Accueil

Unilever klopt zich op de borst. Terecht?

Knorr, Lipton, Becel, Zwan, Ben & Jerry’s hebben iets gemeen, het zijn allemaal merken van het Unilever voedingsconcern. Sinds 2010 mikt die multinational op duurzaamheid met het Unilever Sustainable Living Plan. Het bedrijf wil in 2030 de ecologische voetafdruk van zijn producten halveren en in 2020 de gezondheid en hygiëne van meer dan een miljard mensen verbeteren. Ook voor 2020 is er het doel om het bestaan van miljoenen mensen te verbeteren. Dat alles terwijl het bedrijf er economisch op vooruitgaat.

Unilever rapporteert een forse vooruitgang voor 2015. De eigen fabrieken hebben in vergelijking met 2008 hun restafval verminderd met 97 procent, stoten 39 procent minder CO2 uit en verbruiken 37 procent minder water per ton productie. De milieu-impact aan de klantenkant verminderen blijkt moeilijker. Zo zorgde hun productgebruik voor zes procent meer broeikasgassen.
Meer dan 480 miljoen mensen zijn geholpen om hun gezondheid en welzijn te bevorderen.
Van de managers zijn er nu 45 procent vrouwelijk. En 800.000 vrouwen kregen de kans hun vaardigheden de ontwikkelen. Zeshonderdduizend kleine boeren en boerinnen en één miljoen achthonderdduizend kleinhandelaars werden bereikt met initiatieven voor verbeterde landbouwpraktijken of verkoopstechnieken.

Dat grote bedrijven zich toeleggen op duurzaamheid in haar verschillende facetten is een goede zaak. Daarenboven zijn dit lang geen slechte prestaties. Toch levert een kritische kijk meer dan wat randbemerkingen op.

De ecologische voetafdruk in 2030 halveren is eigenlijk niet ambitieus genoeg. Om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden, is meer nodig.

Minst nauwgezet omschreven zijn de sociale doelen inzake het verbeteren van het levensonderhoud. Vooreerst is er het gebruik van het vage getal ‘miljoenen mensen’ zonder verder te specificeren. Wie dieper graaft, vindt toch de toezegging om tegen 2020 een positieve impact te hebben op het leven van 5,5 miljoen mensen; dit door verbetering van het bestaan van kleine landbouwers/sters, van het inkomen van kleinhandelaars en van de participatie van jonge ondernemers in de Unilever waardeketen.
Toch is er geen duidelijkheid over wat dan eigenlijk fatsoenlijke inkomens zijn, en hoe men die wil realiseren, laat staan garanderen. Dit heeft te maken met een volgende euvel.
Ten gronde werpt men ook geen licht op hoe de waardeketen in de wereld van voedselproductie, -verwerking en – distributie in elkaar zit, en wat het rechtmatige of rechtvaardige deel zou horen te zijn voor kleine landbouwers of kleinhandelaars, de veruit zwakste groepen in de productieketen.

Zoals zo vaak kan het gezichtspunt zowel dat van het halfvolle of halflege glas zijn. In vergelijking met andere bedrijven uit deze sector kan Unilever erop wijzen meest duurzaam te zijn. Voor onnoemelijk veel betrokkenen in de verre uiteinden van de productieketen is het ver van voldoende om zeker te kunnen zijn van een fatsoenlijk leven, voor zichzelf, voor hun gezinnen en voor hun gemeenschappen.

Dirk Barrez

Bronnen
The Unilever Sustainable Living Plan 
Unilever Sustainable Living Plan. Summary of progress 2015 - pdf 

Uw doordachte reacties zijn heel welkom op het emailadres infoATpala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Schenk vrienden, familie, kennissen of collega’s een gratis abonnement, dan hoeven ze Pala nooit te missen. Gebruik daarvoor het geschenkabonneeformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook