Home

Grand Inga Project in Congo zonder inspraak van direct betrokkenen

De wedloop om Afrika's natuurlijke rijkdommen beperkt zich niet tot de ondergrond. Ook op het vlak van waterkracht biedt het continent enorme mogelijkheden en met de extra stimulans om de CO2-uitstoot terug te dringen, worden grootschalige stuwdamprojecten opnieuw een aantrekkelijk perspectief voor de niet aflatende energiehonger van industriële groepen. Neem nu Inga op de Congostroom in het westen van de Democratische Republiek Congo. De bouw van de stuwdammen Inga I en II stond tijdens de Mobutujaren haast symbool voor ‘witte olifanten': grootschalige infrastructuurprojecten waarvan de bevolking allerminst de vruchten plukte, maar die wel bijdroegen tot de groei van de staatsschuld en de corruptie. De bestaande dammen hebben trouwens nooit hun potentiële capaciteit aan stroom geleverd en de grote meerderheid van de bevolking in de buurt van Inga moet het nog altijd zonder elektriciteit stellen en kreeg nooit enige compensatie voor het verlies van gronden.

Als het van de World Energy Council (WEC) en enkele grote industriële groepen en banken afhangt, zal Inga tegen 2022 de grootste stuwdam ter wereld bezitten met een capaciteit van 39.000 MW of twee keer de elektriciteitsproductie van de fameuze en omstreden Drieklovendam in China.

De plannen voor het Grand Inga Project zijn vorige week tijdens een vergadering in Londen weer wat concreter geworden, al waren de direct betrokkenen niet welkom. De WEC weigerde vertegenwoordigers toe te laten van de Afrikaanse civiele samenleving - tenzij ze de uitdrukkelijke goedkeuring hadden van hun regeringen - of van de NGO International Rivers, die zich in dammenprojecten specialiseerde. Wel aanwezig in Londen waren ruim 100 vertegenwoordigers van regeringen, banken en industriële groepen die de gigantische investering van 80 miljard dollar zien zitten. Opmerkelijk feit: de Congolese regeringsdelegatie verliet vroegtijdig de vergadering zonder enig commentaar.

Officieel zou het privéproject via elektriciteitsvoorziening moeten bijdragen tot armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in Centraal-Afrika. Maar de plannen voorzien alleen in de bouw van een reusachtig pan-Afrikaans hoogspanningsnetwerk waarvan de uiteinden lopen tot Egypte en Zuid-Afrika. Vooral de energie- en mijnsector van Zuid-Afrika zijn vragende partij voor het Grand Inga Project dat ook de steun krijgt van SADC, de ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika, en de Afrikaanse Investeringsbank. Bij eerdere overlegrondes waren vertegenwoordigers van de lokale bevolking en de NGO's wel uitgenodigd, maar hun kritische opmerkingen werden blijkbaar niet op prijs gesteld. Eens te meer dreigen fouten uit het verleden te worden herhaald om de energiehonger van de industrie te stillen.

Weblinks

News From Africa

International Rivers (NGO)

International Rivers 2

Regio's: 

Lees ook

Wereldbank blundert bij bescherming Congolese regenwoud

De Amerikaanse Financial Times pakte begin december uit met het nieuws dat de Wereldbankgroep zware fouten begaat bij het beheer van de kwetsbare regenwouden van Congo. Eerder hadden milieuorganisaties zoals Greenpeace de illegale kapactiviteiten van grote houtexploitanten in het Congobekken al aangeklaagd. Ook het interne controleorgaan van de Wereldbank heeft een kritische doorlichting klaar die in januari door de raad van bestuur van de Bank zou worden besproken. Sinds 2002 heeft de Wereldbank al voor ruim twee miljard dollar aan leningen toegekend aan Congo, vooral in de sectoren mijn- en bosbouw, met de bedoeling het land na de verwoestende oorlogen weer op te bouwen.

Kaapverdië kiest resoluut voor windenergie

Energievoorziening in een kleine eilandstaat zonder eigen fossiele brandstoffen en met een snel groeiende economie (in 2006 +6,5 procent) is geen eenvoudige zaak. Kaapverdië kampt al jaren met grote problemen bij de productie van voldoende elektriciteit, vooral op het grootste eiland Santiago, waar zich ook de hoofdstad Praia bevindt. Totnogtoe wordt alle elektriciteit er opgewekt in centrales die op dure, want ingevoerde petroleum draaien. Al van in 2003 bestonden er plannen om ook alternatieve energiebronnen te betrekken. Het ligt voor de hand dat windenergie dan het eerst in beeld komt gezien de ligging van de eilanden in de Atlantische Oceaan ter hoogte van Senegal, waar het meestal stevig waait.