Accueil

Responsibility to Protect: uitbreiden naar economische, sociale en culturele rechten?

Sinds de VN-Wereldtop van 2005 is de doctrine van de responsibility to protect (R2P), de verantwoordelijkheid van staten om de bevolking te beschermen tegen zware schending van mensenrechten, algemeen aanvaard. Het gaat daarbij om drie welomschreven vormen van mensenrechtenschendingen: oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide. Lidstaten van de VN hebben de plicht om hun bevolking tegen deze schendingen te beschermen. Indien ze dit niet kunnen of willen, hebben andere landen of regionale organisaties de verantwoordelijkheid om onder goedkeuring van de VN hiertegen op te treden. In uiterste gevallen zou dit aanleiding kunnen geven tot een militaire interventie met de bedoeling een einde te maken aan de mensenrechtenschendingen. Het is duidelijk dat in de praktijk dit principe vaak botst met de soevereiniteit van staten - de basis van het VN-handvest - en de politieke krachtverhoudingen in de VN-Veiligheidsraad. Toch hebben ook regionale organisaties (o.a. de Afrikaanse Unie) de verantwoordelijkheid van staten om hun bevolkingen te beschermen tegen zware mensenrechtenschendingen ondertussen opgenomen in hun charters.

In een nieuw rapport van de Britse denktank One World Trust pleiten de auteurs Elodie Aba en Michael Hammer ervoor om het R2P-principe ook uit te breiden naar andere terreinen van grootschalige en systematische schendingen van economische, sociale en culturele rechten. Al wijzen ze meteen op de politieke en praktische obstakels die hierbij komen kijken. Hun uitgangspunt is dat totnogtoe het R2P-principe al te zeer verbonden is met oorlogsomstandigheden. Maar ook los van gewapende conflicten kunnen mensenrechten zwaar geschonden worden als staten niet willen of niet in staat zijn om effectief op te treden. Het recht of voedsel en het recht op wonen zijn twee voorbeelden die in het rapport worden aangehaald. Toen Birma in mei 2008 werd getroffen door zware overstromingen als gevolg van de doortocht van een orkaan, weigerde de regering buitenlandse hulpverlening waardoor het aantal slachtoffers fors steeg. Toen de Zimbabwaanse regering in 2007 systematisch illegaal gebouwde huizen begon te slopen, maakte ze vele burgers dakloos en ontzegde hen zo het recht op wonen. Volgens de huidige R2P-doctrine komen beide voorbeelden niet in aanmerking voor buitenlandse inmenging hoewel de fundamentele mensenrechten van velen werden geschonden. De auteurs benadrukken wel dat eerst alle mogelijke vreedzame middelen moeten worden gebruikt om aan de mensenrechtenschendingen een einde te maken en dat dit geen nieuwe vorm van kolonialisme mag zijn. Ook de regering-Bush schoot zwaar tekort bij de hulpverlening in Louisiana aan de getroffenen van de orkaan Katrina. Toch zal niemand meteen gaan pleiten voor een buitenlandse interventie in de VS.

Organisaties van de civiele samenleving in West-Afrika en Zuidoost-Azië toonden zich al ongerust over de uitbreiding van het principe tot economische, sociale en culturele rechten zolang de ongelijke machtsverhoudingen in de wereld blijven bestaan. (JVC)

Klik voor One World Tust-rapport Responsibility to Protect

Regio's: 

Lees ook