Accueil

Blijven grove mensenrechtenschendingen straffeloos? Internationaal Strafhof ligt onder vuur

Het veelgeplaagde Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) ligt onder vuur, van Afrikanen, van de Filipijnse president Duterte, en van president Trump, hoewel de VS geen lid is.

Het Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) is opgericht ter uitvoering van het Statuut van Rome. Dat wil de hoofdverantwoordelijken van zware mensenrechtenschendingen en genocides bestraffen. Let op, het Internationaal Strafhof is niet te verwarren met het Internationaal Gerechtshof (ICJ), dat ook in Den Haag zetelt, maar een heel andere functie heeft. Dat Gerechtshof treedt op als arbitragerechtbank bij conflicten tussen staten.

Het ICC zou een grote rol kunnen spelen in het beëindigen van vaak voorkomende straffeloosheid. Nu nog gaan al te veel plegers van grove mensenrechtenschendingen vrijuit. Het is precies die straffeloosheid die de kiemen zaait van toekomstige nieuwe conflicten.

Het idee voor het oprichten van een permanente internationale strafrechtbank kwam voort uit de praktijk van twee speciale ad hoc-rechtbanken die in de jaren negentig werden opgericht om zware gevallen van mensenrechtenschendingen te onderzoeken en de hoofdverantwoordelijken te berechten: het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag en het Rwandatribunaal in het Tanzaniaanse Arusha.

Permanent strafhof voor vervolgen van personen
verdacht van zware mensenrechtenschendingen

Daaruit groeide dus het Internationaal Strafhof of International Criminal Court als een permanent strafhof voor het vervolgen van personen die verdacht worden van zware mensenrechtenschendingen. Dit betreft meer concreet genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden, en ook misdaden tegen erkend werelderfgoed.

Het ICC werd in 2002 opgericht toen het Statuut van Rome in werking trad. en zetelt in Den Haag. 124 landen zijn inmiddels lid. Het ICC kan alleen zaken behandelen die zich hebben voorgedaan na de oprichting van het straftribunaal, dus vanaf 2002.

Het Internationaal Strafhof was in de eerste plaats bedoeld voor landen die uit conflicten komen en zelf niet de middelen en mogelijkheden hebben om een straftribunaal op te zetten om de verantwoordelijken voor grove mensenrechtenschendingen op een correcte en eerlijke manier te bestraffen. Want zolang de verantwoordelijken voor zware schendingen van mensenrechten vrijuit gaan, is de kans op herhaling groot.  Slachtoffers voelen zich in de steek gelaten en kunnen geen aanspraak maken op compensatie voor de geleden schade.

Dat de nadruk bij de meeste zaken die het ICC tot nog toe heeft behandeld op Afrika ligt, is dus vrij logisch. Het waren met name Afrikaanse mensenrechtenorganisaties die toentertijd sterk lobby hebben gevoerd voor de oprichting van een permanent strafhof, in navolging van wat het ad hoc Rwandatribunaal deed voor de genocide van 1994. Omdat vooral in enkele Afrikaanse landen met een zwakke staatsstructuur het niet evident is om na een gewelddadig conflict waarbij oorlogsmisdaden werden begaan de verantwoordelijken op een correcte manier te kunnen berechten, hadden mensenrechtenactivisten er al lang op aangedrongen om een permanent strafhof op te richten dat dergelijke ingewikkelde zaken op een serene manier zou kunnen behandelen.

Enkele opvallende landen zijn geen lid: VS, China, India,
Pakistan, Indonesië, Iran, Saoedi-Arabië, Rusland en Israël

Alle landen die het idee van een internationaal strafhof steunden, ondertekenden het Statuut van Rome, 124 landen hebben dat statuut ook effectief geratificeerd.  De meeste landen zijn lid, maar enkele opvallende landen blijven het statuut afwijzen: de VS, China, India, Pakistan, Indonesië, Iran, Saoedi-Arabië, Rusland en Israël. Ze vrezen dat hun militairen of militaire bevelhebbers zich zouden moeten verantwoorden voor het hof voor militaire operaties.

