Accueil

Een nieuwe Groene Revolutie zal voedselcrisis in Afrika niet oplossen

In een nieuw rapport van de Amerikaanse denktank Oakland Institute onder de titel Voices from Africa: African Farmers & Environmentalists Speak Out Against a New Green Revolution in Africa tonen de auteurs zich bijzonder negatief over de plannen om de voedselcrisis in Afrika aan te pakken door een nieuwe groene revolutie te ontketenen met genetisch gewijzigde gewassen. Onder meer de Gates Foundations Alliance for a New Green Revolution in Africa (AGRA) had onlangs nog voor plannen in die richting gepleit.

Het rapport verwijt de voorstanders van technologische oplossingen een gebrek aan transparantie en luisterbereidheid naar de oplossingen die de direct betrokkenen, de Afrikaanse boeren en veehouders, aandragen. De Gates Foundation wil het aantal armen dat afhankelijk is van landbouw fors verminderen zonder aan te geven wat er moet gebeuren met die mensen die geen inkomen meer kunnen verwerven uit landbouw. AGRA pakt graag uit met een door Afrikanen geleide groene revolutie, maar de enige Afrikaan die zich achter hun plannen schaarde, is Kofi Annan, de vroegere secretaris-generaal van de VN. Bovendien blijken diverse adviseurs van AGRA nauwe banden te onderhouden met grote biotechnologische bedrijven zoals Monsanto.

Het laatste wat Afrika nodig heeft, is dumping van voedsel onder de vorm van voedselhulp, zegt Diamantino Nhampossa van de União Nacional de Camponeses (Nationale Boerenunie) van Mozambique. Via het internationale netwerk van Via Campesina heeft hij bijgedragen tot het studiewerk dat ten grondslag ligt van het rapport van het Oakland Institute. Alle inspanningen die lokale boeren de voorbije jaren hebben geleverd om hun opbrengsten te verhogen, zullen te niet worden gedaan door een landbouw op industriële schaal die alleen maar kan bestaan door massaal gebruik te maken van (dure) chemicaliën en andere industriële toepassingen die niet beschikbaar zijn voor de grote meerderheid van arme Afrikaanse boeren. Wat Afrikaanse boerenorganisaties en de civiele samenleving van die technologische oplossingen vinden, is blijkbaar niet zo belangrijk, zeggen de auteurs. De scherpe stijging van de voedselprijzen in 2008 vormt een gedroomde aanleiding om genetische manipulatie te promoten, terwijl echte oplossingen voor de klimaatverandering en de achteruitgang van de biodiversiteit er alleen maar kunnen komen door rekening te houden met de kennis van productie en makten die aanwezig is bij de direct betrokkenen.

Jan Van Criekinge

Klik voor artikel Voices From Africa: African Farmers & Environmentalists Speak Out Against a New Green Revolution in Africa - scroll naar beneden om het volledige rapport te downloaden

Regio's: 

Lees ook

Leeggeschepte visgronden. Brengt MSC-label raad?

Dertig miljoen vissers telt de wereld, en de jongste jaren lukt het hen minder makkelijk om het aanbod van vis op peil te houden. De eigenlijke visvangsten nemen qua volume af. Het is de sterk groeiende viskweek die dat gat moet vullen.

Uit de meeste zeeën en oceanen wordt al een paar decennia meer vis gehaald dan ze kunnen verdragen. Een visvangst van bijna honderd miljoen ton, zoals die van 2000, zou het maximum zijn. De opbrengst per persoon kan dus niet anders dan afnemen. We vissen té veel op wel zeventig procent van de visbestanden. Zo denkt alvast de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties erover.

Sub-Sahara Afrika blijft meest kwetsbare regio volgens Global Hunger Index

Nu al woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Binnen twintig jaar zal dat aandeel 60 procent bedragen. Vooral de grote steden in ontwikkelingslanden kennen een snelle aangroei met alle sociale en milieugevolgen van dien. Volgens het nieuwste rapport van het in huisvesting en verstedelijking gespecialiseerde VN-agentschap HABITAT komen er elke maand vijf miljoen stedelingen bij in de grote steden van het Zuiden.

7 oktober - Internationale Dag voor Waardig Werk: lage lonen zullen armoede doen toenemen in Kenia

Als de economische machine begint te sputteren, worden de (te) hoge loonkosten en de rigide arbeidswetgeving vaak door economen met de vinger gewezen als oorzaken van delocalisatie van bedrijven en het daarmee samenhangende verlies van banen in de productieve sectoren van de economie. Zeker in arme landen zouden gegarandeerde minimumlonen en de georganiseerde vakbonden de verdere ontwikkeling van de productieve privésector tegenwerken. Een dergelijke teneur viel in 2005 nog te lezen in het Wereldbank-rapport ‘Jobs in Kenya: Concept Note'. Robert Pollin, Mwangi we Githinji en James Heintz, onderzoekers verbonden aan het Political Economy Research Institute (PERI) van de Universiteit van Massachusetts-Amherst zijn het daarmee grondig oneens.