Accueil

61. De wereld van vandaag en morgen. Waar staan we in 2015?

Ik ben geen futuroloog en wil zeker niet de indruk wekken de toekomst te kunnen voorspellen. Daarom is het misschien wijs er vooreerst op te wijzen dat onze wereld is beland in het tijdperk van chaos en globalisering.

Het is goed om al gehoord te hebben van de vlinder van Lorenz, hoe een bijna niet waarneembare vleugelslag aan de ene kant van de wereld weken later een orkaan aan de andere kant kan veroorzaken.
Het is goed om weten dat kleine oorzaken meer dan ooit grote gevolgen kunnen hebben.
Het is nog beter om te beseffen dat niet-lineair gedrag en dus grotendeels onvoorspelbaarheid  de wereld veel meer beheerst dan we de voorbije eeuwen gemakshalve aannamen.
Het is gemakzucht wanneer men blijft zweren bij een voorstelling van een werkelijkheid die ordelijk en voorspelbaar zou zijn. Want zo lineair is de werkelijkheid niet, of zeker niet altijd. Even erg is voor het wetenschappelijke gemak zowat alle variabelen als onveranderd beschouwen. Zeker economen hebben daar een handje van weg, ze redeneren bv. alsof de mens geen invloed uitoefent op de natuur, alsof onze economie niet binnen de grenzen van onze aarde moet opereren.
Het is best dat we begrijpen dat onze aarde een uiterst complex ecosysteem is waarin kleine wijzigingen onvermoede en drastische gevolgen kunnen hebben.

We raken er toch allemaal van doordrongen dat de mensen, die aardse bewoners, hun samenleven op uiterst complexe wijze uittekenen, een wereld waarin een klein ongeval tot een verkeersstilstand kan leiden met honderden kilometer file en waarin een incident de stroom voor miljoenen kan doen uitvallen en het leven quasi verlammen. Het is deze wereld waar in de jaren dertig het toeval besliste om voor koelkasten en spuitbussen CFK's te gebruiken i.p.v. BFK's, broomfluorkoolwaterstoffen. Pas tientallen jaren later beseffen sommigen dat een keuze voor BFK's het gat in de ozonlaag onherstelbaar had kunnen maken, want broom is 100 maal destructiever ten aanzien van ozon dan chloor.
Het is dan maar goed dat we inzien dat bij groeiende complexiteit het zogenaamde niet-lineaire gedrag en de onvoorspelbaarheid van systemen groter worden... dat dergelijke complexe systemen zich kenmerken door wat men noemt chaotisch gedrag.

Welkom in onze globaliserende wereld waar door die mondialisering de verwevenheid tussen alle mensen en de verstrengeling van hun verhoudingen op de meest diverse terreinen alleen maar groeit, waar dus de complexiteit hand over hand toeneemt en waar de chaostheorie alom uitnodigt om toegepast te worden.

Ecologisch - ons ruimteschip aarde staat in brand

De opwarming van de aarde komt eraan, de klimaatverandering is begonnen. Natuurlijk zijn er onbekenden. Zo is er de vraag met hoeveel graden de temperatuur zal stijgen? Hoe hoger de temperatuur, hoe groter de kans dat we niet-lineair gaan, chaotisch dus, dat bv. de Warme Golfstroom die Europa aangenaam verwent stopt of zelfs omkeert.
Er zijn echter vooral de gevolgen waarvan we nu al zeker zijn. De  neerslagpatronen veranderen, stormen en orkanen woeden intenser en de zeespiegel stijgt. Of we in tientallen centimeter dan wel in meters moeten rekenen is voorlopig onzeker. Als het Groenlands ijs zou smelten, komt het water uiteindelijk zeven meter hoger te staan, met dat van de Zuidpool erbij nog veel hoger.
Zeker is ook dat vooral in nu al arme ontwikkelingslanden de landbouwopbrengsten dalen. Veel geeft aan dat we dus te maken krijgen met een verlies aan natuurlijk kapitaal en meteen ook aan welvaart en inkomen.

