Accueil

37. Van de zoveelste aderlating* van Brazilië en bewegingen die de wereld veranderen

‘Vroeger werkten we van 's morgens tot 's avonds en we hadden nooit geld om iets te kopen', vertelt Rosangela terwijl ze de stremmende melk roert.
 ‘Je kunt niet begrijpen hoeveel dit voor ons betekent', vult haar man Clairton aan die op de coöperatieve markt van het nabijgelegen Zuidbraziliaanse stadje Erechim de kaas verkoopt, hun eigen kaas. ‘Als het crisis is op de markt of op de graanbeurs in de Verenigde Staten, dan hebben wij er geen last van. Nu hebben we alles zelf in handen, onze koeien brengen melk voort, we maken er kaas van en we verkopen die zelf, we zijn onze eigen baas en het is goed om onafhankelijk te zijn'.

Rosangela en Clairton behoren tot de gelukkigen. Voor hen niet langer de klappen van de wereldmarkt die ze kregen toen ze leefden van het verbouwen van graan en geen enkele zeggingschap hadden, niet over wat ze voorbrachten en nog veel minder over de prijs. ‘Als we dat waren blijven doen', bedenkt Rosangela, ‘dan waren we al lang gestopt.' En Clairton: ‘We zouden alles verloren hebben en ook naar de stad zijn getrokken, niet wetend wat gedaan.'
Zij ontsnappen aan de zoveelste aderlating die vandaag hun land treft.


Een land waar geen plaats is voor mensen

Brazilië is acht en een half miljoen km² groot, eindeloze en gevarieerde landschappen wisselen mekaar af. En waar de grootschalige landbouw domineert, vooral soja en andere granen, ziet men bijna enkel dat. Mensen zie je amper, huizen dikwijls al helemaal niet. De mensen zijn verdreven, waar vroeger dorpjes waren, zijn nu zelfs de kerkhoven ontruimd. De sociale puinhoop is enorm. Mensen verliezen hun grond, hun middelen van bestaan en vluchten naar de stadsjungles om te trachten te overleven.

______________________________

Waar vroeger dorpjes waren,

zijn nu zelfs de kerkhoven ontruimd.
______________________________


En dan, in deze lege uitgestrektheid, duikt één van zulke steden op met enkele tienduizenden, of al snel honderdduizend of met nog veel meer inwoners. En altijd met opvallend veel hoogbouw wat vraagtekens oproept, want aan plaats toch geen gebrek?
Van op een hoogte tekent het antwoord zich af in de vorm van een haarscherpe grens tussen veld en stad, alsof de velden de mensen bij elkaar vegen en op elkaar dringen. In dit bijna onmetelijke land woont 87 procent van de mensen in de stad. Het is amper te geloven en toch is het zo, op het omringende land is voor mensen geen plaats.


Een land waar geen plaats is voor natuur

In Zuid-Brazilië en steeds noordelijker, waar de wereld van het graan heerst, van tarwe, maïs en vooral soja, razen vrachtwagens af en aan, om al dat graan af te voeren. Je ziet ze van kilometers ver, amper een boom om het zicht te beperken, hoogstens in de dieper gelegen dalen. De grote bossen zijn al lang verdwenen, de rijke biodiversiteit is verleden tijd en heeft plaats gemaakt voor nog meer monocultuur, ditmaal van soja, bijna allemaal bestemd voor de export, o.a. om er de varkens en kippen in Europa mee te voederen. Op andere plaatsen eisen runderen alles op. Het is deze ecologische kaalslag die voortdurend verder woedt en het Amazonewoud steeds verder verwoest.
En er is de sociale kaalslag. Er blijft te weinig plaats voor gewassen die de eigen ondervoede bevolking zouden kunnen voeden, te weinig plek voor Brazilianen die zelf hun voedsel willen voortbrengen of met het bewerken van de grond een inkomen willen vergaren.
Vergeet ook de culturele aanslag niet die hier het gevolg van is. Meest zichtbaar is hoe vele streekproducten moeten wijken voor hamburgers, hoe traditionele feesten verdwijnen. Daarachter schuilt de vernietiging van het sociale leven.


De zoveelste aderlating

De grond dient voor wie geld en koopkracht heeft, hier in Brazilië en meer nog elders in de wereld. Het is de zoveelste aderlating van dit land nadat eeuwen geleden de suikerplantages hun verwoestende werk verrichtten, en net zo ging het met cacao, en goud, en koffie, en rubber, allemaal vergiftigde geschenken waarvan de opbrengst elders ging en men ter plekke slechts woestenij en armoede aan overhield. Vooral het noordoosten is zo helemaal in de verdomhoek beland en likt nog altijd de vele wonden. Net als in vele Afrikaanse streken is er zware ondervoeding en zelfs honger.
Globalisering treft Brazilië dus al vijfhonderd jaar, ook vandaag. De aderlating gaat gewoon verder, de grootschalige exportlandbouw van soja en andere granen en de agro-industrie ketenen nu ook het zuiden en de rest van het land aan de wereld op zo'n manier dat plundering van de natuur, armoede en onvoorstelbaar grote inkomensongelijkheid de belangrijkste gevolgen zijn - van resultaten kun je in dit geval maar moeilijk spreken.


Tegenbewegingen

Nochtans zijn er alternatieven mogelijk. En de sleutel om er te raken ligt in de eerste plaats in Brazilië. Er is een regering die de intentie heeft om de problemen aan te pakken. Maar de resultaten blijven ondermaats en van intenties valt niet te leven.
De grootste hoop ligt bij de Brazilianen die zich organiseren om het anders aan te pakken. Vrijwel iedereen kent de beweging van landloze boeren Sem Terra die o.a. via geweldloze grondbezettingen een landhervorming wil forceren. Minstens even interessant is de beweging van de familiale landbouw, vooral stevig ingeplant in het Zuiden maar in heel het land actief en sinds eind 2005 ook landelijk georganiseerd. Is er dan toch nog plaats voor deze kleinere landbouwers? Ja natuurlijk, alhoewel ze zich nu tevreden moeten stellen met meer heuvelachtige of zelfs bergachtige streken waar de pikdorser zich niet zo thuis voelt, of met armere gronden.
Fetraf - voluit de federatie van arbeiders in de familiale landbouw - organiseert naar eigen zeggen wel 750.000 families, waaronder het gezin van Rosangela en Clairton. De beweging ziet zich allereerst als een syndicale organisatie om de belangen van haar leden te verdedigen en is trouwens ook geïntegreerd in de grootste Braziliaanse vakbond CUT.
Zij wil voluit wegen op de politiek en een goede overheidspolitiek afdwingen, en niet enkel op vlak van de landbouw, ook voor onderwijs of gezondheidszorg. Dat doet ze zowel via manifestaties als via onderhandelingen op basis van onderbouwde voorstellen en tegenvoorstellen.
En ze heeft een visie op de lange termijn uitgewerkt die haar nu inspireert om zelf alternatieven uit te bouwen voor de verwoestende grootschalige landbouw. Deze familiale landbouwers kiezen voor zoveel mogelijk zelfvoorziening en productie voor de lokale en Braziliaanse markt. Ze willen daarenboven niet enkel produceren maar ook zelf verkopen. En tussendoor willen ze zo mogelijk ook verwerken tot producten die meer waard zijn, zeg maar kaas en wijn in plaats van melk en druiven. Het is hun ambitie om de hele economische keten zelf in handen te nemen. Voor die economische activiteiten organiseren ze zich in coöperaties, van kleine coöperaties die in de stad een boerenmarkt en -winkel uit de grond stampen tot grote coöperaties die het platteland van elektriciteit voorzien of zelfs een failliete staatsmelkerij overnemen, daarbij de multinational Parmalat het nakijken geven en nu melk leveren aan supermarkten. Alomtegenwoordig in de zuidelijke en noordoostelijke staten is ook de kredietcoöperatie, ontzettend belangrijk voor boeren die geld zoeken om te investeren.
Wie herkent hierin niet een groot deel van onze eigen bewegingsgeschiedenis, van onze eigen boerenbond, vakbonden en coöperaties allerhande?
Maar de visie en werking van Fetraf gaat nog verder. Zij wil een duurzaam alternatief, ook ecologisch. En dus kiest men voor de agro-ecologische landbouw. Zoals de voorzitter van Fetraf Sul vertelt bij een rondgang op zijn boerderij: ‘Het enige vergif dat hier wordt gebruikt, is deze hak'.


Te mooi om waar te zijn?

