Accueil

Afrika-beleid van de VS in teken van Bush' oorlog tegen de terreur

Volgens kritische analisten van het Amerikaanse buitenlandse beleid paste het bezoek dat president George W. Bush tussen 15 en 21 februari bracht aan vijf Afrikaanse landen (Benin, Tanzania, Rwanda, Ghana en Liberia) perfect in zijn streven om de ‘oorlog tegen de terreur' wereldwijd uit te breiden. Africa Action, Africa Faith and Justice Network (AFJN), International Labor Rights Forum en Jubilee USA Network hebben samen met het onderzoeksinstituut Foreign Policy In Focus een doorlichting gemaakt van het Amerikaanse Afrika-beleid in het laatste jaar van het presidentschap van Bush.

Rode draad door het beleid is het veiligstellen van de Amerikaanse kortetermijnbelangen: de zoektocht naar olie en zeldzame mineralen zoals coltan, het terugdringen van de Chinese economische expansie in Afrika, het zoeken naar bondgenoten in de strijd tegen de terreur. Dit alles overgoten met een retorische saus van respect voor de mensenrechten, goed bestuur, democratisering, schuldverlichting en strijd tegen HIV/aids.

Bush wil na de mislukking van zijn militaire interventies in Irak en Afghanistan graag herinnerd worden als de conservatief vol mededogen met het lijden van de Afrikaan, schrijft Gerard LeMell, directeur van Africa Action, een Amerikaanse NGO. Maar de Amerikaanse steun voor presidenten Kagame van Rwanda en Museveni van Oeganda heeft wel tot gevolg gehad dat deze kleine landen jarenlang direct of via allerlei milities konden interveniëren in Congo. De genadeloze oorlog om de zeldzame grondstoffen heeft Congo totaal ondermijnd en de dood van miljoenen mensen veroorzaakt. Toch zijn Kagame en Museveni bondgenoten in de VS-strategie terwijl anderen zoals Mugabe (Zimbabwe) of Al-Bashir (Soedan) op het lijstje staan van staatshoofden die dringend moeten worden vervangen. Niet zozeer omdat ze de meest elementaire mensenrechten niet respecteren, maar omdat ze zich niet voor de Amerikaanse kar laten spannen. De weerstand tegen AFRICOM, het voorgestelde US Military Command for Africa, een strategisch concept dat de veiligheid van het continent zou moeten verzekeren, onder meer in de strijd tegen islamfundamentalisme, is groter dan verwacht. Zelfs traditionele bondgenoten staan niet te springen om mee te doen omdat het al te duidelijk een plan is dat de Amerikaanse belangen in de regio moet veiligstellen.

Sinds 2002 heeft de VS jaarlijks 10 miljoen dollar geïnvesteerd in het International Military and Training Program (IMET) om Afrikaanse militairen te trainen en te leren omgaan met modern wapentuig. Vooral de Amerikaanse defensie-industrie kan hiervan een aardig graantje meepikken. Zo leverden VS-bedrijven in 2006-2007 voor 281 miljoen dollar aan wapentuig en militaire uitrustingen alleen al aan Algerije. En onlangs opende een gesofisticeerd Amerikaans-Oegandees inlichtingencentrum net buiten de hoofdstad Kampala. Of dat zal bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van de regio van de Grote Meren?

Weblinks

Foreign Policy in Focus, a think tank without walls


Africa Policy Outlook 2008 (volledige versie over bezoek Bush aan Afrika)

Pambazuka-dossier over bezoek Bush aan Afrika

Pambazuka-dossier 2 over bezoek Bush aan Afrika 

Regio's: 

Lees ook

Doet strijd om olie oorlog in de Grote Meren opnieuw ontbranden?

Het oosten van Congo is ook na de ondertekening van de vredesakkoorden, die een einde moesten maken aan een oorlog die vier miljoen mensen het leven heeft gekost, nooit helemaal zonder gewapende conflicten geweest. Meestal draait het om de illegale exploitatie van de enorme bodemrijkdommen, gecombineerd met onopgeloste etnische spanningen. De laatste tijd ziet het ernaar uit dat olie een bijkomende factor in het brute machtsspel wordt. Sinds de olieprospecties in het Albertmeer, op de grens tussen Congo en Oeganda, hebben aangetoond dat er een voorraad van ongeveer één miljard vaten op exploitatie ligt te wachten, zijn aan beide kanten van de grens al doden gevallen, zowel burgers als militairen.

Pro-interventielobby trekt maar geen lessen uit Irak: Iran, Soedan,...

De recente uitspraken over Iran van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, klonken als een regelrechte oorlogsdreiging aan het adres van Teheran. De reacties in het Midden-Oosten waren unaniem zeer negatief, uitgezonderd van Israël, het enige land in de regio dat over kernwapens beschikt. Zelfs een oorlog van enkele Europese landen zonder instemming van de VN-Veiligheidsraad zou te overwegen zijn, vindt Kouchner, om koste wat het kost te voorkomen dat Iran ooit over een atoomwapen zou beschikken. Wie nog geloofde dat dergelijke gevaarlijke onzin alleen maar uit het brein van een Amerikaanse neocon kan ontspruiten, moet dringend zijn mening herzien.

Kindsoldaten blijven hardnekkig fenomeen in ten minste tien landen

De internationale mensenrechtencoalitie ‘Stop the Use of Child Soldiers' is al bijna tien jaar actief op het vlak van de strijd tegen het gebruik van kinderen (juridisch gezien jongeren onder de 18 jaar) in gewapende conflicten en hun aanwezigheid in legers of milities in het algemeen. Ondanks aantoonbare successen blijft het fenomeen hardnekkig voortbestaan in ten minste tien landen die betrokken zijn bij gewapende conflicten of oorlogen, zo blijkt uit het zopas gepubliceerde rapport over een uniek forum dat vorig jaar in Zwitserland plaatsvond. Ervaringen uit 22 landen werden er samengebracht en geconfronteerd met bevindingen van experts.