De biodiversiteit op onze aarde is bedreigd. Planten en dieren sterven 1000 x sneller dan het natuurlijke ritme. Dit onvoorstelbare verlies aan natuurlijk kapitaal is  een bedreiging voor de landbouw en de voedselproductie. Ons voedsel is afkomstig van plant en dier, de zogenaamde cultuurgewassen en het vee. Het spreekt vanzelf dat alles wat we vernietigen nooit meer nuttig kan zijn voor de mens. Stel u maar even voor dat de aardappel verdwenen was voor we hem konden aanplanten: de ontwikkeling van Europa zou er zo goed als zeker heel anders hebben uitgezien, en misschien waren de Europeanen nooit zo welvarend geworden. Levensvormen beschermen is dus zoveel als investeren in de toekomst.

De economie botst op haar grenzen

Onze economie botst dus meer en meer tegen de grenzen van het ecosysteem aarde en overschrijdt ze zelfs. We doorboren de pijngrenzen. Er is veel te verregaande ontbossing, immense erosie van landbouwgrond en we beheren onze watervoorraden slecht. Met de vissen gaan we zo mogelijk nog slechter om. Eind 2006 publiceert Science een ophefmakende internationale studie. Eén derde van de wereldwijde visscholen is in elkaar gestort, teruggevallen op minder dan een tiende van wat ze ooit waren op hun hoogtepunt. In klare taal, ze zijn praktisch verdwenen. Maar de slechtste boodschap moet nog volgen. Als we zo voortdoen, storten alle visvoorraden in elkaar in de loop van de volgende vijftig jaar.

De mondiale visserij illustreert als geen ander het probleem van onze gemeenschappelijke hulpbronnen. Ze zijn vrij beschikbaar, iedereen mag er vrij gebruik van maken. En iedereen gaat tewerk alsof ze onuitputtelijk zijn. Iedereen gelukkig dus? Ja, zolang we in een wereld leven waar de economie binnen de biofysische grenzen van de aarde blijft en haar draagkracht niet overschrijdt. Maar wanneer de economie overmatig groeit, en vooral wanneer ze vergeet dat ze deel uitmaakt van het ecosysteem aarde en de ecologische grenzen doorboort, komen de problemen. Steeds meer en grotere vissersboten zorgen eerst voor recordvangsten. Maar dan is snel het mooie liedje uit, niet omdat er niet genoeg boten zouden zijn, wel omdat er geen voldoende vis meer is. Doordat iedereen vrij gebruik mag maken van het gemeenschappelijke of publieke goed, in dit geval de zeeën en oceanen met hun visvoorraden, voelt niemand zich verantwoordelijk voor het instandhouden van dat goed. Het resultaat is dat iedereen er bij verliest, niemand heeft nog genoeg vis. Vandaar de tragedie van de commons.
 We kennen de ecologische uitdaging minstens sinds de jaren 70' - denk o.a. aan het Rapport van de Club van Rome - en eigenlijk al veel langer. Maar we overschrijden nu al 20 jaar, en steeds meer, de biofysische mogelijkheden van onze planeet, haar draagkracht dus. Dit is onduurzaam: we eten ons natuurlijk kapitaal op en gaan dus eigenlijk zeer antikapitalistisch te keer.

De wereldbevolking blijft nog een tijdje groeien

We vertonen dat onduurzame economische gedrag met steeds meer. De wereldbevolking neemt toe van de huidige zes en een half miljard mensen naar zeven miljard tweehonderd miljoen in 2015, en wellicht zowat negen miljard in 2050.
Bij ongewijzigd economisch gedrag is dit enorm belastend voor de aarde. Cruciaal hier is dat zowat een vijfde van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor vier vijfde van de consumptie. Het is vrijwel uitsluitend bij hen dat zich de ecologische overbelasting van de planeet situeert.

Werk en inkomen voor iedereen?

Sociaal is de hoofdvraag: waar gaan we werken? Wereldwijd zijn er drie miljard mensen die werken of willen werken, want daarvan zijn er tweehonderd miljoen werkloos.
Tegen 2015 komen er 430 miljoen werkzoekenden bij, dus in totaal gaat het dan om bijna 3,5 miljard mensen die werken of willen werken.

