Home

17. Als ze de wereld echt willen veranderen, moeten ngo's voor zichzelf de lat hoger leggen

In de samenleving is er veel waardering voor niet-gouvernementele organisaties. En gelukkig maar. Want die NGO’s komen wereldwijd op voor de rechten van de aarde en van al wat leeft, voor de mensenrechten, voor het recht op een leefbaar bestaan en op ontwikkeling, voor emancipatie en gelijke rechten, voor gelijkwaardigheid en tegen discriminatie, voor vrede en geweldloosheid, voor eerlijke handel, voor voedselsoevereiniteit, voor basisgezondheidszorg, voor rechtvaardige belastingen…
Ze mogen er terecht fier op zijn dat ze de samenleving mee op nieuwe sporen helpen, dat zij hun steentje mee bouwen aan een betere wereld. Naast de doorgaans veel grotere vakbonden, boerenbewegingen (die men meestal niet tot de NGO’s rekent) kunnen zij een onvervangbare rol spelen op tal van terreinen, van analyse tot informatie en educatie, van het aanreiken van alternatieven en lobbying tot actie en beweging maken. En als ze verstandig en werkelijk resultaatgericht zijn, zoeken ze meer en meer aansluiting bij andere organisaties en bewegingen. Het moet hun fundamentele ambitie zijn om internationaal te werken, om Europese en zelfs mondiale allianties aan te gaan, iets wat veel te weinig gebeurt.
Heel concreet, als we in de eigen regio worden geconfronteerd met opvallende affiches en een campagne die zich verzet tegen de privatisering van watervoorziening waar dan ook in de wereld, is dat toe te juichen maar toch ruim onvoldoende. Want wie zou reizen naar Barcelona, Boedapest of Stockholm zal daar wel de bekende logo’s van tal van Europese of wereldmerken vinden maar niet dezelfde campagneaffiches. Dat is zonde want er is alvast minstens een vrij groot Europees draagvlak nodig om dergelijke zware problemen min of meer op de politieke wereldagenda te krijgen en zonder goed geoliede heel internationale campagnes lukt dat in geen geval. Wie bijvoorbeeld voor de Tobintaks ijvert, heeft al kunnen ervaren dat het Europees niet volstaat om België en Frankrijk mee te krijgen, de weg blijft lang. Soms lukt het beter, de campagne voor de kwijtschelding van de schuldenlast van ontwikkelingslanden kon de jongste jaren wereldwijd brede steun verwerven. En vooral grote milieu-NGO’s weten al langer dat zij onder één merknaam vele jaren op dezelfde campagnenagels moeten blijven kloppen…en nog is succes allerminst gegarandeerd, we weten allemaal dat zelfs met Kyoto de wereld ecologisch nog altijd zwaar achteruitboert.

Misschien is hier meer aan de hand, en moeten zelfs de grootste NGO’s eens in de spiegel kijken. Het lijkt er spijtig genoeg sterk op dat zelfs hun meest internationale campagnes de wereld maar weinig kunnen veranderen. Zij moeten beseffen dat het bewegingen zijn die de wereld veranderen, niet zozeer de NGO’s. Dat is geen verwijt, dat is geen schande, dat is een vaststelling. Dus moeten NGO’s, als zij hun ambities getrouw zijn, ofwel zelf beweging worden met een veel grotere draag- en slagkracht, ofwel moeten zij zich nuttig inschakelen in veel ruimere bewegingen. En dikwijls moeten ze het allebei doen.
Want is niet hun grootste gebrek dat zij geen bewegingen zijn? dat zij door kleine kernen en zelfs meer en meer door ‘managers’ geleid worden vanuit ivoren torens? dat zij wel donateurs maar geen echte leden hebben? geen leden die zeggingschap hebben en mee op democratische wijze beslissen over de koers die deze NGO’s varen? Is het niet minstens ironisch dat vele NGO’s zich uitspreken en ijveren voor democratische en zelfs coöperatieve organisatievormen elders in de wereld maar dat weinig of niet op zichzelf toepassen?
Onvermijdelijk dringt zich de vraag op waarop zij zich baseren als ze beweren namens vele mensen te spreken? Wat is hun legitimiteit, hun democratische gehalte? In de mate dat NGO’s - of ze zich nu toeleggen op milieu, mensenrechten, ontwikkeling of wat dan ook - geen echte leden hebben, in de mate ze geen interne democratie kennen, in de mate dat ze zelf geen coöperatie zijn, in de mate dat ze beslissingen nemen in de plaats van anderen… dreigen ze te behoren tot de oude wereld, dan blijven ze mee deel uitmaken van een hiërarchisch bestel waar het bevelsprincipe heerst, eerder dan van een open, door en door democratische samenleving, waar mensen in de eerste plaats zelf en in de tweede plaats door vertegenwoordiging het samen-leven in handen nemen, van de gemeente tot de wereld.
Illustrerend voor deze malaise is dat aan de top van vele NGO’s nu ook de ‘managers’ staan, want als het in de economische wereld regent, druppelt het veel later ook in de NGO wereld. Ironisch genoeg gebeurt dat wanneer ze meer en meer de excessen van een ongeremde marktwerking – waar managers model voor staan - beweren te bestrijden. Het moet gezegd, managers kunnen nuttige mensen zijn indien zij hun job goed doen, en dat is niets anders dan de mensen en middelen van een organisatie zo goed mogelijk afstemmen op de doelstellingen. Maar de kernvraag blijft: wie legt de doelstellingen vast en wie leidt dus de managers? Ten gronde moeten grote NGO’s geleid worden door de beweging waarvan ze de emanatie willen zijn, door hun achterban, door hun leden die over de democratische beslissingsmacht moeten beschikken om de grote ambities van hun NGO uit te tekenen.

Opnieuw, NGO’s zijn onmisbaar. Samen met vakbonden, boerenbewegingen en vele andere bewegingen moeten zij in de wereld van morgen gestalte geven aan de mondiale samenleving. Die is het broodnodige tegenwicht én gesprekspartner voor de economie die al veel langer op wereldschaal is georganiseerd, en voor de politiek die al even moeizaam als de zogenaamde civiele samenleving haar mondiale adem vindt.
We zijn vooral in de vorige eeuw opgekomen voor het algemeen stemrecht, er is gestaakt en betoogd om meer zeggingschap te krijgen in de bedrijven, er bestaan zelfs sociale verkiezingen en nog zoveel andere vormen van vertegenwoordiging en participatie. Als we mondiaal meer politieke democratie zien groeien, als er strijd wordt geleverd voor meer economische democratie, is het dan niet dringend tijd om nu ook de NGO wereld te internationaliseren en vooral te democratiseren?

 

Dirk Barrez, journalist en auteur, 31 oktober 2004

 

Reageren en meedenken kan op ons forum, onder het discussiethema  Globalisering, wie is ermee bezig  Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.

Overname van de brief door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding: Dirk Barrez, PALA nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag met een mail naar info@globalsociety.be

Voor wie nog meer discussiestof wil, lees in het boek De antwoorden van het antiglobalisme. Van Seattle tot Porto Alegre, p.220 e.v.

Deze opinie verscheen in De Standaard op 15 november 2004