Home

China in de wereldeconomie: grootmacht of armoezaaier? (01/06/2006)

De discussie blijft woeden, is China nu een economische grootmacht of vooral toch nog een uiterst arm land? Het beste antwoord is dat China het één en het ander is.Maar laten we vooral enkele cijfers spreken over de Chinese economische ontwikkeling. Tussen 1990 en 2004 verdubbelt het aandeel in de economische wereldproductie van 2 tot 4% BNP. In reële koopkracht zou het aandeel zelfs 13% zijn. In 1983 is Japan goed voor 8% van de werelduitvoer en China voor 1,2%. Amper twee decennia later, in 2004, is Japan met 6,2% van de wereldexport voorbijgestoken door China dat al 6,5% voor zijn rekening neemt. Ja, China is flink op weg om de fabriek van de wereld te zijn in de 21ste eeuw.En zelfs als consument klopt China al meer dan eens de Verenigde Staten. China verbruikt meer steenkool (sinds 1986), meer staal (1999), meer gsm’s (2001) en meer vlees (1992). De VS consumeert wel nog drie maal meer olie, telt vijf maal meer PC’s en bijna tien maal zoveel auto’s.Schaduwzijde is dat China ook de snelst groeiende bijdrage levert aan de opwarming van de aarde. (01/06/2006)

Klik hier voor artikel 

Landen: 
Thema: 

Lees ook

China: waar is de harmonie gebleven?

In Mao's China was in principe iedereen gelijk. In feite waren de partijbazen met hun privileges beter af, en hadden ook de stedelingen het beter. In het China van Deng Xiaoping begon de kloof tussen arm en rijk, boeren en stedelingen, minderheden en Han-Chinezen snel te groeien. In het China van Jiang Zemin keerde de oude klassenmaatschappij helemaal terug, met tussen de rijken en de armen een vanuit het niets opgekomen middenklasse. In het huidige China is de kans op een sociale explosie zo groot geworden dat de communistische partij Confucius' ideaal over de harmonieuze samenleving heeft omhelsd. De erkenning van het gebrek aan harmonie had niet duidelijker kunnen zijn.

Goedkope Chinese producten op Afrikaanse markten: Chinese handelaren in de straten van Dakar

De Chinese export draait op volle toeren. Nu al zit China op een torenhoge berg spaargeld. Toch zijn er meningsverschillen over de werkelijke economische kracht van dit grote land. De één ziet er een bewijs in dat het zich onstuitbaar ontplooit tot de dominante wereldmacht. Een andere analist wijst erop dat China vooral toch exporteert naar Afrika en ziet dit als een zwaktebod. Voor ‘rijpere' markten zou het Chinese aanbod te weinig voldoen. Analisten en specialisten, gelukkig dat ze er zijn, maar ze verschaffen niet altijd duidelijkheid... en soms zijn ze ronduit fout of creëren ze zelfs verwarring.

China ontpopt zich ook als belangrijke hulpdonor

De laatste vijf jaar heeft de handelsrelatie tussen China en Afrika een enorme sprong voorwaarts gemaakt. 800 Chinese bedrijven zijn al actief in 50 Afrikaanse landen. Nu begint China zich ook duidelijk als hulpdonor te manifesteren. Vorig jaar was het officiële Chinese hulpbudget goed voor ruim 1,8 miljard dollar en tegen 2009 moet dit minstens verdubbelen. Het leeuwendeel ervan gaat naar Afrika. Bijna alle Chinese hulp is ‘gebonden', wat wil zeggen dat Chinese firma's met eigen personeel ook de uitvoering van de toegezegde hulp verzekeren van het begin tot het einde. Een praktijk die veel westerse donoren tot voor kort ook toepasten, maar onder druk van kritiek op misbruiken geleidelijk meer en meer verlieten.

Topman IAO pleit in Azië voor een sociale sokkel en voor basisinkomen

Vele Aziatische landen kennen een nooit geziene economische groei. Maar die levert niet zo veel nieuwe arbeidsplaatsen op. De vooral industriële groei van China is zelfs in grote mate jobless, ze creëert met andere woorden weinig of geen bijkomend werk.
Dit is een grote bron van ongerustheid voor Aziatische regeringen. Want de arbeidsreserve van hun continent is reeds 1,8 miljard werkenden groot. En tussen nu en 2015 neemt die nog toe met tweehonderd miljoen mensen.
De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft, voor het eerst sinds de lancering in Azië van haar campagne Waardig Werk, verantwoordelijken van regeringen, vakbonden en werkgevers uit twintig landen verzameld op een Forum in Peking.