De these van Richard Heinberg is kort en kernachtig: het is gedaan met de economische groei zoals we die gekend hebben, hoog tijd om ons aan te passen. Vandaar de titel van zijn boek ‘Het einde van de groei’. Een krachtige uitnodiging om er dieper op in te gaan in een essay.
Sinds de tsunami van eind 2004 de kusten van vooral Indonesië en Sri Lanka verwoestend trof, kennen velen het fenomeen. Als het water van de zee zich heel ver terugtrekt, is dat de voorbode van een verwoestende vloedgolf. Wie dan in de richting van de zee loopt, gaat een zekere dood tegemoet.
Dat is net wat de hele wereld de jongste decennia aan het doen is, zo durf ik het betoog van het jongste boek van Richard Heinberg samenvatten. Hij is lang niet de enige die waarschuwt dat de crises zich opstapelen, en dat de economie onmogelijk de ecologische grenzen van onze planeet kan blijven overschrijden. Maar hij argumenteert zo sterk en uitvoerig dat er een financiële en ecologische tsunami op ons af komt, en vooral hoe we totaal verkeerd bezig zijn, dat iedereen met zin voor verantwoordelijkheid dit alles best heel diep laat doordringen.
Niet toevallig neemt hij helemaal in het begin van zijn boek de economen in het vizier die maar niet willen of kunnen erkennen dat groei in een fysisch begrensd systeem – onze planeet – onmogelijk eeuwig kan blijven doorgaan. Voor zijn kritiek op deze beroepscategorie gebruikt hij een citaat van James Kenneth Galbraith – zoon van de nog meer bekende John - die het economenwereldje vergelijkt met “een politbureau dat het al decennialang bij vrijwel elke belangrijke beleidskwestie bij het verkeerde eind heeft maar nooit is dit een aanleiding om zijn ideeën te herzien”.
Het einde van de groei
En waarom komt er dan wel een einde aan de groei zoals wij die al enkele eeuwen kennen? Om drie redenen, legt Heinberg uit.
Er is vooreerst de uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen, denk aan het opstoken van fossiele brandstoffen zoals olie, aan het razendsnelle verbruik van heel wat belangrijke delfstoffen en aan watertekorten.
Ten tweede is de milieuschade steeds grootschaliger. Die wordt veroorzaakt door zowel de winning als het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, denk aan de dreigende klimaatverandering.
Als derde komen daar de financiële crises bij die de economische bedrijvigheid zwaar ontwrichten. De crisis in 2008, en opnieuw in 2011, met instortende huizenmarkten, failliete bedrijven en omvallende banken maken duidelijk dat deze ‘toekomst’ al onder ons is.
Piramidespel
Voor Heinberg is het duidelijk, we beleven de overgangsjaren naar decennia van economische krimp. Want we kunnen ons niet langer uit de schulden lenen. Hoe komt dat? De uitvinding van het geld maakte het mogelijk om torenhoge financiële schulden op te bouwen. Dat zijn evenveel aanspraken op een toekomstige groei van welvaart om de verschuldigde rente te kunnen betalen. Maar als die groei niet meer mogelijk is wegens geen hulpbronnen meer, stort het kaartenhuisje in elkaar. Heinberg maakt de vergelijking met een Ponzi piramidespel om de onvermijdelijke fatale afloop te illustreren.
Weglachen schaadt de gezondheid
Het is iets te makkelijk om zijn vaststellingen weg te lachen. Eigenlijk weten we al 40 jaar, namelijk sinds de publicatie van het rapport Grenzen aan de groei in 1972, dat de gangbare mondiale economische dynamiek op haar grenzen zal botsen ergens tussen 2010 en 2050. Heinberg wijst erop dat dit onderzoeksscenario meermaals is herhaald met de meest actuele gegevens… en telkens bleef de uitkomst dezelfde.
Niet toevallig is Heinberg zowat de autoriteit inzake peak oil, de vaststelling dat we de maximale oliewinning op aarde ongeveer hebben bereikt. Vanaf dan stagneert het olieaanbod en zal het zelfs stilaan gaan dalen. Gevolgen: fel stijgende olieprijzen, nog heviger op en neer flitsende olieprijzen tengevolge van de economische crises die prijspieken veroorzaken, denk aan de crisis van 2008.
