Accueil

Afrikaanse landen moeten maximaal profiteren van de handel met Aziatische landen

De financiële en economische crises hebben de groeicijfers van de meeste Afrikaanse landen afgeremd, maar dankzij de steeds sterker wordende Zuid-Zuidsamenwerking – waardoor de Afrikaanse landen minder afhankelijk zijn geworden van de traditionele handels- en hulprelaties met de EU en de VS - is erger voorkomen. Afrikaanse landen doen er goed aan om maximaal te profiteren van de nieuwe mogelijkheden die hen dat biedt. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit een VN-rapport dat door het kantoor van de Speciale Adviseur voor Afrika (OSAA) is besteld ter voorbereiding van de komende Algemene Vergadering van de VN in New York.

Volgens prognoses van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB) en de Economische Commissie voor Afrika (ECA) zal de globale groei van de Afrikaanse economieën dit jaar terugvallen op 2,8 procent. In 2008 was dat nog 5,7 procent. China, India, Turkije en Zuid-Korea hebben hun handel en hulpstromen met Afrika ten zuiden van de Sahara evenwel fors versterkt. Ook Brazilië en de Golfstaten zijn hoe langer hoe meer aanwezig in het handelsverkeer met Afrika. Vooral de handel met China kende in 2008 een recordcijfer: 107 miljard dollar of liefst 45 procent méér dan in 2007. Hoewel precieze gegevens moeilijk te achterhalen zijn, gaat het VN-document ervan uit dat de directe Chinese investeringen in Afrika goed zijn voor 6,6 miljard dollar. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat dat de Chinese officiële ontwikkelingshulp (ODA) aan Afrika ondertussen is opgelopen tot 1,5 miljard dollar, terwijl die eind van de 20ste eeuw nog maar 310 miljoen dollar bedroeg. Op tien jaar tijd is de handel tussen India en Afrika toegenomen van 7 miljard dollar (1997) tot 70 miljard (2007). Vorig jaar werd op een topconferentie in New Delhi een nieuw strategisch plan ontwikkeld dat verdere groei en samenwerking moet mogelijk maken. Met Brazilië steeg de handel van 10,4 miljard in 2004 naar 26 miljard dollar in 2008. Bovendien heeft de Braziliaanse nationale energiemaatschappij een massaal investeringsplan aangekondigd in diverse Afrikaanse landen, goed voor 174 miljard dollar tegen 2013. Brazilië gaat ook een speciale universiteit oprichten met als doelstelling elk jaar 2500 Afrikaanse studenten op te leiden in sectoren die het meest bijdragen tot ontwikkeling. De Turkse handel met Afrika is nu nog vrij bescheiden (12 miljard dollar in 2007), maar zal stijgen tot 30 miljard in 2010. In juni 2009 spraken de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) op hun topontmoeting in Rusland af om hun engagementen ten overstaan van Afrika nog op te voeren, ondanks de crisis. Het gevolg is dat Afrikaanse landen hoe langer hoe minder afhankelijk worden van hun traditionele handelspartners en hulpdonoren in Europa en de VS. Hoewel de EU nu nog de grootste handelspartner is, neemt het aandeel constant af, vooral aan de importzijde. Nauwelijks één derde van de totale importstroom in Afrika is afkomstig uit de EU-lidstaten.

De VN-analisten waarschuwen de Afrikaanse regeringen evenwel het spel handig te spelen. De meeste groeimarkten volgen een duidelijke strategie wat hun relatie met Afrika betreft, waarbij het eigen belang inzake grondstoffen- en oliebevoorrading centraal staat. Maar weinig Afrikaanse regeringen hebben zo’n langetermijnstrategie. Grondstoffen zijn eindig en de afhankelijkheid van de schommelende prijzen op de wereldmarkt maakt hen kwetsbaar. Bovendien zijn lang niet alle landen even veel in trek. Slechts tien Afrikaanse landen zijn goed voor 79 procent van al het Chinese handelsverkeer met het continent. Algerije, Angola, Nigeria en Zuid-Afrika waren in 2007 goed voor 82 procent van de totale Braziliaanse import uit Afrika, en 53 procent van de Chinese. China wil op termijn ruim 40 procent van zijn oliebehoeften uit Afrika halen en sluit daartoe miljardencontracten waarbij infrastructuurprojecten worden uitgevoerd in ruil voor grondstoffen. Het IMF heeft bijvoorbeeld al gewaarschuwd dat de Congolese mijncontracten met China niet zuiver op de graad zijn. Ook de Internationale Arbeidsorganisatie heeft veel bedenkingen bij de manier van werken van Chinese firma’s in Afrika. Het VN-rapport raadt Afrikaanse regeringen aan om goed uit te kijken en het onderste uit de kan te halen bij onderhandelingen. Afrika mag zich geen tweede keer laten koloniseren. (JVC)

Klik voor VN-rapport voor de komende 65ste Algemene Vergadering in New York over de ontwikkeling van Afrika (OSAA) - Africa’s development needs: state of implementation of various commitments, challenges and the way forward

Klik voor artikel uit The Namibian: Africa needs to ‘play smart’ in trade with Asia

Lees ook

De Wodaabe in Niger, bedreigd nomadenvolk. Of hoe de wereld zijn inheemse volkeren de duvel aandoet

Sinds we in steden zijn gaan wonen, zijn we hoe langer hoe meer verleerd hoe we moeten omgaan met grote natuurlijke ruimten, met woestijnen, steppes, wouden, ijs- en sneeuwvlaktes. De doorbraak van de westerse industriële samenleving heeft die evolutie nog versterkt. De opkomst van de nationale staten - mét de grenzen en controles die erbij horen, en de opvatting dat mensen maar beter op een vaste plek kunnen vertoeven in plaats van rond te trekken - bezegelt in veel gevallen het lot van deze ‘inheemse' volkeren: voor de levenswijze van nomaden, jagers, zwerflandbouwers, oerwoudbewoners is eigenlijk geen plaats meer.

Goedkope Chinese producten op Afrikaanse markten: Chinese handelaren in de straten van Dakar

De Chinese export draait op volle toeren. Nu al zit China op een torenhoge berg spaargeld. Toch zijn er meningsverschillen over de werkelijke economische kracht van dit grote land. De één ziet er een bewijs in dat het zich onstuitbaar ontplooit tot de dominante wereldmacht. Een andere analist wijst erop dat China vooral toch exporteert naar Afrika en ziet dit als een zwaktebod. Voor ‘rijpere' markten zou het Chinese aanbod te weinig voldoen. Analisten en specialisten, gelukkig dat ze er zijn, maar ze verschaffen niet altijd duidelijkheid... en soms zijn ze ronduit fout of creëren ze zelfs verwarring.

China ontpopt zich ook als belangrijke hulpdonor

De laatste vijf jaar heeft de handelsrelatie tussen China en Afrika een enorme sprong voorwaarts gemaakt. 800 Chinese bedrijven zijn al actief in 50 Afrikaanse landen. Nu begint China zich ook duidelijk als hulpdonor te manifesteren. Vorig jaar was het officiële Chinese hulpbudget goed voor ruim 1,8 miljard dollar en tegen 2009 moet dit minstens verdubbelen. Het leeuwendeel ervan gaat naar Afrika. Bijna alle Chinese hulp is ‘gebonden', wat wil zeggen dat Chinese firma's met eigen personeel ook de uitvoering van de toegezegde hulp verzekeren van het begin tot het einde. Een praktijk die veel westerse donoren tot voor kort ook toepasten, maar onder druk van kritiek op misbruiken geleidelijk meer en meer verlieten.

Pro-interventielobby trekt maar geen lessen uit Irak: Iran, Soedan,...

De recente uitspraken over Iran van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, klonken als een regelrechte oorlogsdreiging aan het adres van Teheran. De reacties in het Midden-Oosten waren unaniem zeer negatief, uitgezonderd van Israël, het enige land in de regio dat over kernwapens beschikt. Zelfs een oorlog van enkele Europese landen zonder instemming van de VN-Veiligheidsraad zou te overwegen zijn, vindt Kouchner, om koste wat het kost te voorkomen dat Iran ooit over een atoomwapen zou beschikken. Wie nog geloofde dat dergelijke gevaarlijke onzin alleen maar uit het brein van een Amerikaanse neocon kan ontspruiten, moet dringend zijn mening herzien.