Onder het Portugese EU-voorzitterschap komt op 19 en 20 november de EU-ministerraad voor Buitenlandse Zaken en Externe Betrekkingen samen in Lissabon. Hoog op de agenda staan de lopende onderhandelingen over de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA's) die de EU nog voor het einde van dit jaar wil afsluiten met de landengroepen van de ACP-landen. Dit zijn de landen waarmee de EU ooit de akkoorden van Lomé en Cotonou heeft afgesloten over voorkeursbehandeling van hun exportproducten bij toegang tot de EU. Die akkoorden moeten onder druk van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) worden aangepast aan de eisen van de vrije markt.
De Europese Commissie pleit ondertussen voor een tweestappenplan: voorlopige akkoorden over goederen met individuele ACP-landen of ACP-deelregio's tegen het einde van dit jaar. Dit als een eerste stap in de richting van ‘brede' EPA's tegen het einde van 2008. Critici verwijten de Europese Commissie dat ze niet heeft gewacht op de beslissing van de Raad. En dus de Raad voor voldongen feiten plaatst. Binnen de Raad is al weken een felle discussie aan de gang. Frankrijk is de grote boosdoener. Parijs heeft blijkbaar grote offensieve belangen op het oog in de dienstensector en wil per se dat er dit jaar nog volledige EPA's worden ondertekend. Frankrijk staat vrij geïsoleerd, alleen Spanje gaat nog wat mee. De andere lidstaten zijn het eens met de Commissie dat volledige EPA's niet meer haalbaar zijn en steunen het idee van ‘voorlopige' akkoorden die alleen over goederen zouden gaan.
Toch blijven er grote twistpunten bestaan over een hele resem zaken. Wat moet er bv. gebeuren met de landen die nog niet klaar zijn om akkoorden over goederen te ondertekenen? Zullen zij de huidige gunstige toegang tot de EU-markt verliezen en invoertaksen moeten gaan betalen? De Europese Commissie probeert de lidstaten ervan te overtuigen dat de meeste ACP-landen wel zullen tekenen en dat er dus geen alternatieven meer nodig zijn. Maar dat beeld blijkt geenszins te kloppen.
Het grote gevaar dat momenteel dreigt, is de desintegratie van regionale samenwerkingsakkoorden in het Zuiden omdat de individuele lidstaten hopen op een gunstigere aparte regeling met de EU. Uiteindelijk zouden de EPA's dus precies het tegenovergestelde veroorzaken van wat de EU oorspronkelijk wilde bereiken: meer regionale samenwerking. Desintegratie zal vooral de minst ontwikkelde landen het hardste treffen. Als Ivoorkust bijvoorbeeld voorstelt om 85% van zijn invoertaksen af te schaffen, moeten de andere (armere) landen in de regio eveneens zoveel bieden indien ze als regio samen willen blijven. De WTO laat immers niet toe dat er op een afgesloten akkoord wordt teruggekomen. De minst ontwikkelde landen kunnen een soepelere regeling dus wel vergeten. De EPA's zullen de regionale integratie uithollen. Het zullen ook akkoorden zijn die getekend werden omdat het moest, niet omdat ze goed overwogen of gedragen zijn.
"De elegantste uitweg is terugkeren naar de WTO en uitstel vragen", schrijft Marc Maes van 11.11.11 die de onderhandelingen in Lissabon volgt. Dat kan een reflectie op gang brengen over de relatie tussen handel en ontwikkeling. Het is alvast noodzakelijk de lat voor handelsakkoorden tussen rijke en (zeer) arme regio's een heel stuk lager te leggen.
Weblinks
EPA-update op de portaalsite 11.be
EPAs in het Europees Parlement 1