We belanden in een opeenvolging van luchtbellen en financiële crises zoals we die al beleefden met de Aziatische crisis, de internetzeepbel en de huizenzeepbel. Het is interessant om weten dat de voorbije vijftig jaar een sterke wisselwerking vertonen tussen piekende olieprijzen en economische recessies, we zijn met andere woorden ‘al lang gewaarschuwd’.
Het ‘nieuwe normaal’
Al deze vaststellingen zouden de wereld al lang hebben moeten doen overgaan op het bestrijden van de klimaatverandering en het drastisch overschakelen op een economie die veel minder afhankelijk is van fossiele brandstoffen. Ze zou zich, zoals de auteur schrijft, moeten aanpassen aan het ‘nieuwe normaal’, namelijk een economie die niet langer groeit. En ze moet een financieel systeem uitwerken dat niet om de haverklap kapseist.
Maar op de klimaatconferenties in zowel Kopenhagen, Cancun als Durban beslisten de verzamelde politici eigenlijk om de rampkoers richting klimaatcatastrofe onveranderd aan te houden. En in plaats van ze als een waarschuwing op te vatten, lijken grootbankiers en neoliberale economen net meer kracht te putten uit de financiële crises die ze aanrichten om meer van hetzelfde te eisen. Eigenlijk argumenteren ze dat we de pyromanen moeten belonen voor de branden - de crises – die ze aansteken. Intussen verzuimen onze politici elke dag om het wankele financiële systeem aan te pakken.
Nog maar eens proberen de problemen voor ons uit te schuiven
Het meest waarschijnlijke scenario is dat we met alle macht zullen proberen de crises voor ons uit te schuiven, zolang we maar enigszins kunnen. Zo zal de wereld bijna zeker toch kiezen om de economie vooral te blijven stoken met fossiele brandstoffen.
Want, vergeet het niet, zonder energie is er gewoonweg geen economie. De nieuwe hype heet nu schaliegas. Heinberg wijst erop dat de mogelijkheden daarvan ruim worden overschat, en meer algemeen dat nieuwe energiebronnen aanspreken, zoals schaliegas, zelf steeds meer energie kost en schade oplevert.
Hij wijst er ook op dat China al dicht tegen zijn pieksteenkoolproductie aanschurkt en het slechts een kwestie van (vrij weinig) tijd is dat dit een bedreiging vormt voor de al decennialange exponentiële groei van de Chinese economie.
Meer nog, zelfs een snelle groei van hernieuwbare energie zal het geleidelijk wegvallen van fossiele brandstoffen niet volledig kunnen compenseren. In 2100 zal de wereld het met minder energie moeten doen.
Hij kan dan wel gelijk hebben, toch richten de energiesector en de meeste landen hun grootste inspanningen en verwachtingen op wat schaliegas, teerzandolie en andere fossiele brandstoffen nog kunnen opleveren in plaats van meteen resoluut te kiezen voor de ombouw van hun economie om die te baseren op veel minder energiebehoeften en op hernieuwbare energie. Daar schuilt wellicht ook de echte reden waarom een bedrijf als BP na 40 jaar haar afdeling zonne-energie sluit – wegens niet langer rendabel - terwijl het zich daar toch jarenlang een voorstander van toonde.
De aarde en de beschaving zoals wij die kennen gaat eraan
De implicatie van die energiekeuze lijkt me zonneklaar. Zo verdwijnt de laatste kans om de opwarming van de aarde te beperken tot iets meer dan 2 graden, dat worden er dan zeker meer. Daardoor zal de klimaatverandering de komende decennia en eeuwen een bepaald onvriendelijk karakter krijgen voor de beschaving zoals wij die kennen.
Want onze planeet draait dan wel door, ze zal er wel degelijk anders gaan uitzien. De zeespiegel bijvoorbeeld zal stijgen, onafwendbaar, en geen klein beetje. Tal van de meest vruchtbare regio’s zullen onder water lopen of verzilten, tientallen tot honderden miljoenen mensen moeten migreren, landbouwopbrengsten stokken of dalen, zoetwatertekorten nemen toe, honger, ziekten en gewapende conflicten slaan toe.
Ga er verder maar vanuit dat het smelten van de Groenlandse ijskap nu elk jaar sterk aan zekerheid wint. Reken dan zo goed mogelijk na aan welke snelheid dat zal gebeuren. En ga er dus voor onze streken al maar vanuit dat we ergens in de voorzienbare toekomst Brugge, Gent, Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam, enzovoort, zullen moeten prijsgeven aan het water… voor zover onze samenleving al niet lang daarvoor totaal ontwricht is geraakt.
Het falen van links en van rechts
Terug naar de analyse van Heinberg over het nabije einde van de groei en over de aanpak ervan.
De linkse keynesiaanse politiek was er op gericht om via overheidsinvesteringen de economische welvaartsmachine op gang te krijgen. De groei daarvan zorgde dan voor de inkomsten waarmee de investeringen konden worden terugbetaald. Aan dat keynesiaanse sprookje, dat zo goed heeft gewerkt in de twintigste eeuw, is nu een eind gekomen omdat dergelijke groeistrategie onmogelijk is geworden nu we de draagkracht van de planeet overschrijden. Een keynesiaanse politiek zal de overheidsschulden “tot toxische proporties opjagen en het lijden slechts verlengen”.
Toch is het rechtse alternatief van drastisch bezuinigen zo mogelijk nog schadelijker, aldus Heinberg. Want dat zal de economie zo hard en catastrofaal verzwakken – kijk naar enkele Europese landen, in de eerste plaats Griekenland, waar die werkelijkheid zich voltrekt – dat “de patiënt weleens op de operatietafel kan komen te overlijden”.
De hoop van zowel de sociaaldemocraten als van de aanhangers van de vrije markt dat hun kuur zal leiden tot vernieuwde economische groei en lage werkloosheid is volgens Heinberg vergeefs.
Verkijk u niet op innovatie, substitutie en efficiëntie
Natuurlijk moeten we er alles aan doen om onze energie efficiënter te gebruiken. Maar, waarschuwt Heinberg, vergeet dat je eindeloos efficiënter kan omspringen met energie, en vergeet al helemaal dat de efficiëntiewinst zodanig kan zijn dat de groeimotor opnieuw zal aanslaan.
Vergeet ook dat je substituten voorhanden zult hebben die van dezelfde superieure kwaliteit zijn. Wat, ook hier, niet wil zeggen dat substituten zonder belang zijn. Integendeel moeten we bijvoorbeeld zo snel mogelijk in hernieuwbare energie investeren om de overgang naar een andere economie mogelijk te maken. Maar nooit nog zal energie zo overvloedig en goedkoop voorradig zijn als in de paar honderd jaar dat we onze fossiele brandstofvoorraden vraatzuchtig plunderden.
Ommekeer: weg van extreme specialisatie en globalisering
Ook al zullen in de toekomst handel en arbeidsspecialisatie blijven bestaan, toch is de huidige dynamiek van steeds verdere globalisering en specialisatie onhoudbaar.
Want, legt Heinberg uit, net de verminderde beschikbaarheid van energie die niet volledig gecompenseerd zal geraken door nieuwe technologieën verplicht ons daartoe. Vergeet bijvoorbeeld dat je goederen kan blijven de halve wereld rond zeulen in hun productieproces, vergeet alvast ook dat de verdere uitbouw van de huidige dominante industriële – en totaal olieafhankelijke – landbouw een haalbare kaart zal blijven.
Natuurlijk kan de moderne technologie veel, maar in deze eeuw zullen we ons moeten concentreren op uitvindingen die ons vooruithelpen in een situatie met schaarse en dure energie en grondstoffen. Het succes van die oefening zal bepalen hoeveel economische specialisatie en globalisering we zullen moeten inruilen voor een meer lokale en meer generalistische economie.
En wat dan na de groei?
Denk niet te gauw, het loopt allemaal wel los, we krijgen ook het einde van de groei wel gefikst. Blijven doordenken over de consequenties is heel hard aangeraden.
Want dit betekent bijvoorbeeld ook vaarwel zeggen aan het ons vertrouwde ontwikkelingsdenken waarbij we het bruto nationaal product van alle landen probeerden op te stuwen. Vergeet dat dit op deze manier verder kan. En dat komt bovenop de al oude vaststellingen dat louter bnp groei op geen enkele wijze ook de verdeling van die welvaart op een rechtvaardige wijze zou impliceren, en dat de bnp benadering geen aandacht heeft voor ecologische kosten en eindige natuurlijke hulpbronnen.
Dit is tevens het einde van de huidige financiële stelsels, omdat ze straks domweg (opnieuw) instorten en ons collectief naar het bankroet leiden. En al helemaal omdat een economie bouwen op basis van schuld waarop rente moet worden betaald alleen maar kan wanneer die economie groeit. Messcherp redeneert Heinberg: “We zullen geld opnieuw moeten uitvinden en vrijwaren van politieke en bancaire belangen die het systeem uit evenwicht brengen.”
Afkicken van onze groeiverslaving
We zullen met andere woorden moeten afkicken van onze groeiverslaving en moeten leren ontgroeien.
Heinberg legt alvast vier fundamentele principes op tafel voor een relevante economische leer. De huidige bevolkingsgroei en consumptie is onhoudbaar. We gebruiken hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen onder hun vervangingsniveau. We verminderen het verbruik van niet-hernieuwbare hulpbronnen en recycleren grondstoffen. Afvalstromen zijn minimaal, niet-giftig en herbruikbaar.
Nieuwe economie bouwen
Het goede nieuws is dat er wel degelijk oplossingen zijn voor onze economische problemen, en dat er wel degelijk valabele antwoorden zijn voor de crises die op ons af komen. Ook daarover valt nogal wat te lezen in het ‘einde van de groei’. Het is dus best mogelijk een nieuwe economie te bouwen die onze samenlevingen ook morgen de nodige welvaart en het nodige welzijn kan garanderen.
Maar dan moeten we ons wel volop storten op die immense opdracht en, zoals Heinberg aanstipt, “ons niet richten op een bnp-groei die niet langer mogelijk is want dan kweken we alleen maar illusies en frustraties”. Hoeft het gezegd dat de meest gehoorde publieke stemmen van politici en zogenaamde denktanks net die illusie blijven rondbazuinen?
In principe is de boel nog te redden
Het slechte nieuws is dat het niet volstaat dat onze problemen in principe op te lossen zijn en dus te weten dat onze beschaving ‘in principe’ kan worden gered. Wat Heinberg pessimistisch stemt, en ons allemaal minstens tot ongeziene ernst en verantwoordelijkheidszin moet aanzetten, zijn twee cruciale voorwaarden. Ze zijn te verwoorden in twee scherpe vragen.
Zijn we bereid, individueel en gezamenlijk, alle noodzakelijke veranderingen door te voeren, en dat tijdig te doen?
Zijn onze samenlevingen dan ook echt van plan om te doen wat noodzakelijk is om de problemen op te lossen en de catastrofe te vermijden?
Wat we weten van mensen, maatschappijen en hun besluitvorming geeft niet veel hoop. Om tal van redenen doen ze maar het juiste wanneer alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Maar dat betekent dan wel dat we met onze huidige mondiale beschaving tegen de muur knallen.
Perspectief
Ietwat ironisch is het dan om vast te stellen dat het boek - bijna tegen beter weten in - toch nog ingaat op hoe een duurzame economie en samenleving er zou kunnen uitzien en hoe tal van mensen en organisaties daaraan werken. De reden is natuurlijk dat Heinberg en alle mensen een toekomst willen hebben, voor zichzelf en voor hun (klein)kinderen.
Want geen perspectief meer hebben is het allerergste wat ons kan overkomen. Dan is het goed te weten dat we in staat zijn om ons een toekomst te bezorgen. Pas echt geruststellend zou zijn als we nu meteen de funderingen voor die toekomst zouden beginnen leggen door daadwerkelijk de aarde in bescherming te nemen.
Het boek Het einde van de groei - een uitgave van denktank Oikos en uitgeverij Jan Van Arkel - is te bestellen via PALA – klik hier
Dirk Barrez is o.a. de auteur van de boeken vanVerontwaardiging naar Verandering – klik hier - en Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving – klik hier
Het oorspronkelijke essay is ook te lezen viahttp://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/02/20/we-lopen-de-tsunami-tegemoet-over-het-einde-van-de-groei