Accueil

Van Keniaanse boontjes en cement: de verre handel is niet zo belangrijk als de moeizame Afrikaanse handel

We kennen de boontjes uit Kenia. En inderdaad, het land exporteert nogal wat groenten en fruit naar westerse landen. Naar Nederland vertrekken heel veel bloemen. Er is ook thee en koffie.

Die overzeese export is belangrijk. Maar het grootste deel van de uitvoer is echter bestemd voor andere Afrikaanse landen. Het gaat om producten als cement, pyrethrum-insecticide en sisal. Belangrijke afzetgebieden zijn de buurlanden Tanzania en Oeganda. Daarmee vormt Kenia de Oost-Afrikaanse Gemeenschap. De leden proberen hun invoertarieven te harmoniseren, maar de uitvoering daarvan verloopt stroef. Dat heeft er mee te maken dat Kenia duidelijk de sterkste economische speler van de regio is. En de buren vrezen die dominantie. Er is daarom afgesproken dat de Kenianen extra belasting betalen aan de Oost-Afrikaanse Gemeenschap voor hun exportproducten. Dat geld moet de industrieën in de andere lidstaten helpen ontwikkelen. Intussen zijn ook Rwanda en Burundi erbij gekomen. De totale bevolking van de vijf lidstaten bedraagt nu 126 miljoen mensen.

Op het terrein vormen de vele politiewegversperringen een groot obstakel. Wie in Kenia een traject van 194 km aflegt, komt gemiddeld elf wegversperringen tegen. In Oeganda zijn het er tien over 213 km. In Tanzania loopt het iets vlotter, slechts zes over 310 km. Handelaren spreken van een verlies aan kostbare tijd en geld. Dat belandt in de vorm van een "kleinigheidje" in handen van politieagenten. Veehandelaren betalen gemiddeld vierhonderd euro per versperring. Maïstransporteurs zijn telkens zo'n vijftig euro kwijt. Wordt er geen smeergeld betaald, dan houdt de politie de vrachtwagens op. Zeker in het geval van bederfelijke producten zijn transporteurs snel bereid om te betalen.

Handelaren proberen natuurlijk die kost door te rekenen. Het maakt dat In Kenia een derde van de prijs van een pak maïsmeel smeergeld is, terwijl dat in Tanzania twaalf procent zou bedragen.

Uit het nieuwe Kenia landenboek, auteur Ilona Eveleens, 130 p., met foto's plus uitvouwbare overzichtskaart

Klik voor meer informatie en bestellen Kenia landenboek

Klik voor overzicht alle landenboeken - ze zijn alfabetisch gerangschikt

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Het gezicht van de honger

Mayaram: "Onze oogst van vorig jaar was niet goed. We hadden maar een voorraad voor één maand. Met het geld dat mijn zoons opsturen kunnen we weer verder, één of twee maanden. Als er geen geld is, lenen we soms bij familie of buren. Maar dat lukt niet altijd. Wanneer niemand ons geld wil lenen, verkopen we één van onze dieren. Dat was ook zo toen we ons paard moesten verkopen. We hadden geen geld en de zoon die zou gaan werken, was ziek gevallen."

Commentaar: Maar zonder geld en bijna zonder eten, dat vraagt nog meer creativiteit.

Awa Diop: "Dit is veevoer wat ik ga mengen met de aardnoten, dat eten we."

Interviewer: "Is dat niet slecht voor de gezondheid van de kinderen?"

Migranten zijn van essentieel belang voor de Zuid-Afrikaanse economie

De recente uitbarstingen van geweld tegen buitenlanders in Zuid-Afrika heeft de aandacht getrokken op de grote breuklijnen die bestaan in de Zuid-Afrikaanse postapartheidssamenleving. Vooral de extreme armoede waarin vele miljoenen dagelijks moeten overleven in de townships rond de grote steden is schrijnend. De fors gestegen prijzen voor basisvoedsel deden de ketel ontploffen. De analyses van de oorzaken van het xenofoob geweld lopen evenwel sterk uiteen.

Zowel vakbonden als werkgeversorganisaties zijn het erover eens dat de buitenlandse arbeidskrachten een essentiële rol spelen in de Zuid-Afrikaanse economie. Indien het geweld zou aanhouden en zou leiden tot een massale uittocht van de buitenlanders kan dat de economische sleutelsectoren diepgaand ontwrichten.

Rijke landen zouden veel meer kunnen doen voor Afrika: Commitment to Development Index for Africa

Over de zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking voor de échte ontwikkeling van de armste landen, vooral dan in Afrika, zijn al talloze rapporten volgeschreven. Meestal beperken die zich tot ontwikkelingshulp in de strikte zin: financiële transfers van Noord naar Zuid. Op 26 en 27 mei buigt de EU-ministerraad voor Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen (GAERC) zich in Brussel over de vraag hoe de Europese ontwikkelingsinspanningen effectiever kunnen bijdragen tot het bereiken van de VN-Millenniumdoelstellingen in de armste landen. Volgens Concord, de koepel van Europese NGO's, is er reden tot grote ongerustheid. Ondanks herhaalde beloften om de officiële hulp op te voeren, daalde die van de EU-landen van 0,41 procent van het BNP in 2006 tot 0,38 procent in 2007.