Nu Congo eindelijk wat meer politieke stabiliteit zal kennen na jaren van oorlog en ‘overgangsregering’ wordt het ook eens tijd om na te gaan wie er al die jaren beter is geworden van de oorlog. Alvast niet de overgrote meerderheid van de Congolese bevolking die alleen maar ellende en miserie heeft gekend en elke dag opnieuw een strijd moet voeren om te overleven. De teller van de slachtoffers als direct of indirect gevolg van de oorlog staat ondertussen op 4 miljoen. Het hoogste aantal burgerslachtoffers sinds de Tweede Wereldoorlog.
Er stond (en staat) in Congo dan ook heel veel op het spel. Met de ontginning van zeldzame en gegeerde mineralen - zoals coltan dat wordt gebruikt voor de productie van GSM’s en laptops - is veel geld te verdienen en als dat buiten de controle van een normaal functionerende staat kan gebeuren, is dat voor weinig gewetensvolle bedrijven een extra troef. De lijst van bedrijven en individuen - zowel Congolese als uit de buurlanden, Europa, Australië en Amerika - die hebben geprofiteerd van de oorlogseconomie is lang. Talrijke gedetailleerde rapporten zijn er de voorbije jaren over volgeschreven en ook een commissie van het Congolese parlement heeft heel waardevol werk verricht. Het komt er nu op aan om die illegale oorlogswinsten aan te wenden voor de heropbouw van het land. Voor het wereldwijde netwerk van pacifistische vredesorganisaties, War Resisters’ International (WRI), is de strijd tegen de oorlogsprofiteurs een belangrijk aandachtspunt. Niet alleen wat Amerikaanse bedrijven in Irak doen, maar ook in ‘vergeten’ conflicten zoals in Congo. Al te vaak wordt na het einde van een gewapend conflict de rekening niet gemaakt en winnen de oorlogsstokers dus twee keer.
WRI War Profiteers’ News, nummer van december 2006 is volledig aan Congo gewijd
http://wri-irg.org/pubs/warprof-0612.htm