Het is een paradox waar niet hard en dikwijls genoeg op gehamerd kan worden. Economische groei leidt op zichzelf niet tot een vermindering van de ongelijkheid. Zelfs een vermindering van het aantal arme mensen in een land vloeit niet voort uit louter economische groei.
Wel waar is dat lage inkomenslanden die zwaar lenen in het buitenland economisch sneller groeien dan het gemiddelde van die landen. Dat is het geval voor Bhutan, Ethiopië, Ghana, Laos, Mongolië, Mozambique, Oeganda, Senegal en Tanzania. Hun jaarlijkse groeipercentage tussen 2008 en 2013 lag ruim een procent hoger.
Maar slagen deze negen landen er op die manier in om ook de armoede meer terug te dringen? Het antwoord is neen, zes van deze groeilanden scoren daarin slechter dan het gemiddelde van de lage inkomenslanden. In vijf landen is het aantal armen zelfs toegenomen, niet alleen absoluut, ook relatief. Het aandeel van de armen in de bevolking stijgt er op jaarbasis: met 0,1 procent in Laos, 1,3 procent in Mozambique en 1,5 procent in Ethiopië tot zelfs met 2,8 procent in Oeganda en 3 procent in Senegal.
Ethiopië zag het inkomen per hoofd stijgen met zestig procent tussen 2005 en 2011; toch groeide het aantal Ethiopiërs dat moet leven van minder dan twee dollar per dag aan met liefst 5,4 miljoen.
In Ghana en Tanzania daalde de armoede licht, maar in Tanzania nog altijd minder sterk dan in vergelijkbare landen met veel minder schulden. Enkel Bhutan en vooral Mongolië presteerden sterker.
Al even opvallend: in zeven van deze negen landen met een hoge schuldgraad stijgt de ongelijkheid. (db)
Uw doordachte reacties zijn heel welkom op het emailadres infoATpala.be
Bron
The new debt trap: How the response to the last global financial crisis has laid the ground for the next, p.16-18
Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier