Ze bestaan in verschillende soorten. Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur. Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aardei weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aardei en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissingi of overmatig oppompen van water. Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatveranderingi veroorzaakt, ruim voor hun uitputtingi dreigt.