of (veel) meer van alle voorgaande en nog andere klimaatverstorende verschijnselen zich voordoen, hoe beïnvloeden deze fenomenen dan elkaar?
In welke mate riskeert de wereld dat ze elkaar (heel) negatief versterken?

In welke mate riskeren we zelfs een runaway global warming?
Zelfs al is de waarschijnlijkheid misschien laag, de bevindingen van de jongste decennia doen die mogelijkheid zeker niet afnemen.

Intussen zitten we met een CO2-concentratie van 420 ppm overigens al ruim voorbij de 400, uiterst ver voorbij de 280 van vóór de industriële revolutie… een allerminst geruststellende evolutie. En het einde van de stijging is niet in zicht.

Niet-lineaire onvoorspelbaarheid stoort modellen

Zeker is dat de onvoorspelbaarheid van niet-lineaire fenomenen roet in het wetenschappelijke eten mengt van wie ‘modelmatig’ toch bepaalde zekerheden over toekomstige ontwikkelingen nastreeft.
Als modellen al moeite hebben om het snelle verdwijnen van het arctische zomerijs bij te benen, hoe moet het dan met de ontelbare mogelijke effecten die heel onvoorspelbare niet-lineaire plotselinge systeemveranderingen op elkaar kunnen uitoefenen? Wat zijn de uiteindelijke resultaten van deze complexe, chaotische ontwikkeling?

Terug naar de zeespiegel: is er geen scenario dat ontbreekt?

Voor alle duidelijkheid, in mijn artikel beweer ik niet dat de zeespiegel zal stijgen met vier of vijf meter de volgende honderd jaar. Wat ik wel doe, is de duidelijke vraag stellen of er geen scenario ontbreekt, of de gebruikte scenario’s niet moeten worden aangevuld met een dergelijk scenario van potentieel veel snellere zeespiegelstijging.

Aanvullend heb ik hierbij uitvoeriger (en grotendeels herhalend) geargumenteerd waarom vooral onvoorspelbaarheid van niet-lineaire klimaatverstoringen en hun potentieel enorme – gecombineerde - impact, dat noodzakelijk maakt.

De kritiek op lange termijnscenario’s
is te makkelijk en minder urgent

Het was daarnaast een te makkelijke, daarenboven minder urgente en relevante optie om te wijzen op de wankele zekerheid van maximaal 37 meter zeespiegelstijging over 10.000 jaar. Dat is zo in het licht van de nu al heersende onvoorspelbaarheid die reeds duidelijk blijkt in de snelle afname van zomers poolijs. Dat is nog veel meer zo door de talrijke andere onvoorspelbaarheden die de wereld kan ontmoeten met de verrassende en gevaarlijke cocktail die ze kunnen brouwen… al zeker op een zo lange termijn. De voorraad ijs is in elk geval groot genoeg om een nog grotere en/of snellere stijging te kunnen veroorzaken… en het gedrag van de mensensoort meer dan voldoende gevaarlijk.

Nu al bevindt de mensheid
zich op onbekend terrein

Het is echter vandaag al, de allerkortste termijn, dat de menselijke samenleving zich op onbekend terrein bevindt, vol onevenwicht gevoed door non-lineaire dreigingen en onvoorspelbaarheid… met de vervelende reële mogelijkheid van snelle opwarming die de temperatuur 3 graden of meer doet oplopen… Zelfs die runaway global warming, een kanteling van een koelkast- naar een broeikasaarde, hoe onwaarschijnlijk ook, valt steeds minder uit te sluiten.

Tegensprekelijke maatschappelijke dialoog

Voor onze toekomst is een voldragen tegensprekelijke maatschappelijke dialoog cruciaal. Die moet de beste wetenschappelijke inbreng combineren met een uitdagende bevraging of mogelijke evoluties en risico’s wel in rekening zijn gebracht.

Absoluut te vermijden is wat een steeds achterophinkende corona-aanpak aanricht in de besmette wereld. Evenmin willen we een equivalent meemaken van centrale bankiers en ‘deskundigen’ die tegen alle feiten in blijven volhouden – sommigen nog altijd trouwens – dat hun beleid ‘geen inflatiegevaar’ inhoudt… soms dezelfden die goed tien jaar geleden de financiële crisis nog verergerden door de economie werkelijk kapot te besparen… een fout die sommigen pas recent hebben toegegeven.

Onder andere parlementen, media, universiteiten en maatschappelijke organisatie zouden die dialoog kunnen organiseren, faciliteren, maatschappelijke weerklank geven. Aan iedereen om te beoordelen of ze dat – voldoende – doen.

Dirk Barrez

Hoofdredacteur Pala.be en auteur van TRANSITIE. Onze welvaart van morgen en 11 politieke dwaasheden

Voetnoot
(1) Die rapporten zijn te vinden op www.ipcc.ch 

Lees ook en vind de bijbehorende bronnen
Staat ons ruimteschip aarde in brand? Klimaatverandering - Planetaire grenzen 1 | Pala 2-1-2019
Klimaatcrisis. Al 50 jaar geen effectieve klimaatpolitiek | Pala 10-4-2019
Waarschuwing voor broeikasaarde en systeemcrises | Pala 31-8-2018
Over niet-lineaire veranderingen zie ook deze openingslezing Studium Generale UA Globalisering en chaos. Het is chaos natuurlijk | Pala 16-10-2006

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be
 

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Landbouw en natuur "lichtpuntje"? Zo schiet noodzakelijke transitie niet op

Het begrip transitie haalt volop de media, meestal in combinatie met klimaat. Ook fundamentele oplossingen belanden op tafel met de Europese 'Green Deal'. Toch dringt onvoldoende door dat transitie in zowat alle sectoren moet, zeker ook landbouw: zelfs de Vlaamse milieubeweging focust op lichtpuntjes in de marge.