Accueil

Hebben werknemers iets te zeggen bij een overname?

De kans om als werknemer te worden geconfronteerd met een overname van het bedrijf waar men werkt, is reëel. En in een economie die de jongste decennia veel internationaler en zelfs mondialer functioneert, kan dat makkelijk een buitenlands bedrijf zijn, dichtbij of veraf: Volvo is in Chinese handen beland, Electrabel en Fortis in Franse handen, BBL/ING in Nederlandse handen, Janssen Pharmaceutica al tijden in Amerikaanse handen… en dit is maar een heel kleine greep.

Maar hoe zit dat met de rechten van werknemers indien hun bedrijf wordt overgenomen? In het boek ‘Takeovers with or without worker voice: workers’ rights under the EU Takeover Bids Directive’ zoeken tal van wetenschappers naar een antwoord.

Dat doen ze in de meest verschillende landen van Europa, in België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Slovenië, Verenigd Koninkrijk en Zweden.

Algemene conclusie van de auteurs is dat werknemers over onvoldoende rechten beschikken bij een overname. Ze raden de Europese Unie aan om de regelgeving te herzien. (db)
 

Voor meer info over dit boek en mogelijkheid om te downloaden – klik hier

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Schenk vrienden, familie, kennissen of collega’s een gratis abonnement, dan hoeven ze Pala nooit te missen. Gebruik daarvoor het geschenkabonneeformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.