Wie met de maatstaf van het bruto nationaal product meet, komt makkelijk tot de conclusie dat de landbouw economisch niet zo belangrijk is, steeds minder zelfs. Hij staat nu nog voor amper vier procent van het wereldinkomen. Maar het BNP is een slechte maatstaf om welvaart te meten en daarenboven is de waarde van de landbouw wereldwijd ondergewaardeerd. Nog altijd werkt ruim veertig procent  van de actieve bevolking, d.i. meer dan 1,3 miljard mensen, in de landbouw, die daarmee als arbeidssector nog net groter is dan de dienstensector. Die landbouw blijft ook direct of indirect de bestaansbasis en het leven van zowat drie miljard mensen, produceert voedsel voor alle mensen, levert heel wat grondstoffen, energie ook en zorgt voor nog tal van andere onschatbare diensten.
Maar het platteland komt zwaar onder druk, in de eerste plaats in de armere landen. Er is de ecologische overshoot die zich vertaalt in minder productieve velden, weiden, bossen en waters. Er is de onderwaardering die zich vertaalt in veel te lage vergoedingen voor al wat de landbouwers presteren.
Deze economische terugval doet het leven op het platteland wereldwijd ineenstuiken en bedreigt het leven van twee en een half à drie miljard mensen. Elk jaar stoppen tientallen miljoenen landbouwers. Deze massale uitstoot van arbeidskracht laat zich elders hard voelen. Er treedt massale migratie op naar de steden.

De industrie en de dienstensector kunnen de vraag naar werk echter niet opvangen. Zelfs de vooral industriële groei van China is in grote mate jobless, het aantal arbeidsplaatsen neemt amper toe. Bijna overal blijken de steden niet in staat zijn om al deze mensen werk, inkomen, behuizing, onderwijs, kortom een goed leven te bieden.
Hoeft het dan nog te verbazen dat de inkomensverdeling in de wereld ongelijk is, steeds ongelijker zelfs, zeker binnen zowat alle landen die de wereld telt?

En wat vertelt de economie nog meer?

Er is een snelle verschuiving aan de gang van het economische zwaartepunt van de wereld richting Azië, vooral Oost-Azië. Dit is niet nieuw, zo is het honderden, zelfs een paar duizend jaar geweest voor 1800. Want nog in de 17de en zelfs de 18de eeuw was Europa mondiaal bekeken vooral een economisch randverschijnsel.
We maken dus de opkomst mee van zogenaamde nieuwe wereldspelers als vooral China en straks wellicht ook volop India. Tussen 1990 en 2004 steeg het Chinese aandeel in de wereldproductie van twee naar vier procent, in reële koopkracht gemeten is China dan zelfs al goed voor dertien procent van de mondiale koopkracht. Daarmee groeit het land naar zijn vertrouwde dimensie. Want eeuwenlang was China goed voor een klein kwart van wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De nieuwe wereldspelers zijn groeiende producenten maar ook groeiende consumentenmarkten. Dat verklaart deels ook de delokalisatie van economische activiteiten, bv. van de elektronica industrie richting Oost-Azië. Bedenk ook dat als China en India het in de nabije toekomst eens zouden raken over bv. technologische standaarden, dan zullen zelfs de grootste industriële spelers van vandaag moeten volgen, de Microsofts, Masushita,...
Zelf al vertoont China tal van zwakheden, toch is de impact ervan bijna niet te overschatten. Die uit zich op tal van heel diverse terreinen. De snel veranderende eetcultuur richting meer vlees vergt veel extra van de aarde. En er is de jacht op grondstoffen en energie die zich in Afrika vertaalt in een soort neoimperialisme.

Wacht ons meer of minder veiligheid?

Moeilijk te zeggen hoe veilig onze toekomst is. Duidelijk is wel waar de wolfsijzers en schietgeweren zich bevinden.
We blijven kampen met het probleem van de massavernietigingswapens.
Er is de internationalisering en zelfs bijna globalisering van terrorisme. Dit is een zware uitdaging voor en aantasting van het geweldmonopolie van rechtsstaten.
De jongste decennia zijn oorlogen vooral burgeroorlogen. Heel dikwijls hangen ze samen met de opkomst van ongecontroleerd geweld en het verschijnen van zogenaamde falende staten, vooral in Afrika.
En hoe evolueert de militaire machtsbalans en het bijhorende machtsspel tussen de Verenigde Staten en China? Welke rol spelen Rusland, Japan, India? Historische parallellen hebben maar een beperkte waarde maar de opkomst van Duitsland - en ook van Japan - die in vorige eeuw tot twee wereldoorlogen leidde, stemt tot nadenken en tot waakzaamheid.

