Accueil

Toestand in Darfour is veel complexer dan meeste media voorstellen

De dramatische toestand in de West-Soedanese regio Darfour kan de laatste tijd op veel belangstelling rekenen van westerse media, mensenrechten- en noodhulporganisaties, de VN-Veiligheidsraad en regeringen. Deze week brengt de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht een bezoek aan Soedan in de hoop de regering in Khartoem te overtuigen om in te stemmen met de komst van een VN-vredesmacht voor de zwaar geteisterde regio.
Toch is de berichtgeving over het conflict in Darfour vaak verbijsterend simplistisch en worden dezelfde fouten altijd opnieuw herhaald tot ze een eigen leven gaan leiden. De Zuid-Afrikaanse politieke wetenschapper, Ayesha Kajee, verbonden aan het South African Institute of International Affairs, schreef hierover een boeiend achtergrondstuk. Hij verwijt veel westerse journalisten ‘luiheid’ als het erop aankomt om de diepliggende achtergronden van dit uiterst complexe conflict uit de doeken te doen. Vaak wordt de suggestie gewekt dat het conflict hoofdzakelijk gaat tussen de ‘Arabische’ (en dus ‘blanke’ en ‘islamitische’) regering in Khartoem en de ‘zwarte Afrikaanse stammen’ van de uitgestrekte regio Darfour. In werkelijkheid zijn zowel de daders als de slachtoffers van het grootschalige geweld zwarte Afrikaanse moslims. Zoals in zovele Afrikaanse landen van de Sahelgordel worden de etnische verhoudingen er vooral bepaald door de relaties tussen sedentaire landbouwers en nomadische veetelers. Conflicten draaien meestal om de controle over schaarse waterbronnen. Darfour heeft nooit op veel belangstelling kunnen rekenen van de machthebbers in het verre Khartoem, wie daar ook aan de macht was. De regio behoorde dan ook tot de armste van het land en had veel te lijden van conflicten in de buurlanden. Gedurende de bloedige burgeroorlog in Tsjaad hebben zowat alle partijen (ook buitenlandse) Darfour gebruikt als uitvalsbasis en er een verdeel-en-heerspolitiek toegepast. De rebellen die de Soedanese regering nu bestrijden, zijn onderling ook fel verdeeld in vaak wisselende machtscoalities. Bovendien is Soedan een belangrijke producent van olie en willen ook de westerse landen hun kansen op toekomstige oliecontracten niet te veel op het spel zetten.

Achtergrondartikel van Ayesha Kajee op Pambazuka News
http://www.pambazuka.org/en/category/features/41002
Opiniestuk Darfour in De Standaard van 28 april 2007
http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=0M1BIOON&word=Darfour

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Strijd tegen straffeloosheid als voorwaarde voor duurzame vrede in Centraal-Afrika

Officieel heerst er vrede in de regio van de Grote Meren. Congo hield vorig jaar verkiezingen na een turbulente periode van tien jaar waarbij naar schatting vier miljoen mensen omkwamen. De Burundezen hadden al een jaar eerder een moeizame overgangsperiode afgesloten met verkiezingen. En Rwanda experimenteert met het gacaca-systeem voor de berechting van duizenden genocideverdachten. Maar iedereen weet dat de vrede in de regio heel broos is. In het oosten van Congo gaat het de laatste weken veeleer de verkeerde kant uit. Kan de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden een voldoende voorwaarde scheppen voor een duurzame vrede?

Vijftien jaar oorlog kostte Afrika ruim 300 miljard dollar

Dat oorlogen en ontwikkeling niet samengaan, weten we al lang. Maar voor het eerst hebben onderzoekers van Oxfam International, IANSA and Saferworld zwart op wit aangetoond dat de oorlogen die tussen 1990 en 2005 in Afrika hebben gewoed het continent ruim 300 miljard dollar armer hebben gemaakt. Geld dat aan wapentuig wordt besteed, is uiteraard niet meer beschikbaar voor ontwikkeling. In dezelfde periode kreeg Afrika ongeveer evenveel ontwikkelingshulp van de internationale donorgemeenschap. Dat het rapport er nu komt, is geen toeval. Binnenkort moet de VN-groep van experts met aanbevelingen komen over een in 2008 goed te keuren internationaal wapenhandelverdrag (ATT).

Doet strijd om olie oorlog in de Grote Meren opnieuw ontbranden?

Het oosten van Congo is ook na de ondertekening van de vredesakkoorden, die een einde moesten maken aan een oorlog die vier miljoen mensen het leven heeft gekost, nooit helemaal zonder gewapende conflicten geweest. Meestal draait het om de illegale exploitatie van de enorme bodemrijkdommen, gecombineerd met onopgeloste etnische spanningen. De laatste tijd ziet het ernaar uit dat olie een bijkomende factor in het brute machtsspel wordt. Sinds de olieprospecties in het Albertmeer, op de grens tussen Congo en Oeganda, hebben aangetoond dat er een voorraad van ongeveer één miljard vaten op exploitatie ligt te wachten, zijn aan beide kanten van de grens al doden gevallen, zowel burgers als militairen.

Kindsoldaten blijven hardnekkig fenomeen in ten minste tien landen

De internationale mensenrechtencoalitie ‘Stop the Use of Child Soldiers' is al bijna tien jaar actief op het vlak van de strijd tegen het gebruik van kinderen (juridisch gezien jongeren onder de 18 jaar) in gewapende conflicten en hun aanwezigheid in legers of milities in het algemeen. Ondanks aantoonbare successen blijft het fenomeen hardnekkig voortbestaan in ten minste tien landen die betrokken zijn bij gewapende conflicten of oorlogen, zo blijkt uit het zopas gepubliceerde rapport over een uniek forum dat vorig jaar in Zwitserland plaatsvond. Ervaringen uit 22 landen werden er samengebracht en geconfronteerd met bevindingen van experts.