Accueil

Mozambique krijgt goede punten van OESO

De OESO, de organisatie van de rijke industrielanden, is vol lof over de inspanningen van de huidige Mozambikaanse regering van president Armando Guebuza om het land een stabiele ontwikkelingsbasis te bezorgen na de traumatische jaren van burgeroorlog en chaos. Het land kent al enkele jaren een sterke economische groei (7,7 procent in 2005), trekt buitenlandse investeerders aan, doet ernstige pogingen om de extreme armoede terug te dringen en de staatsinstellingen te hervormen. De commerciële landbouwsector presteert goed dankzij buitenlandse investeringen in vooral de suiker- en tabakteelt, de mijnbouw groeide vorig jaar met 40 procent en de transport- en communicatiesector met ruim 13 procent. Overheidsuitgaven voor onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur en ‘goed bestuur’ blijven jaar na jaar stijgen en het tekort op de begroting is onder controle. Toch zijn er ook zwakke plekken die een duurzame ontwikkeling in de weg staan. De spectaculaire groeicijfers zijn in de eerste plaats een gevolg van enkele kapitaalintensieve megaprojecten in het zuiden van het land die relatief weinig effect hebben op de rest van de economie. De creatie van arbeidsplaatsen en de belastinginkomsten volgen die trend niet. Nog steeds leeft 54 procent van de Mozambikanen beneden de armoedegrens (was 69 procent in 1997) en blijft de werkloosheid hoog. Mozambique is ook te afhankelijk van ontwikkelingshulp voor essentiële voorzieningen. Zakenmensen klagen over de logge banksector, de slechte elektriciteitsvoorziening en de corruptie.

OESO-rapport over Mozambique in African Economic Outlook 2005:
http://www.oecd.org/dataoecd/33/58/36741703.pdf

Regio's: 
Landen: 
Thema: 

Lees ook

Rijke landen zouden veel meer kunnen doen voor Afrika: Commitment to Development Index for Africa

Over de zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking voor de échte ontwikkeling van de armste landen, vooral dan in Afrika, zijn al talloze rapporten volgeschreven. Meestal beperken die zich tot ontwikkelingshulp in de strikte zin: financiële transfers van Noord naar Zuid. Op 26 en 27 mei buigt de EU-ministerraad voor Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen (GAERC) zich in Brussel over de vraag hoe de Europese ontwikkelingsinspanningen effectiever kunnen bijdragen tot het bereiken van de VN-Millenniumdoelstellingen in de armste landen. Volgens Concord, de koepel van Europese NGO's, is er reden tot grote ongerustheid. Ondanks herhaalde beloften om de officiële hulp op te voeren, daalde die van de EU-landen van 0,41 procent van het BNP in 2006 tot 0,38 procent in 2007.