De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27).
Weinig menselijke realisaties zonder organisatie, denk aan scholen, overheden, spoorwegen, multinationals of NGO’s.
Maar, het is al te waar, geen menselijke organisaties zonder bureaucratie, een steeds dreigend fenomeen van immobilisme en nutteloze hiërarchie, zowel in de privé, bij de overheid als in de civiele samenleving.
Het bureaucratische onvermogen van vele organisaties om buiten de oude krijtlijnen oplossingen te zoeken leidt ertoe dat nieuwe mondiale problemen veel te lang zullen voortwoekeren, dat we b.v. voorlopig vruchteloos wachten op mondiale belastingen, inkomensherverdeling, afdwingbare milieunormen of een permanente VN-politiemacht.