Natiestaten onder druk

Politiek boeten de natiestaten aan gewicht in.
Maar denk ze vooral nog niet weg, dit is relatief, ze blijven belangrijke spelers.
Let bijvoorbeeld ook op het hernieuwde belang van wereldspelers in een multipolaire wereld, de Verenigde Staten nog altijd voorop, China, Rusland (o.a. wegens energie), India ook, vergeet Japan en de Europese Unie niet...

En daarnaast is er de groeiende relevantie van regionale samenwerking, niet enkel in Europa, maar zeker ook in Azië en Latijns-Amerika. Vooral is Azië is regionale samenwerking een reëel en levenskrachtig alternatief voor een globalisering die ze daar niet zien zitten.

Sterke drang naar democratisering en emancipatie

We komen aan op het terrein van samenleving en democratie.
Daar is wereldwijd een sterke drang naar democratisering en emancipatie waar te nemen. We zien op tal van plaatsen een steeds drukker maatschappelijk middenveld en ook de internationalisering daarvan is gaande.

En wat is er van samenleving en cultuur?

Spanning tekent zich af tussen opkomende fundamentalismen en een mondiale meerderheidsstrekking waarbij mensen uit alle culturen het omzeggens eens zijn over hun fundamentele rechten.

Het spant ook rond het principe van de scheiding van staat en religie. Opvallend is dat religie vrijwel in de hele wereld maatschappelijk veel belangrijker is dan in Europa. De verhouding tussen samenleving en religie zal hernieuwde aandacht vergen.

Commercialisering en vermarkting doordringen alles. De economie treedt buiten haar oevers en koloniseert tal van andere maatschappelijke domeinen, de media bijvoorbeeld, altijd al op het scherp van commercie en cultuur maar nu bijna volledig in het commerciële bedje ziek. Of neem de universiteiten die lijden aan een heel onevenwichtig partnership met het bedrijfsleven. Woekerend contractonderzoek en patenten doen het publieke goed kennis belanden in de handen van privé bedrijven. Nochtans hoort wetenschappelijke kennis, en a fortiori degene die vooral met publieke middelen is verworven, publiek bezit te zijn.

Kan het anders? Natuurlijk, niet zo lang geleden heeft de Unesco nog het voorbeeld gegeven door de conventie culturele diversiteit goed te keuren zodat bijvoorbeeld Europeanen hun eigen filmproductie mogen ondersteunen. Dat is dus zoveel als zeggen: voor cultuur gelden niet de regels van de vrijhandel. Samenlevingen hebben de volledige soevereiniteit over hoe ze hun cultuurproductie organiseren.

Lineaire recepten werken niet

Ik keer terug naar de economie. De jongste decennia zien we een toenemende, vooral economische globalisering onder het motto, eigenlijk een geloof: we moeten liberaliseren, privatiseren, dereguleren.

Ondanks dat de negatieve gevolgen van die aanpak de jongste decennia manifest duidelijk zijn geworden, blijft dit het dominante model, het neoliberalisme of, met zijn wetenschappelijke term, het kapitalisme.

Maar even waar blijft dat de al te eenvoudige en al te lineaire recepten van liberalisering, privatisering en deregulering geen oog hebben voor de complexe realiteiten van onze wereld. Ze veroorzaken een slechte globalisering. Ecologisch loopt al te veel verkeerd tot rampzalig en we merken een versnelling van de ecologische overshoot, sociaal is er een groeiende inkomensongelijkheid, we zien hoe een werkelijk democratische besluitvorming terrein verliest en hoe de welvaartsstaat ondermijnd geraakt.
 
Als we deze processen ongeremd op hun beloop laten, verhogen we op onverantwoorde wijze de kans dat we kritische drempelwaarden overschrijden.

