Accueil

Nieuwe goudkoorts

Bingham Canyon Mine in de Verenigde Staten is de diepste open mijn ter wereld, meer dan 1200 meter diep

Bingham Canyon Mine (VS)
is de diepste open mijn,
meer dan 1200 meter diep

Auto’s, gsm’s, pc’s, tv’s, nooit is er meer geproduceerd dan begin 21ste eeuw. Nooit was de mondiale jacht op ijzer, coltan, koper, lood, zink, aluminium, titaan, goud, bauxiet, uranium, kobalt of nikkel zo groot. Maar deze nieuwe goudkoorts slaat vele en diepe wonden. ‘Kerven in de wereld’ is een vierdelig essay over de onbetaalbare jacht op bodemrijkdommen. Vandaag deel 1: nieuwe goudkoorts.


Cynthia past een gouden juweeltje.

Adhi verzorgt een vader die geteisterd is door huidziekten, lijdt aan zenuwtrekkingen en opvallende zwellingen vertoont van nek en hoofd. Al die jaren vis eten eist een hoge tol. Want hun baai is intens vergiftigd met zware metalen afkomstig van de goudwinning.

Steeds verder, dieper, harder

Steeds verder, dieper en harder delven, hakken en kerven we in de wereld om al die grondstoffen bij elkaar te harken. Ook al hebben we al enkele decennia de mond vol van de derde industriële revolutie, van digitalisering en informatiesamenleving, de materialenstroom blijft aanzwellen en uitdijen tot ongekende proporties.

De productie van ijzererts steeg tussen 2004 en 2008
meer dan in de 32 jaar daarvoor

Ik weet wel, statistieken boeien weinigen. En toch, cijfers vertellen meer over die materialenstroom dan een woordenbrij.

Neem aluminium. De productie van 11,6 miljoen ton uit 1972 is in 2008 toegenomen tot 39,4 miljoen ton.
Of kobalt. De jaarlijkse hoeveelheid die we aan de aarde onttrekken, stijgt in diezelfde periode van 19.600 tot 56.100 ton. De klomp goud vergroot van 1,6 naar 2,3 miljoen kilogram, zink van 5,7 tot 11,7 miljoen ton, ijzererts van 778 miljoen ton naar 2 miljard 188 miljoen ton.

Die winning van ijzererts, toch de basis voor een heel klassiek materiaal dat al tijden lang overvloedig aanwezig is in onze economie, heeft een heel opvallende groeicurve. Want in 2004 bedroeg de productie ‘nog maar’ 1 miljard 373 miljoen ton. Meer dan de helft van de stijging dateert dus van de jongste vier jaar, evenveel als in de tweeëndertig jaar daarvoor.

Wie kerft er zo hard in de wereld?

Billiton, Rio Tinto, Vale, namen waar je
een wondere wereld kan bij verzinnen

Billiton, Rio Tinto, Vale, het zijn niet meteen de meest afschrikwekkende namen die mijnbouwbedrijven dragen. Je zou ze, argeloos als we meestal zijn, van geen kwaad durven verdenken. Surf naar hun websites, en lees hoe goed ze bezig zijn, voor mens, economie en samenleving, leer hoe ze om de toekomst geven, om duurzaamheid… voor wie zo goedgelovig wil zijn. Toch maar eerst zien.

Waar de ons bekende vrachtwagens
nog maar speelgoedwagentjes lijken

Kom op dus, naar de echte wereld. En maak even kennis met een open mijn. Neem zeker ook een kijk uit de hoogte om de immensiteit goed te ontdekken. Alles is er buitengewoon. Wat er rijdt, heeft wielen van wel vier meter hoog. De vrachtwagens op onze snelwegen lijken wel speelgoedwagentjes in vergelijking met de mastodonten die hier rond razen en makkelijk 300 of zelfs 400 ton kunnen laden. De graafmachines die duizenden en duizenden en duizenden tonnen grond weghalen, zijn van duizelingwekkende afmetingen. De open putten waarin wordt gewerkt, ze kunnen een doorsnede hebben van kilometers, een diepte van vele honderden meters, tot zelfs meer dan een kilometer. Van een paar honderd meter onder de zeespiegel tot duizenden meter hoog in de bergen herschept al deze mijnmachinerie hele landschappen.

In marktwaarde staat het grootste mijnbouwbedrijf
op de zevende plaats.

Bedenk dus met welke gigantische organisaties we hier te maken hebben.
De top drie van de mijnbouwmultinationals – inderdaad Billiton, Rio Tinto, Vale - vinden we in de Forbes rangschikking van de 2000 grootste bedrijven ter wereld tussen plaats 60 en 80. Als het op winst maken aankomt, scoren ze nog hoger. En met zijn marktwaarde belandt het grootste mijnbouwbedrijf BHP Billiton zelfs op de zevende plaats, ruim voor de olie- en gas reuzen Shell en BP.

