De huidige economische groei vloekt al te dikwijls met de noodzaak van een duurzame economie. Maar niet alle groei is slecht, zeker niet als we er bijvoorbeeld in slagen onze energie hernieuwbaar te winnen, bijvoorbeeld elektriciteit uit de zon halen. Zo groeide de productie van fotovoltaïsche energie vorig jaar met maar liefst 62 procent. Het is natuurlijk veel makkelijker groeien wanneer je klein bent, maar die toename is in elk geval indrukwekkend.
En al bij al is fotovoltaïsche energie niet langer piepklein. In 2007 is er 2.826 megawatt (MW) aan bijkomende productiecapaciteit geïnstalleerd. Maar de inspanningen zijn zeer ongelijk verdeeld. Zo is kampioen Duitsland met zevenenveertig procent daarvan of 1.328 MW op z'n eentje goed voor bijna de helft. Wie door dit land reist, kan onmogelijk naast de talrijke zonnedaken kijken, hier worden duidelijk snellere en andere keuzes gemaakt als het over energie gaat. Spanje vervijfvoudigde zijn inspanning bijna en is nu, met drieëntwintig procent of 640 MW, goed voor bijna een kwart. De rest van Europa hinkt achterop met alles samen slechts zes procent van de nieuwe productiecapaciteit.
Japan, ooit nummer één, is goed voor acht procent en 230 MW erbij. De Verenigde Staten zitten Japan op de hielen met 220 MW erbij.
En wie produceert al die zonnepanelen? De totale productie was vorig jaar goed voor 3.436 MW. Daarvan produceerde Japan een klein kwart. Het verliest stevig marktaandeel aan China dat ook hier fors de kop opsteekt. In 2007 produceren Chinese fabrieken vijfendertig procent van de nieuwe zonnepanelen terwijl ze in 2006 slechts 20 procent van de markt hadden.
Weblink
Voor meer informatie www.solarbuzz.com