Hoeveel temperatuurstijging kunnen we aan?

Hoe zal de verkwisting van onze waterreserves zich laten voelen in de voedselproductie?

Tot wanneer zullen de armen gewoon verder creperen, en kunnen de rijken verder verkwisten?

Hoe stevig zijn de grondvesten van onze staten? hoe onmachtig zijn zij t.a.v. de nieuwe mondiale uitdagingen?

Vanaf wanneer begeven samenlevingen onder massale werkloosheid en ongelijkheid?

Wat zijn de effecten van massale ecologische en economische migratie?
Hoeveel onvrede kan de wereld verdragen? hoeveel onverdraagzaamheid? hoeveel geweld? hoeveel massavernietigingswapens?

Wat met het gebrek aan economische democratie? en de falende politieke democratie?

Hoeveel chemische vervuiling kunnen onze gezondheid en onze samenleving aan?

Het overschrijden van elk van deze drempelwaarden kan op dat terrein leiden tot zogenaamde structuurbreuken. Misschien kunnen we de schade beperken of raken problemen toch opgelost, maar het is even aannemelijk dat de wereld er op een aantal terreinen vrij gauw héél anders zou kunnen uitzien.
Dan moet we ons ook de vraag durven stellen: komt er vijfhonderd jaar na de vorige geen nieuwe grote breuk aan? Want al die mogelijke structuurbreuken zullen, indien ze zich voordoen, een versterkend effect hebben op elkaar. Dan is de kans reëel dat daar grote crises van komen en dat het wereldsysteem zoals zich dat vijf eeuwen lang heeft ontwikkeld, ontrafeld raakt en uiteenvalt. Misschien zitten we zelfs al middenin die nieuwe grote breuk? Onze nazaten zullen het makkelijker kunnen vaststellen.

Intussen heeft het bedrijfsleven deze globalisering - voorlopig - het best verteerd en speelt er volop op in om te groeien, te fuseren, macht en zelfs dominantie te verwerven op de markt zonder dat het rekening moet houden met mens, samenleving of milieu. Zolang de politiek en de samenleving ver achterop blijven liggen in de globaliseringrace, heeft het bedrijfsleven het speelveld grotendeels voor zich.
Kijk naar de landbouw en de voedselproductie, daar komt de huidige globalisering -van liberalisering, privatisering en deregulering - neer op het uitleggen van de rode loper voor de agro-industrie en de grootdistributie. De landbouwers raken geplet tussen de multinationals van de input kant - Monsanto, BASF enzovoort  die hen vanuit een bijna monopoliepositie zaden, meststoffen of pesticiden leveren - en die van de output kant - de verwerkingsbedrijven zoals Nestlé of Unilever en meer nog de distributiegiganten zoals Wal Mart's en Carrefour die een al te dominante marktmacht uitoefenen. De massa boeren die louter producent zijn zonder economische impact of macht op vlak van verwerking en/of vermarkting worden weggeblazen.

Of, om naar de vlinder van Lorenz terug te keren, hoe de gedachte van één econoom - Milton Friedman, eind 2006 overleden - het inkomen en het leven van enkele miljard wereldburgers vernietigt: ze zijn afgeschreven en tellen niet mee.

Slotbemerking: dit is de prognose, het scenario van wat meest waarschijnlijk gaat gebeuren. Niets zegt dat het ook zo moet gebeuren. Mensen en samenlevingen hebben de vrijheid om hun lot in een andere richting te duwen.
 

Dirk Barrez, 8 januari 2008
 

Deze lezing is uitgesproken voor Socius - Steunpunt voor Sociaal-Cultureel Volwassenwerk - en verscheen in het decembernummer van hun cahier WisselWERK

Dit jaar verschijnt van de auteur het boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving - klik hier om te bestellen

Regio's: 

Lees ook

Thinking beyond our usual silos. Systemic convergence of technological, social and structural changes needed in the SDG’s

Society should overcome ‘silo’ thinking and leave our deeply rooted mental models reflected in policy sectors. This is the Chair’s Summary of a SDG Workshop organized by the Club of Rome EU-Chapter and European Public Policy Advisors in wich Dirk Barrez (Pala.be) participated.