Accueil

Hoe ageren werkenden best in groeiende tegenstroom?

Niet altijd valt het meteen op. Maar over bijna alle veertig interviews in het boek Voor de kost hangt die grote uitdaging: zijn werknemers ook morgen sterk genoeg om zich succesvol te verweren tegen vele dreigingen en gevaren? Derde en laatste deel van het essay ‘Wat leert ons Voor de kost?’
 

WAT LEERT ONS VOOR DE KOST? (3)

Pala aanbod - klik hier
€ 20 i.p.v. € 22,99 + gratis verzending

Werknemers merken – vol ongeloof, verongelijkt of kwaad - die maatschappelijke stroming die zich zo hard kant tegen vakbonden, terwijl in België toch de meeste werkende mensen er lid van zijn, in nogal wat sectoren zelfs vrijwel allemaal.

Er is de verwondering dat vele media weinig of geen aandacht hebben voor de kern van sociale kwesties, voor de redenen waarom werknemers betogen, actievoeren en soms ook staken, voor hun kijk op hoe we werken best organiseren en combineren met leven.

Al even grote verbazing leeft over het gemak waarmee de sociale zekerheid van iedereen wordt aangevallen en deels afgebroken, en over dat nieuwe samenspel van regeringen en werkgevers die de werknemers in de hoek weten te duwen en tot verliezende partij maken.

En dus vragen velen zich af hoe ze in die moeilijke context maatschappelijk moeten ageren met hun organisaties, hoe om te gaan met media of hoe te communiceren, hoe de eigen boodschappen uitgezonden en ontvangen te krijgen. Meer dan een geeft aan, met betogen alleen halen we het niet, die gedachte blijkt bij hen al lang gerijpt. Over ze hoe opnieuw aan zet geraken en het initiatief in handen krijgen, gaan de voorstellen heel diverse kanten uit.

De werknemersbeweging is eraan toe
om zich heruit te vinden. Maar hoe?

Velen laten horen dat vakbondscentrales meer moeten samenwerken, en dat de vakbondsstructuren eenvoudiger kunnen en mensen vooral niet in verwarring mogen brengen. Ook op andere terreinen is het tijd om uit de comfortzone komen. Zeker zouden ze de talloze nieuwe freelancers moeten organiseren in plaats van ze te vergeten. En er is een sterke nood aan sociale dialoog over nieuwe vraagstukken, bv. voor universiteiten de kwestie van de falende democratisering en de nefaste publicatiedruk. In een mondialiserende economie ligt al langer de kwestie van de internationalisering van de werknemersbewegingen op tafel.

Daarenboven is er het scherpe besef dat men politiek opnieuw meer moet wegen, maar hoe? Hier zijn de antwoorden heel schaars. Om ook economisch terrein te heroveren en een uitweg te vinden voor een altijd meer financieel gedreven kapitalisme, pleiten sommigen voor nieuwe coöperaties. Uit vele monden valt krachtig te horen: vorming van telkens nieuwe generaties werknemers is extreem belangrijk, verlies dit nooit uit het oog.

Wie enkel verdedigt, kan hopen niet te verliezen,
maar winnen is onmogelijk.

Zoveel wordt wel duidelijk, de werknemersbeweging is eraan toe om zich heruit te vinden, dat beseffen vele werknemers. Maar daarmee is lang niet uitgeklaard wat er allemaal zou en zal moeten gebeuren. Nog minder is zeker of hun beweging effectief een voldoende sterke veranderingsdynamiek zal ontplooien.

Hier speelt natuurlijk dat werknemers en hun organisaties uiterst succesvol geweest in het verleden: ze hebben dus veel te verdedigen en dat vreet energie. Maar wie enkel defensief speelt, kan hopen weinig te verliezen maar zal onvermijdelijk af en toe het onderspit delven. Vraag is dan hoe werknemers ook verstandig in het offensief kunnen gaan om opnieuw vooruitgang te boeken, in het belang van zichzelf, van de samenleving en van het milieu.

Het perspectief van de werkende mens

Om te eindigen, dit boek hanteert het perspectief van werknemers. Dat deed ik ook al met een boek vanuit het gezichtspunt van boeren en boerinnen, wereldwijd overigens nog altijd de veruit talrijkste beroepsgroep. (1) Die perspectiefkeuze is bewust. Vooreerst omdat het verhelderend is om diep binnen te dringen in het leven van die zovelen die de wereld door hun werk mee vorm en zin geven. En twee omdat economisch nieuws doorgaans wordt gedomineerd door het perspectief van bedrijven, vooral dan beursgenoteerde bedrijven, en van ondernemers: het is dus passend en noodzakelijk om de wereld ook vanuit andere uitzichten én inzichten te doorgronden.

De belangrijkste ondernemers zijn de maatschappelijke ondernemers.

Een laatste vaststelling die weinigen zullen maken, wil ik hier daarom expliciet aanhalen. Vele van de geïnterviewde werknemers, wellicht zelfs vooral diegenen die syndicaal meest actief zijn, zouden even goed ondernemers kunnen zijn – en ze zijn het ook zoals ik meteen probeer duidelijk te maken. Sommigen handelen als een heuse intrapreneur in het bedrijf waar ze werken. Anderen ontwikkelen nieuwe initiatieven binnen de werknemersbeweging en ageren als de maatschappelijke ondernemers ervan. Eén van hen overweegt zelfs echt om zelfstandige ondernemer te worden.

Ik onthoud vooral dat het maatschappelijke ondernemerschap van werkenden enorm belangrijk is. Het is essentieel dat ze dit, veel meer nog dan nu, weten uit te bouwen als ze succesvol beweging willen maken. Waarom? Om mensen in de toekomst hun noodzakelijke zeggenschap over hun werk te kunnen waarmaken en waarborgen. Om hen in staat te stellen de nodige greep op hun werk altijd opnieuw te realiseren. En omdat, zoals een aantal geportretteerden opmerken, er daarvoor werk zal moeten worden gemaakt van onder andere meer autonome vormen van werkorganisatie, van het organiseren en ondersteunen van die zovele freelancers en schijnzelfstandigen die vandaag tot de meest kwetsbare werknemers behoren en van het uitbouwen van coöperaties in tal van sectoren om mee de duurzame economie van de toekomst uit te bouwen.

Dirk Barrez

De auteur is hoofdredacteur van Pala.be.
Zijn nieuwste boek is Voor de kost. 40 mensen over hun job en echt werk.
Zijn vorige boeken zijn Transitie. Onze welvaart van morgen en Coöperaties. Hoe heroveren we de economie.


(1) Koe 80 heeft een probleem, Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie, 2007, 251 p.


Dit is de laatste bijdrage van het 3-delige essay 'Wat leert ons Voor de kost'?
Lees ook de vorige bijdragen:
Ik doe mijn job graag … maar - Wat leert ons Voor de kost? (1)
Straffe uitspraken, grote ambities - Wat leert ons Voor de kost? (2)


Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

 

Landen: 

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.