Op 2 april vergaderen de leiders van de grootste economieën uit het Noorden en het Zuiden in Londen, samen met de verantwoordelijken van de grote financiële instellingen. Op hun bord liggen heel wat dringende kwesties. Allereerst, hoe coördineren we de inspanningen om de mondiale economie opnieuw op de sporen te krijgen, en om de economische groei en de werkgelegenheid te stimuleren? Al even belangrijk, hoe krijgen we een beter financieel systeem: want als de banken, de nationale banken, het IMF en de Wereldbank hun job niet goed doen, lijdt de hele economie daar onder. Ter voorbereiding zien de ministers van Financiën elkaar nu zaterdag 14 maart. Voor een goed begrip, eigenlijk telt de wereld twee G-20 groepen. (zie voetnoot 1)
Maar we concentreren ons op de financiële G-20 en de top die eraan komt. Er komt immers heel wat kritiek op haar agenda en aanpak. En om te beginnen ligt haar legitimiteit onder vuur. Waarom zouden 20 landen, hoe groot ook, mogen beslissen terwijl we toch een Verenigde Naties hebben die alvast een pak democratischer zijn. Inhoudelijk begrijpen velen niet dat de falende financiële sector zomaar gered zou worden zonder die sector drastisch te hervormen: hij moet (opnieuw) functioneren in dienst van de economie en haar aan de nodige middelen helpen om welvaart voort te brengen, zodat de samenleving die welvaart kan aanwenden om voor iedereen een menswaardig leven mogelijk te maken.
Bedenkingen zijn er ook bij de al te makkelijke gelijkstelling van groei en werkgelegenheid. Want lang niet elke economische groei is welkom vandaag. Akkoord, het besef rijpt snel dat we nood hebben aan een zogenaamde groene economische groei. Toch blijft het oude denkkader te veel overeind. De economie kent nog altijd niet haar juiste plek. Ze moet leren dat het voortbrengen van welvaart begint bij het vaststellen van wat onze planeet aankan, anders eten we onze aarde op - wat meest onverstandig is. Dan komt het erop aan de prioritaire noden van alle mensen en samenlevingen voorrang te geven. En in dat kader komt het er dan op aan markten, ondernemerschap, handel e.a. economische mechanismen op de best mogelijke wijze in te zetten om die resultaten te behalen.
De onvrede van velen zal zich uiten op een internationale betoging in Londen op 28 maart. (DB)
(1) De G-20 die nu volle aandacht krijgt, ontstond in 1999 en bestaat uit de ministers van Financiën en de gouverneurs van de centrale banken van 19 landen. Daarbij zijn zowel de grootste rijke landen als de sterkste opkomende economieën: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Rusland, Saudi-Arabië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zuid-Korea; verder de Europese Unie, IMF en Wereldbank.
Daarnaast is er die andere G-20, een groep van nu 23 ontwikkelingslanden die zich manifesteerde op de WTO-conferentie in Cancun (Mexico) in 2003 en vooral belang hecht aan landbouw. Onder de leden China, India, Indonesië, Brazilië en Nigeria.
Websites
Klik voor website van de London Summit 2009
Klik voor website van de financiële G-20
Klik voor website van de G-20 van 23 ontwikkelingslanden
Klik voor Oproep Betoging 28 maart in Londen