Accueil

Wanneer de economie niet kan volgen - in Tsjaad bijvoorbeeld

Je kan de oefening maken voor nogal wat landen of regio's waar de economie trager groeit dan de bevolking. Dan dreigen een pak problemen de kop op te steken. Voor het Afrikaanse Tsjaad levert dat bijvoorbeeld volgend plaatje op.

Na een kortstondige olie-boom bij het begin van deze eeuw, met een economische groei van even zelfs dertig procent per jaar, valt die groei terug op iets meer dan één procent. Intussen neemt de bevolking toe met drie procent. Resultaat: het inkomen per hoofd daalt.

Waar komt dat inkomen vandaan? Niet uit de industriële sector want met een brouwerij, weverij, bottelarij en nog enkele andere fabrieken stelt die niet veel voor. Handel is belangrijker maar evenmin doorslaggevend, tenzij dan de olie die sinds 2003 wordt opgepompt nabij Doba. Het gaat om 180.000 vaten per dag. Ter vergelijking: Nigeria produceert er meer dan twee miljoen. Maar die 180.000 van Tsjaad zijn wel goed voor de helft van het nationaal inkomen en zowat negentig procent van de export. Ondanks afspraken tussen regering, oliemaatschappijen en Wereldbank over een besteding van tachtig procent van de inkomsten aan ontwikkeling, kwam daar niets van terecht. De regering verbreekt haar beloften, het leger krijgt massa's geld, en ook corruptie eist zijn tol. Eens te meer blijkt bodemrijkdom geen weldaad te zijn voor het gros van de bevolking. Vraag het maar aan vele inwoners van Congo, Angola, Indonesië, Mexico of Rusland.

De landbouw en veeteelt dan. Sinds het land olie uitvoert, wordt daarmee nog maar een vijfde van het nationaal inkomen verdiend. Maar dat is wel waar driekwart van de bevolking moet van leven, aangevuld met wat visserij en de opbrengst van bomen opleveren: Arabische gom, noten en vruchten.
Nog altijd belangrijk is katoen, ongeveer een miljoen mensen leven van de productie ervan. Op de wereldmarkt wordt West-Afrikaanse katoen uit Tsjaad, Mali, Burkina Faso en andere landen sterk gewaardeerd, want met de hand geplukt en dus schoner. Maar de prijs - en dus de opbrengst - daalt voortdurend. Vooral de subsidiëring van de Amerikaanse katoenboeren is daarvoor verantwoordelijk. Enkele West-Afrikaanse landen protesteerden hiertegen bij de Wereldhandelsorganisatie. Ze haalden hun gelijk maar het blijft afwachten of de Verenigde Staten zijn subsidies echt zal beperken. (DB en nieuwe Tsjaad landenboek)

Het nieuwe Tsjaad Landenboek, auteur Dorrit van Dalen, 122 p., met foto's plus uitvouwbare overzichtskaart

Klik voor meer informatie en bestellen - de landenboeken zijn alfabetisch gerangschikt

Web-TV - klik voor web-tv-reportage Het effect van Amerikaanse katoensubsidies op Afrikaanse katoentelers (het is de tweede reportage)

Dit is een reportage uit de reeks Wereld in Beeld, educatieve web-tv over globalisering voor het secundair onderwijs en voor al wie wil weten wat onze wereld overkomt.

De eerste acht reportages zijn ook verschenen op DVD voor uitzending op groot scherm. Klik hier voor meer info en bestellen

Regio's: 
Landen: 
Thema: 

Lees ook

Vijftien jaar oorlog kostte Afrika ruim 300 miljard dollar

Dat oorlogen en ontwikkeling niet samengaan, weten we al lang. Maar voor het eerst hebben onderzoekers van Oxfam International, IANSA and Saferworld zwart op wit aangetoond dat de oorlogen die tussen 1990 en 2005 in Afrika hebben gewoed het continent ruim 300 miljard dollar armer hebben gemaakt. Geld dat aan wapentuig wordt besteed, is uiteraard niet meer beschikbaar voor ontwikkeling. In dezelfde periode kreeg Afrika ongeveer evenveel ontwikkelingshulp van de internationale donorgemeenschap. Dat het rapport er nu komt, is geen toeval. Binnenkort moet de VN-groep van experts met aanbevelingen komen over een in 2008 goed te keuren internationaal wapenhandelverdrag (ATT).

Kaapverdië kiest resoluut voor windenergie

Energievoorziening in een kleine eilandstaat zonder eigen fossiele brandstoffen en met een snel groeiende economie (in 2006 +6,5 procent) is geen eenvoudige zaak. Kaapverdië kampt al jaren met grote problemen bij de productie van voldoende elektriciteit, vooral op het grootste eiland Santiago, waar zich ook de hoofdstad Praia bevindt. Totnogtoe wordt alle elektriciteit er opgewekt in centrales die op dure, want ingevoerde petroleum draaien. Al van in 2003 bestonden er plannen om ook alternatieve energiebronnen te betrekken. Het ligt voor de hand dat windenergie dan het eerst in beeld komt gezien de ligging van de eilanden in de Atlantische Oceaan ter hoogte van Senegal, waar het meestal stevig waait.