Het is bijna te mooi om waar te zijn, een boerenbeweging die tegelijkertijd vakbond is, en milieubeweging, en sociale beweging en gestalte geeft aan een nieuw economisch model dat zich wil meten met het agro-industriële model. We weten het wel, ook dit verhaal zal wel zijn schaduwkant hebben, van wat bureaucratie hier en inefficiëntie ginder, van de politieke en syndicale rechtlijnigheid die botst met het marktdenken dat de economische poot van de coöperaties binnensluipt, van de groeiende moeilijkheid om daar de gebalde maatschappelijke kracht van één beweging uit te blijven puren.
Toch zijn het dit soort bewegingen waar de wereld een geweldige nood aan heeft, bewegingen die de weg van een leefbaar economisch alternatief bewandelen, meteen ook een ecologisch verantwoord alternatief en één dat mensen belangrijk vindt -de familiale landbouw die vooral voedsel produceert voor zichzelf en voor de Brazilianen is echt op al die terreinen beter dan de ruïneuze exportlandbouw.

Rosangela en Clairton worden er in elk geval rijker van, op diverse vlakken. Ze verdienen, in hun eigen woorden, nu in drie maanden tijd waar ze vroeger een jaar voor nodig hadden, en met negentig procent minder risico. Ze leven waar ze willen leven, op het platteland. Ze leven er niet langer geïsoleerd maar hebben vele vrienden in de stad... ze leven goed en zijn nieuwsgierig naar hoe het mensen in Afrika en Europa vergaat. Ze vragen ook of onze sociale bewegingen hun coöperaties nog goed in handen hebben.


Zo verbetert de wereld

Het zijn bewegingen zoals deze die de wereld veranderen en het samenleven verbeteren, bewegingen die opkomen voor het recht van mensen om van hun arbeid te kunnen leven, bewegingen die beseffen dat er enkel toekomst is wanneer we het milieu respecteren. En het is met hen dat onze sociale bewegingen best contacten leggen en morgen allianties maken. Want een welvarende en sociale samenleving bevechten, dat kan niet langer alleen in eigen land, zelfs niet langer alleen in Europa of Brazilië.

De Brazilianen werken aan verandering, het is moeilijk maar het lukt hen stilaan. De sleutel ligt echter ook in de rest van de wereld. Zullen we nu eindelijk, en snel, leren dat we economische welvaart niet kunnen bouwen op de kap van anderen, en evenmin op de kap van de natuur? Want de wereld is niet groot genoeg meer om oneconomisch tewerk te gaan. Zelfs het immense Brazilië is te klein om vooral exportlandbouw te bedrijven. Brazilië en de rest van de wereld hebben geen echte keuze: we moeten de aardse rijkdommen zo inzetten dat iedereen in staat is goed te leven en we moeten ze met ongeschonden natuurlijke productiecapaciteit doorgeven aan de volgende generaties.


Dirk Barrez, 4 april 2006


* Met dank aan Eduardo Galeano die dit veelzeggende woord opvoert in de titel van zijn meesterwerk De aderlating van een continent.

met dank aan Agnes Vercauteren

i.s.m. Vredeseilanden, Wervel en CSA

REAGEREN EN MEEDENKEN kan op ons forum, onder het discussiethema Waar is de mens thuis? Over vluchtelingen en migratie. Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.

OVERNAME VAN DE PALA THEMABRIEF door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding ‘Dirk Barrez, PALA nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag via mail

VOOR WIE MEER DISCUSSIESTOF WIL, surf naar het e-boek en lees vooral deel 12 Waar is de mens thuis. Over vluchtelingenstromen en migratie.

Landen: 

Lees ook

VOORDEELAANBOD - 15 i.p.v. 27 EURO - Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van globalisering en crisis - boek+dvd

Fruitplukster, fabrieksarbeider, gezondheidswerker, websitebouwster of postbode, we moeten (bijna) allemaal werken om te leven, niet evident. De globalisering van de economie maakte vele landen rijker, tegelijk groeide de inkomensongelijkheid in de meeste landen. Bedrijven jagen op de goedkoopste en minst beschermde arbeid. Mee door internet besteden ze als nooit tevoren het werk uit in hun mondiale uitzendkantoor. Zo zakt bijna overal het aandeel van de lonen in de welvaart. Dat kan beter? In sommige landen verbetert de positie van werknemers. En de aanpak van milieuproblemen is overal één grote schreeuw om werk. We moeten een economie bouwen die én sociaal is én ecologisch én democratisch.