One year and a half into the COVID-19 crisis and slowly beginning to see the end of the tunnel, messages are still spread about the necessary changes in ‘the system’ to which this crisis will surely lead. But what changes? And what ‘system’? And how ‘necessary’ are they?
Society should overcome ‘silo’ thinking and leave our deeply rooted mental models reflected in policy sectors. This is the Chair’s Summary of a SDG Workshop organized by the Club of Rome EU-Chapter and European Public Policy Advisors in wich Dirk Barrez (Pala.be) participated.
Our commercialized media are no longer a lever for change, transformation or transition. And so-called education doesn’t bring about any fundamental change, let alone the necessary transitions of our failing systems. So, let's talk about solutions.
Action research confronts the Transition Network Civil Society with some challenges. Civil society organisations seem to lack the power to realise system-wide solutions – for example to regain the grip of society on the banking system after the financial crisis – or to push the political and economic world into that direction.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie. Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Woord in de kijker: structureel aanpassingsprogramma
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen. Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt. Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten. De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal. Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.