Internationaal Strafhof ligt onder vuur

Alleen ligt dat ICC zelf vaak onder vuur van Afrikanen die er - ten onrechte - vanuit gaan dat het ICC een instrument is van het Westen om Afrikanen onder de duim te houden. Het omgekeerde is waar. Denk aan het treurige verhaal van de 'ontsnapping' van de Soedanese ex-president Omar al-Bashir uit Zuid-Afrika in juni 2015. Hij was op dat ogenblik door het ICC aangeklaagd voor oorlogsmisdaden (o.a. in Darfur) en de Zuid-Afrikaanse regering had dus de plicht om hem te arresteren en uit te leveren aan Den Haag. Eenzelfde situatie speelde zich af in Jordanië in 2017. Het land is hiervoor op de vingers getikt door het ICC.

Toch ligt het ICC de laatste jaren ook om andere redenen onder vuur. Het zou te traag werken - nog maar vier strafzaken zijn volledig tot een goed einde gebracht - te veel kosten, heel selectief zijn in de zaken die het al dan niet behandelt… Maar vooral zou het machtige figuren die wat op hun kerfstok hebben in een lastig parket kunnen brengen...

In oktober 2016 kondigden drie Afrikaanse landen aan zich terug te trekken uit het ICC: Burundi, Zuid-Afrika en Gambia. Alleen Burundi heeft dat ook daadwerkelijk gedaan in 2017. Maar de onvrede over de werking van het ICC zit duidelijk diep. Zuid-Afrika leidde de oppositie tegen het ICC onder de vorige president, Jacob Zuma. Die moest zelf wegens corruptieschandalen vroegtijdig opstappen in februari 2018. Onder zijn opvolger, Cyril Ramaphosa, is de redelijkheid wat teruggekeerd en lijkt de grootste weerstand tegen het ICC vanuit Afrika wat te zijn afgenomen.

In maart 2019 kondigde de Filipijnse president Duterte aan dat zijn land zich per direct uit het ICC zou terugtrekken.

De grootste bedreiging komt evenwel uit de VS: onder president Trump heeft de VS een almaar meer vijandige houding aangenomen tegenover het ICC hoewel het land niet eens een verdragsstaat is.

Dieptepunt: vrijspraak van notoire oorlogsmisdadiger

De vrijspraak van ex-president Laurent Gbagbo van Ivoorkust door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag op 15 januari 2019 is het voorlopige dieptepunt. Dat het ICC een notoire oorlogsmisdadiger als Gbagbo, die de dood van duizenden Ivorianen (2010-2011) op zijn geweten heeft, moet laten gaan bij gebrek aan harde bewijzen, toont aan dat er heel wat misloopt bij het ICC. Vooral de Gambiaanse hoofdaanklager, Fatou Bensouda, wordt met de vinger gewezen.

De Belgische ex-rechter bij het ICC, prof. Chris Van den Wyngaert (UAntwerpen), was in een zeldzaam openhartig interview in De Standaard (26-01-2019) bijzonder scherp voor de gang van zaken bij het ICC.

Niet alleen in de mismeesterde zaak-Gbagbo, maar ook in de zaak tegen de Congolese militieleider Jean-Pierre Bemba werden flagrante fouten gemaakt die de geloofwaardigheid van het ICC hebben aangetast.

En dat past wonderwel in de agenda van diegenen die alle multinationale en supranationale instellingen het liefst zouden zien verdwijnen, Trump op kop.

Jan Van Criekinge

Historicus en freelance-journalist gespecialiseerd in Afrika
Hij is te contacteren voor lezingen via jan.vancriekinge@gmail.com

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Boycot Myanmar

Sinds de staatsgreep van 1 februari pogen binnen- en buitenlandse tegenstanders van het militaire regime, zoals de Civil Disobedience Movement (CDM), de National Unity Government (NUG) en veel OESO-regeringen, druk uit te oefenen op de junta, de Tatmadaw of State Administrative Council (SAC).