One year and a half into the COVID-19 crisis and slowly beginning to see the end of the tunnel, messages are still spread about the necessary changes in ‘the system’ to which this crisis will surely lead. But what changes? And what ‘system’? And how ‘necessary’ are they?
Society should overcome ‘silo’ thinking and leave our deeply rooted mental models reflected in policy sectors. This is the Chair’s Summary of a SDG Workshop organized by the Club of Rome EU-Chapter and European Public Policy Advisors in wich Dirk Barrez (Pala.be) participated.
Our commercialized media are no longer a lever for change, transformation or transition. And so-called education doesn’t bring about any fundamental change, let alone the necessary transitions of our failing systems. So, let's talk about solutions.
Action research confronts the Transition Network Civil Society with some challenges. Civil society organisations seem to lack the power to realise system-wide solutions – for example to regain the grip of society on the banking system after the financial crisis – or to push the political and economic world into that direction.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie. Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Word in the spotlight: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
De OESO verzamelt de industrielanden van de wereld en wordt daarom ook wel de club van de rijkste landen genoemd. Wat deze organisatie vooral doet is informeren en adviseren op het vlak van economisch en sociaal beleid. De OESO speelt een belangrijke rol in de mondiale economische ontwikkelingen en haar studies en rapporten hebben grote invloed op het beleid van de lidstaten. Vooral vakbonden hebben kritiek op het sociaal beleid dat doorklinkt in een aantal studies, en dat ze niet echt als werknemersvriendelijk ervaren. De werkwijze en besluitvorming van de OESO zit daar voor veel tussen. Haar belangrijkste gesprekspartners zijn immers de ministers van economische zaken die in al te veel gevallen geen hoge dunk hebben van sociaal beleid. In 1976 komt de organisatie zowat als eerste met een gedragscode voor multinationale ondernemingen die later enkele keren is gewijzigd en aangepast. Deze richtlijnen zijn geen verplichtingen. Het zijn aanbevelingen aan multinationals om vrijwillig een aantal principes te respecteren op zo verschillende terreinen als werkgelegenheid, mensenrechten, milieu, informatie, concurrentie, belastingen en zelfs wetenschap en technologie.