Kiezen voor biobrandstof heeft zo zijn gevolgen. En het is zeer de vraag of die allemaal goed zijn ingeschat. Zo doen de Verenigde Staten voor het distilleren van hun ethanol vooral beroep op granen. Maar blijkbaar lopen de schattingen over hoeveel graan daar straks voor nodig is heel hard uiteen.
In 2008 zal er volgens het Landbouwministerie 60 miljoen ton maïs nodig zijn in de ethanolfabrieken. Maar het Earth Policy Institute waarschuwt dat die schatting veel te laag is omdat blijkbaar niemand goed bijhoudt hoeveel productiecapaciteit wordt gebouwd. Zelf berekent het Earth Policy Institute dat er maar liefst 139 miljoen ton zal nodig zijn, veel meer dan het dubbele dus.
Nu bedraagt de Amerikaanse maïsexport 55 miljoen ton, en dat is bijna een kwart van de mondiale graanuitvoer. De massale inzet van maïs voor de productie van ethanol verhoogt drastisch de maïsprijs, en ook die van tarwe en rijst omdat ze onderling in hoge mate verwisselbaar zijn. Daar komt bij dat deze sterke vraag samenvalt met een slabakkende graanproductie. Van de jongste zeven jaar waren er zes jaren dat de wereld minder graan produceerde dan er geconsumeerd werd. De graanvoorraden zijn nu het laagst sinds de vroege jaren zeventig van vorige eeuw. Levensgroot probleem vormt de strijd tussen de rijken van deze wereld die brandstof willen tanken en de armsten die voldoende willen eten.
Landbouwers zullen wellicht tevreden zijn met hogere prijzen, en ze verdienen die ook. Maar niet te vroeg juichen, de jacht op winstgevende grond dreigt de kleine arme landbouwers uit de markt te halen en tot verliezers te maken, en dat is de overgrote meerderheid.
Earth Policy Institute http://www.earth-policy.org/Updates/2007/Update63.htm
Aangevuld met eigen informatie