Accueil

Albanië: niet langer een ‘mislukte' staat

Velen zullen Albanië meteen associëren met een ruïneuze economie, met een straatarme en zelfs een ‘mislukte' staat. Maar verandering blijft altijd mogelijk. De economie doet het niet zo slecht en de armoede is aanzienlijk gedaald, volgens de Wereldbank zelfs met een kwart tussen 2002 en 2005. Er zouden nu nog 18,5 procent van de Albanezen onder de armoedegrens leven. Een belangrijke rol daarin spelen de overdrachten van de Albanese migranten.

Keerzijde van de medaille is dat de ongelijkheid tussen arm en rijk licht is toegenomen. En er is nog meer reden tot bezorgdheid. De economie is niet echt duurzaam te noemen: de invoer is groot, de binnenlandse productie veel te laag en investeringen gaan al te vaak gebukt onder politieke bemoeienissen en belangen. Corruptie blijft wijdverbreid en werkloosheid veel te hoog. En de centrale overheid heeft maar weinig aandacht voor de verderaf gelegen gebieden. In een treurige voormalige fabrieksstad als Elbasan zijn naar schatting tachtig procent van de mensen werkloos. Na de sluiting van het immense staalcomplex kwam er niets voor in de plaats.

Meest hoopgevend is dat er een nieuwe generatie aantreedt van Albanezen die hun land op betere sporen willen zetten. Bij hen is het zelfvertrouwen teruggekeerd dat hun ouders waren kwijtgeraakt.

Hoe interessant ook deze publicatie over Albanië, de Landenreeks moet zich toch eens bezinnen over het uitgavenbeleid. Tal van kleinere landen krijgen een eigen editie, maar voor een land als Mexico - groter en bevolkingsrijker dan alle andere landen van Midden-Amerika samen - blijven we dan zitten met een uitgave van 1999.

Uit het nieuwe Albanië Landenboek, auteur Hans van de Veen, 130 p., met foto's plus uitvouwbare overzichtskaart
Klik voor meer informatie en bestellen - de landenboeken zijn alfabetisch gerangschikt

Regio's: 
Landen: 
Thema: 

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.