Home

Elke maand vijf miljoen stedelingen extra in wereldsteden ontwikkelingslanden

Nu al woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Binnen twintig jaar zal dat aandeel 60 procent bedragen. Vooral de grote steden in ontwikkelingslanden kennen een snelle aangroei met alle sociale en milieugevolgen van dien. Volgens het nieuwste rapport van het in huisvesting en verstedelijking gespecialiseerde VN-agentschap HABITAT komen er elke maand vijf miljoen stedelingen bij in de grote steden van het Zuiden.

Om een dergelijke expansieve groei in goede banen te leiden, zijn enorme middelen nodig die echter meestal ontbreken. De openbare ruimte komt onder druk te staan, het sociale weefsel van een stad kan de toevloed niet verwerken en de milieuproblemen dreigen elke inspanning voor duurzame ontwikkeling te niet te doen. Het voorbije jaar werd pijnlijk duidelijk dat de opwarming van de aarde als gevolg van de klimaatverandering ook de stedelijke bevolking hard treft. Gecombineerd met de fors stijgende prijzen voor basisvoedsel en brandstoffen leidde dat tot rellen. Harmonische stedelijke ontwikkeling is niet mogelijk als de inspanningen voor een goed geplande urbanisatie het laten afweten. Hoe langer hoe meer mensen doen een beroep op gemotoriseerd privévervoer wat de uitstoot van broeikasgassen verhoogt en de stedelijke levensstijl draagt bij tot een enorme toename van de afvalberg. Over het algemeen geldt dat hoe rijker een stad wordt, hoe meer energie wordt verbruikt en hoe meer broeikasgassen worden uitgestoten, al zijn er grote verschillen tussen steden en tussen landen. Een goed uitgebouwd systeem van openbaar vervoer en energievoorziening die vooral put uit hernieuwbare bronnen kunnen de uitstoot van CO2, en de ecologische voetafdruk in het algemeen, gevoelig verminderen. Door de snelle groei van industriële centra in groeilanden zoals China en India is het voor de lokale overheden meestal onbegonnen werk om op deze uitdagingen adequaat in te spelen waardoor de inspanningen op nationaal niveau worden afgezwakt.

De grootste bedreiging voor een harmonische stedelijke ontwikkeling komt echter van de groeiende ongelijkheid tussen rijk en arm binnen steden en tussen steden van een regio. Uit cijfers van het Habitat-rapport blijkt dat economische groei over het algemeen de bestaande ongelijkheid veeleer doet toenemen. De grootste ongelijkheid (uitgedrukt in Gini-coëfficiënt) doet zich voor in de grootsteden van Latijns-Amerika, met Brazilië als absolute koploper. Maar ook Zuid-Afrika en Namibië kennen grote verschillen in stedelijke welvaart ondanks het feit dat de apartheid er al ruim 15 jaar is afgeschaft. De West-Europese steden scoren opvallend veel beter op het vlak van gelijkheid dan de Noord-Amerikaanse. In Afrikaanse steden (over)leeft een meerderheid van de inwoners onder de armoedegrens. Hoe groter de stedelijke ongelijkheid, hoe sterker dat ruimtelijk tot uitdrukking komt en hoe kleiner de kans op sociale mobiliteit en integratie. Dat leidt dan weer tot meer onveiligheid en sociale onrust. Armoedebestrijdingsprogramma's blijken veel betere resultaten op te leveren als de verschillen in rijkdom niet te groot zijn. Creatieve oplossingen die zowel rekening houden met duurzaamheid en sociale verwevenheid maken de meeste kans op succes. Goede voorbeelden zijn volgens het Habitat-rapport te vinden van Colombia tot China.  (JVC)

Klik voor UN Habitat ‘State of the World's Cities 2008/2009: Harmonious Cities'

Regio's: 

Lees ook