‘s Werelds meest gediversifieerde bedrijf inzake natuurlijke rijkdommen, zo afficheert BHP Billiton zich. En daar valt iets voor te zeggen, met activiteiten in aluminium, koper, zink, lood, ijzererts, steenkool, mangaan, olie, gas en nikkel. Er werken meer dan 40.000 mensen, verspreid over meer dan honderd productieplaatsen in wel vijfentwintig landen.

“Wij hebben de mensen, wij kunnen dat,
een wereld die hongert naar
metalen en mineralen bevoorraden.”

Alles kan beter. Rio Tinto gaat onze planeet te lijf in meer dan veertig landen met maar liefst 60.000 medewerkers, om er de metalen en mineralen aan te onttrekken: aluminium, kopter, diamant, energie, ijzererts.

BHP Billiton mag dan wel de grootste zijn, Rio Tinto lijkt zo nog gediversifieerder in zijn uitzwermen over de bodemrijkdommen.
Ze zijn er in elk geval fier op bij Rio Tinto, dat zij het kunnen presteren om – letterlijk – “een wereld die hongert naar metalen en mineralen te kunnen bevoorraden”.

De impact van deze bedrijven doet op nog meer manieren duizelen. Op zijn dooie eentje is Vale - de nummer drie uit de mijnbouw - goed voor meer dan een achtste van de volledige uitvoer van Brazilië. En dat land is toch, op gelijke hoogte van Italië, de zevende economie van de wereld, voor Canada, Rusland en India.

Mijnbouw, zover het oog strekt

Het is amper te geloven hoe ingrijpend en hoe sterk de mijnmultinationals aanwezig zijn op tal van plaatsen. Peru is als land een klein geologisch wonder, mijnbouw heeft er een heel gevulde geschiedenis. Mijnbouwmultinationals allerhande zijn er dan ook gek op. En ze krijgen er al jaren concessies bij de vleet, voor vele duizenden vierkante kilometers; al in 2000 waren die goed voor bijna een tiende van het hele Peruaanse grondgebied. Het is hun vrijbrief om in de halve Andes bergen te schenden en toe te takelen, zodat er vrijwel geen vergezicht meer rest waarin ze niet tekeer zijn gegaan. Maar ze beperken zich niet tot de Andes, lang niet.

Mijnmultinationals mochten in 2004 terecht
in 15 procent van het Peruaanse Amazonegebied,
in 2008 al in meer dan 80 procent

Ronduit spectaculair is het voorbeeld van het Peruaanse Amazonegebied. Het regenwoud trekt er niet enkel houtfirma’s aan, ook multinationals die hongeren naar ertsen, aardolie en aardgas denken er aan hun trekken te komen. Hun opmars verloopt de jongste jaren bijna onvoorstelbaar snel. Terwijl ze in 2004 nog maar de toelating hadden om in vijftien procent van het Peruaanse Amazonegebied op zoek te gaan naar natuurlijke rijkdommen, mogen ze eind 2008 al in meer dan tachtig procent terecht.

Wie is er dan verbaasd dat de inheemse bevolking hiertegen protesteert? Wie zou dat niet doen als er iemand ongevraagd en zonder overleg in je leefruimte komt bulldozeren?

Enorme impact op wereldhandel

Wie de exportcijfers van een land als Peru bekijkt, ontdekt al gauw dat meer dan twee derde van die uitvoer bestaat uit delfstoffen. Voor Bolivia is dat nog meer.

Voor zowat alles wat we doen,
vloeit er een stroom
van materialen door de wereld.

En wie de volledige wereldhandel onder de loep neemt, merkt dat in 2009 een fiks kwart van de waarde ervan draait om grondstoffen. Olie en andere fossiele brandstoffen nemen daarvan de goede helft voor hun rekening. Daarnaast blijft het aandeel van de delfstoffen dus heel indrukwekkend.
Voor een goed begrip, de landbouwproductie van granen, oliën en nog veel meer – die geregeld tot de grondstoffen wordt gerekend – is hier niet bijgeteld.

We staan er niet bij stil - op het vliegtuig, in onze auto, op de fiets, al wandelend en telefonerend met de gsm, thuiskomend en genietend van ons huis - voor zowat alles wat we doen, vinden we het doodnormaal dat er een stroom van materialen door de wereld vloeit.
We denken er niet echt over na hoe al dit ‘geluk’ in ons bereikt komt, nog minder laten we doordringen dat niet iedereen daar gelukkig van wordt, en dat lang niet alles daar beter van wordt.

Dirk Barrez
Hoofdredacteur Pala.be en auteur van Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving

Morgen deel 2 van het essay ‘Kerven in de wereld’: een uitputtingsslag die we niet kunnen winnen - klik hier
Terug naar overzicht

Dit dossier kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos