Accueil

De 'vriendenclub' van de Myanmar junta

Klik om te vergroten

Wie en wat houdt de junta van Myanmar overeind? Jan Servaes licht toe waarom dit bloedige regime niet meteen zal verdwijnen. Hij maakt duidelijk hoe een groot deel van de bedrijfswereld collaboreert en China een heel dubbelzinnige rol speelt.

Uit mijn vorige bijdrage Myanmar junta raakt internationaal geisoleerd, maar alsmaar bloeddorstiger tegen eigen volk zou men kunnen afleiden dat de dagen van de Myanmar junta geteld zijn. Dat lijkt me echter een voorbarige conclusie. De junta kan blijkbaar nog steeds rekenen op belangrijke economische, politieke en militaire 'supporters', zowel in binnen- als buitenland. Zo werden voor de tweede keer sinds februari eind oktober pro-juntabijeenkomsten gehouden in de Myanmarese hoofdstad Naypyitaw en andere steden met een sterke militaire aanwezigheid. Een mix van boeddhistische nationalistische monniken en aanhangers van door het leger gesteunde politieke partijen paradeerden met posters die hun steun aan het militaire regime afficheerden en de burgerverzetsbeweging als 'terroristen' aan de kaak stelden.

Een groot militair-industrieel complex

In mijn bijdragen over het Militair-Industrieel Complex in Pala van 21 april en 7 mei 2021 kan men reeds lezen dat benevens China, achtereenvolgens Singapore, Thailand, Hong Kong, Groot-Brittannië, Korea, Vietnam, Maleisië, Nederland en Japan de voornaamste investeerders in Myanmar zijn. En dat de Tatmadaw, het leger van Myanmar, aanzienlijke economische en politieke invloed uitoefent door de vele bedrijven dat het controleert.

Een rapport uit 2019 van de Independent International Fact-Finding Mission van de Verenigde Naties over Myanmar onthulde dat het leger in Myanmar twee grote holdings controleert en exploiteert: ‘Myanmar Economic Holdings Limited’ (MEHL) en ‘Myanmar Economic Corporation’ (MEC).

De ‘vrienden’ China, Rusland en de andere

Op het diplomatiek-politieke vlak heeft Myanmar altijd kunnen rekenen op China en Rusland. De Verenigde Naties werden in een patsituatie gemaneuvreerd door het Chinese en Russische veto. Meer nog, deze twee landen kondigden enkele dagen na de staatsgreep een strategisch partnerschap aan tegen inmenging en unilaterale sancties, waaronder sancties van de VS en de EU tegen de militaire leiders in Myanmar moeten worden verstaan. Het waren ook China en Rusland, samen met India, Israël en Oekraïne, die de Tatmadaw van het meeste wapentuig bleven voorzien.

Om dit alles toe te lichten wil ik twee onderwerpen verder uitspitten: de vergadering op 24 september van de Union of Myanmar Federation of Chambers of Commerce and Industry (UMFCCI) en de rol van China.

Het nationale en internationale Militair-Economische Netwerk

In Myanmar's economische hoofdstad Yangon heeft het regime getracht een façade van normaliteit te creëren door buitenlandse zakengroepen op 24 september 2021 uit te nodigen voor een persoonlijke ontmoeting. De bijeenkomst was georganiseerd door de in ongenade gevallen nationale bedrijfslobby, de Union of Myanmar Federation of Chambers of Commerce and Industry (UMFCCI), en voorgezeten door de door het leger benoemde Minister van Investeringen, Aung Naing Oo. Ondanks aanvankelijk protest van sommige buitenlandse en lokale bedrijven, konden de generaals troost putten uit het feit dat sommige zakengroepen beleefd zwegen over de crisis en geen probleem maakten om een door het leger benoemde minister te ontmoeten en te begroeten.

Officieel waren de Australische Businessvereniging (AustCham Myanmar), China Enterprises Chamber of Commerce in Myanmar (CECCM), de Myanmar-Hong Kong Chamber of Commerce and Industry (MHKCCI), de India-Myanmar Chamber of Commerce (IMCC), de Thai Business Association of Myanmar, de Korea Chamber of Commerce Handel in Myanmar (KoCham) en Israëlische en Maleisische bedrijfsgroepen aanwezig op de bijeenkomst. Businessgroepen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Japan en de Europese Unie lieten zich niet zien.

Zakelijke bronnen in Yangon wezen erop dat AustCham Myanmar de enige onder de aanwezigen was die zich eerder tegen het regime had uitgesproken. Critici zeggen dat het stilzwijgen van de anderen over de staatsgreep en de daaruit voortvloeiende crisis, terwijl ze stilletjes de junta ontmoeten, neerkomt op actieve steun aan de militaire autoriteiten.

De aanwezigheid van KoCham op de bijeenkomst van 24 september was een bijzondere bron van verlegenheid voor de Zuid-Koreaanse regering. Zij was immers de eerste buitenlandse regering die de parallelle regering van nationale eenheid (NUG) toestond een officieel kantoor te openen in Seoul. Hoewel KoCham-vertegenwoordiger Jerry Kim aan The Diplomat bevestigde dat het de ambassade niet heeft geraadpleegd over het besluit om de vergadering bij te wonen, heeft de kwestie de ambtstermijn van de vertrekkende Zuid-Koreaanse ambassadeur Lee Sang-hwa verkort. Posco, de grootste staalproducent van Zuid-Korea, verklaarde in april dat het de banden van zijn coatingbedrijf met de Myanma Economic Holdings Public Co. doorsneed vanwege de relaties met de militaire junta. Nu blijkt evenwel dat Posco niet van plan is het staatsolie- en gasbedrijf van Myanmar - onderdeel van het consortium met Posco – te sluiten. Posco argumenteerde dat het bedrijf belangrijk is voor het dagelijks leven van de bevolking van Myanmar, omdat 20 procent van het gas aan de binnenlandse markt wordt geleverd.

Ook andere kamers hebben expliciete banden met de overheid: de CECCM wordt voorgezeten door Liu Ying, de senior vertegenwoordiger van de staatsbank van China; terwijl Shirley Ng, de officiële secretaris-generaal van de Hong Kong Trade Development Council, de secretaris-generaal van de Myanmar Hong Kong Chamber of Commerce and Industry (MHKCCI) is. Deze kamers, evenals Indiase, Israëlische, Maleisische en Thaise bedrijfsgroepen, reageerden niet of weigerden botweg om commentaar te geven.

De bijeenkomst van 24 september heeft de woede gewekt van activisten en oppositie in Myanmar. “Buitenlandse kamers die deelnemen aan deze meet-and-greet met de militaire junta, legitimeren in feite een onwettige, terroristische entiteit. De militaire junta poogt haar heerschappij te verankeren en de inkomsten te verhogen om haar terreurcampagne te financieren', zegt Yadanar Maung, woordvoerder van de actiegroep Justice for Myanmar. “Buitenlandse kamers moeten staan voor mensenrechten en verantwoord ondernemen, maar deze kamers die samenwerken met de SAC doen het tegenovergestelde. Dit weerspiegelt ook een falen van het regeringsbeleid van de respectieve kamers, die geen van allen gerichte sancties hebben opgelegd sinds de illegale staatsgreep van het leger.”

Justice for Myanmar noemde het "betreurenswaardig" dat de Australische, Chinese, Hong Kong, Zuid-Koreaanse, Indiase en Thaise kamers "leden hebben met blijvende zakelijke banden met het leger van Myanmar en zijn conglomeraten, die de bevindingen van de VN-feitenonderzoeken hebben genegeerd en zodoende medeplichtig zijn aan de misdaden van het leger.”

Boycot van aan junta gelieerde producten en diensten

Sinds de militaire staatsgreep hebben anti-coup-demonstranten in het hele land opgeroepen tot een boycot van producten en diensten van aan het leger gelieerde of door het leger geleide bedrijven. Tot de meest prominente van de laatstgenoemde behoren Myanma Economic Holdings Limited (MEHL) en Myanmar Economic Corporation (MEC), die worden beheerd door het leger van Myanmar en beschikken over diverse portefeuilles die de bank-, vastgoed-, bouw-, mijnbouw-, voedsel- en drankensector omvatten. Kort na de staatsgreep werd een succesvolle boycot gelanceerd tegen Myanmar Beer, een joint venture tussen MEHL en de Japanse biergigant Kirin, waardoor de verkoop in mei met de helft daalde. Kirin moest in augustus 193 miljoen dollar afschrijven voor de gezamenlijke onderneming.

Het telecombedrijf van Tatmadaw, Mytel, een partnerschap met het Vietnamese ministerie van Defensie, is ook het doelwit geweest van een boycot, waarbij telecomtorens zijn aangevallen door People's Defense Forces. Volgens een schatting van een industriebron zijn de afgelopen weken meer dan 100 Mytel-torens beschadigd. Het kostte de telco minstens 24,9 miljoen dollar en een verlies van bijna 2 miljoen abonnees sinds februari. Deze week raakte bekend dat de financieel directeur van Mytel, Thein Aung, buiten zijn huis in Yangon door onbekende schutters was vermoord. Het lijkt de meest opvallende moord op een junta-lid sinds de staatsgreep.

Naast lokale boycotbewegingen, worden aan militairen gelieerde bedrijven en aanhangers van het regime ook sancties opgelegd door buitenlandse regeringen. Op 2 september heeft de Britse regering sancties opgelegd aan de Htoo Group, waarvan de eigenaar Tay Za een berucht wapenhandelaar is die nauwe banden heeft met de voormalige dictator Than Shwe. Tay Za staat in het bedrijfsleven van Yangon bekend voor het uitgeven van miljoenen dollars in de casino's van Singapore, met name de Marina Bay Sands.

"Door zijn uitgebreide banden met de voormalige en huidige junta-regimes heeft Tay Za steun verleend aan ernstige mensenrechtenschendingen door het leger te helpen bij het verkrijgen van wapens", zei het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken bij de aankondiging van de sancties. Het bevroor alle Britse activa van Htoo en verbood Tay Za het land binnen te komen.

De val van de kyat

Waarnemers verwachten dat de druk voor internationale sancties in het Westen zal blijven toenemen. Myanmar stevent nu af op een complete bank- en valutacrisis, waarbij de kyat is opgeblazen van ongeveer 1.300 voor de coup tot bijna 2.800 medio september ten opzichte van de Amerikaanse dollar; een verlies van meer dan de helft.

De beperkingen van de junta op het opnemen van contant geld en de pogingen om de geldstromen zwaar te controleren, in combinatie met de groeiende economische wanhoop bij de bevolking, hebben geleid tot massale opnames van contant geld van bankrekeningen. Pogingen van de Centrale Bank van Myanmar om in te grijpen, bijvoorbeeld door dollars op de markt te verkopen of exporteurs te instrueren om binnen de maand dollarwinsten te repatriëren, zijn volgens zakenmensen geen oplossing voor de lange termijn, aangezien het vertrouwen in het systeem is ingezakt. De waardevermindering van de kyat is daarom wellicht niet tijdelijk maar permanent.

Verschillende multinationale ondernemingen hebben hun activiteiten opgeschort of hebben Myanmar verlaten sinds de staatsgreep van februari omdat de veiligheidsomstandigheden en bedrijfsactiviteiten zijn verslechterd.

Het door het regime voorgestelde economische noodplan en begrotingsplan voor Myanmar (Myanmar Economic Recovery Plan) hebben weinig effect op de crisis gehad. Bronnen uit de industrie wijzen op de overeenkomsten tussen het MERP en de plannen van de afgezette regering. In het MERP heeft de junta voornamelijk het economische plan van de afgezette regering overgenomen, minus de sociale hervormingen. Het begrotingsplan kende evenwel meer dan 15 procent van het budget toe aan defensie-uitgaven, het hoogste van alle categorieën.

Tin Tun Naing, de minister van Financiën van de NUG, brandmerkte het MERP als "los van de realiteit". "Het slaagt er niet in de grondoorzaken van de economische ramp in het land te erkennen. De COVID-19-pandemie is verwoestend, maar het was de roekeloze staatsgreep van het leger en de gevolgen ervan die de economie van Myanmar hebben vernietigd”.

De politieke analist, Khine Win, beaamde deze mening. "Het militaire regime kan de economie niet redden, ongeacht de vorm van bedrijfs- of investeringsbeleid, omdat het uiteindelijk een politiek probleem is en er een zware schade is toegebracht aan het vertrouwen van de mensen.”

China's Janusgezicht in Myanmar

Voor de staatsgreep van 1 februari behoorde China tot de internationale toppartners van de nu oppositionele Nationale Liga voor Democratie (NLD). Van 2015 tot begin 2020, toen China zijn grenzen sloot vanwege COVID-19, maakte NLD-leider Aung San Suu Kyi vijf reizen naar China en ontmoette Xi Jinping vijf keer. Tijdens zo'n bezoek kondigde Xi aan dat hij zou samenwerken met de NLD-leiding om "gezamenlijk een gemeenschap van China-Myanmar met een gedeeld lot te creëren".

Reeds enkele dagen na de verkiezingen van november 2020 stuurde de Chinese president Xi Jinping een felicitatiebericht naar Daw Aung San Suu Kyi. In de verklaring beloofde Xi, in zijn hoedanigheid van algemeen secretaris van de Chinese Communistische Partij, dat China zou samenwerken met San Suu Kyi, met name bij het bevorderen van de betrekkingen tussen partijen en tussen regeringen.

Na de coup zag China Aung San Suu Kyi
en de NLD niet langer staan

Na de coup heeft China de contacten met de NLD evenwel onmiddellijk teruggedraaid. Een reeks brieven en verzoeken aan China van de NLD partij en van de parallelle ondergrondse NUG regering bleven maandenlang onbeantwoord. Pas in juli, na een felicitatiebrief van de NLD aan de Chinese Communistische Partij ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan, verbrak Peking eindelijk de stilte. Dit deed echter weinig om de houding van China met het juntaleger te veranderen. Integendeel, in de daaropvolgende weken breidde China op werkniveau de banden uit met de staatsraad van de junta (SAC) en nodigde hen uit om deel te nemen aan belangrijke bilaterale en multilaterale bijeenkomsten.

De Chinese regering stelt dat "de vriendschap tussen China en Myanmar openstaat voor alle mensen in Myanmar", en beweert stevige betrekkingen met de NLD te onderhouden, maar als we de acties van Chinese belanghebbenden van de afgelopen paar maanden nauwkeurig bekijken, ontstaat er een heel ander beeld: een dubbelzinnig Janusbeeld. Of, zoals Gareth Price van Chatham House stelt: “China kan het gevoel hebben dat het, ongeacht de uitkomst, de belangrijkste partner van Myanmar zal blijven. Maar dat gevoel kan een verkeerde inschatting zijn, want als het leger gedwongen wordt zich terug te trekken, kan dit resulteren in een meer uitgesproken anti-China-kanteling, waardoor zijn strategische belangen worden bedreigd”.

Dit roept de fundamentele vraag op: wat zijn de ware bedoelingen van China met betrekking tot de NLD en de bredere oppositie van Myanmar tegen het militair bewind? Jason Tower, de country director voor het Burma programma van het US Institute of Peace (USIP), poogt hierop in een goed gedocumenteerd artikel van 7 oktober 2021 een antwoord te geven. Ook de recente policy brief van Chatham House, het Britse Royal Institute of International Affairs, Who decides China’s foreign policy?”, daagt de conventionele wijsheid uit dat China functioneert als een unitaire speler in zijn buitenlands beleidsvormingsproces. In werkelijkheid is Pekings benadering van externe kwesties het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen talrijke subnationale autoriteiten met een breed scala aan doelstellingen. Het aantal centrale overheidsinstellingen, provinciale autoriteiten en grote staatsbedrijven met invloed op het buitenlands beleid van het land is toegenomen naarmate de internationale betrekkingen van China complexer zijn geworden.

Economische samenwerking

Na het besluit van China, begin augustus, om nauwer met de Staatsbestuursraad (SAC) van de junta samen te werken, haasten lokale en nationale Chinese functionarissen zich met initiatieven die de economische banden verdiepten. Alles kadert in het Belt and Road Initiative (BRI) in Myanmar.

Het centrum van deze activiteit was Lincang City, gelegen in de Chinese provincie Yunnan, over de grens van de Kokang Special Autonomous Zone (SAZ) van Myanmar en de thuisbasis van een enorme grensoverschrijdende economische samenwerkingszone van 3,5 vierkante kilometer.

Chinese overheidsdocumenten tonen aan dat de zone eind 2020 meer dan $ 31 miljard aan investeringen had gegenereerd. Het belangrijkste verkoopsargument voor de voornamelijk Chinese investeerders is de toegang die het biedt tot de Indische Oceaan via de haven van Yangon en het geplande Kyauk Phyu Port-project in de zuidelijke Rakhine staat.

Eind augustus sloot Lincang een overeenkomst met de commerciële autoriteiten van de junta om de handelsroute naar Yangon te openen: de China-Myanmar New Corridor. Het verbindt een nieuwe spoorlijn van 201 kilometer die begint bij Lincang en aansluit op het Chinese nationale spoorwegsysteem met een snelweg - voltooid in mei - die naar de grootste stad van Myanmar, Yangon en de haven gaat.

In september volgde de naburige provincie Guangxi het voorbeeld van Lincang en sloot nieuwe zakelijke deals met de junta via een aparte China-ASEAN Expo. De Expo organiseerde een tentoonstelling van een grote door China gesteunde industriële zone in Mandalay en zag de ondertekening van belangrijke deals over e-commerce tussen Chinese bedrijven en Myanmar-bedrijven uit de omgeving van de junta.

Diezelfde maand tekende een van China's grootste staatsbedrijven een deal om te beginnen met veldonderzoek voor het felbegeerde Kyauk Phyu Deep Sea Port Project.

Wederzijdse politieke steun

Volgens sommige internationale waarnemers was China aanvankelijk terughoudend om de junta volledig te omarmen. Daarom sloot China een deal met de Verenigde Staten om de zetel van Myanmar bij de Verenigde Naties (voorlopig) niet aan de door de generaals gekozen afgevaardigde te geven. Moet dit worden opgevat als een Chinese concessie aan de NLD? Niet wanneer de vertegenwoordigingsovereenkomst volledig wordt genomen; het laat immers de huidige vertegenwoordiger, een uitgesproken pro-NLD-aanhanger, effectief gemuilkorfd, stelt de South China Morning Post.

Andere belangrijke politieke ontwikkelingen versterken de perceptie dat een opkomende alliantie tussen China en de SAC verder gaat dan de economie.

Ten eerste, slechts twee dagen na de aankondiging van de VN-deal tussen China en de VS, benadrukte het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken in een persverklaring de rol die Myanmar in augustus had aanvaard als coördinator voor de China-ASEAN-relatie, en de wens van Peking om met Myanmar samen te werken om de China-ASEAN-relaties te verbeteren. De verklaring, waarin geen melding werd gemaakt van de politieke crisis, benadrukte ook de wens van China om door te gaan met de implementatie van de China-Myanmar Economic Corridor, duidelijk een geruststelling voor zijn zuidelijke buur na het sluiten van de deal met de VS bij de Verenigde Naties.

Ten tweede sprak het SAC-ministerie van Volksgezondheid begin september zijn steun uit aan China in de controverse over de oorsprong van COVID-19. Peking gaf de aankondiging prominente aandacht op de CCTV staatstelevisie en ook het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken benadrukte de steun van Myanmar.

Ten derde, toen de VN-Mensenrechtenraad medio september in Genève bijeenkwam, was Myanmar een van de 40 landen die een door China ingediende verklaring ondertekenden waarin buitenlandse inmenging gerechtvaardigd door "mensenrechten of democratie" werd veroordeeld. Dit is vooral significant omdat China sinds de staatsgreep heeft betoogd dat “westerse troepen” achter veel van het geweld zitten, en herhaaldelijk de noodzaak heeft geuit om “buitenlandse inmenging in Myanmar te voorkomen”.

Als kanttekening bij dit laatste punt kan ook opgemerkt worden dat 'mensenrechten en democratie' als universele waarden in almaar meer Aziatische landen onder druk staan. Nog afgezien van de vraag hoeveel ASEAN-landen 'democratisch' zijn, krijgt het Westen, en vooral de VS, vaak met verwijzingen naar het eigen 'verleden' lik op stuk.

De realiteit van partij-tot-partij betrokkenheid

De hervatting van de banden van de Chinese Communistische Partij (CPC) met de NLD volgde op een brief die de NLD stuurde ter herdenking van het 100-jarig bestaan van de CPC op 1 juli. Vervolgens nodigde de CPC Bo Bo Oo, de contactpersoon van de NLD voor de betrekkingen met China, uit om via videoverbinding deel te nemen aan een seminar voor Zuid- en Zuidoost-Aziatische politieke partijen voorafgaand aan de China-ASEAN Expo. Hoewel ook de Union Solidarity and Development Party (USDP) van het leger was uitgenodigd, was alleen de NLD te zien op de video die de Chinese staatsmedia van het evenement uitzonden.

Hoewel China zich opnieuw soepeler opstelt ten aanzien van de NLD, is er geen indicatie van Chinese warmte voor de parallelle, door NLD gedomineerde regering van nationale eenheid (NUG).

Integendeel, Chinese commentatoren hebben sinds de oprichting van de NUG betoogd dat Aung San Suu Kyi en de andere gedetineerde leiders van de NLD het misschien niet eens zijn met de ingeslagen weg. Daarmee trekken ze de legitimiteit van de NUG in twijfel.

De CPC heeft ook NLD-leiders gewaarschuwd om revolutionaire of destabiliserende activiteiten te vermijden. In plaats daarvan heeft het de NLD aangemoedigd om afstand te nemen van de NUG, en haar op 7 september uitgeroepen Verklaring van een "verdedigingsoorlog voor het volk".

Ondertussen herhalen Chinese staatsmedia de propaganda van de junta over de staatsgreep en verwerpen alle voorstellen van de NUG. Een cruciale stap van de NUG was bijvoorbeeld de nietigverklaring van de grondwet van 2008, waardoor het leger aanzienlijke bevoegdheden kon behouden. Veel etnische gewapende organisaties en figuren uit het maatschappelijk middenveld steunen dit NUG-standpunt volledig. Het officiële standpunt van China roept echter op om een einde te maken aan het geweld na de staatsgreep door middel van een politieke oplossing op basis van die grondwet.

China speelt met vuur

Een nadere beschouwing van China's standpunt dat "de vriendschap tussen China en Myanmar openstaat voor alle mensen van Myanmar" biedt aanvullende aanwijzingen voor de berekeningen van Peking ten opzichte van de NLD.

Peking blijft bezorgd over de risico's voor zijn strategische investeringen in Myanmar als gevolg van het groeiende anti-China sentiment. Sinds maart zijn Chinese projecten het doelwit van demonstranten en hebben ze tientallen miljoenen dollars aan schade berokkend.

Het openhouden van de lijnen met de NLD kan de relatie van China met het volk van Myanmar, dat de partij grotendeels blijft steunen, vergemakkelijken. China waarschuwt de Tatmadaw daarom om af te zien van het verbieden van de NLD, wat een reactie van de bevolking en verdere destabilisatie zou veroorzaken.

Maar China speelt een ingewikkeld spel. Zodanig maneuvreren dat de NLD een laagje legitimiteit geboden wordt terwijl de bredere NUG-beweging door China genegeerd wordt, brengt risico's met zich mee. Etnische gewapende groepen, het maatschappelijk middenveld en politieke partijen die samenwerken met de NUG stonden al wantrouwend tegenover de eerdere compromissen van de vorige NLD-regering met het leger. Een verbrijzeling van hun eenheid zou elke succesvolle politieke regeling kunnen opblazen.

Als China zich ernstig zorgen maakt over zijn langetermijnbelangen in Myanmar, moet het zijn aanpak radicaal heroverwegen. Het verklaarde beleid van vriendschap tussen China en Myanmar zou een uitgangspunt kunnen zijn, maar het moet erkennen dat het leger effectief een oorlog met het eigen volk voert. Er is geen manier voor China om deze vriendschap met het grote publiek te behouden terwijl het de junta overlaadt met erkenning, hulp en nieuwe zakelijke deals. China moet zich ook realiseren dat deze deals uiteindelijk kunnen mislukken als de junta niet in staat blijkt het land te besturen.

Kortom: China's delicate dans

Het interpreteren van China's delicate dans met de dictators van Myanmar is op zijn best gecompliceerd te noemen. China blijft contacten onderhouden met zowel de NLD als junta. Maar daar waar de NLD-connectie geen materiële steun oplevert, heeft Peking sinds augustus economische, diplomatieke en humanitaire activiteiten ontplooid die de banden met de militaire junta versterken en rechtstreeks ten goede komen.

Het Chatham House policy document lijkt dit te bevestigen. Verre van een goed georkestreerde eenheid te zijn, is de formulering en implementatie van het Chinese buitenlandse beleid in de machtscorridors van Peking vatbaar voor schermutselingen tussen centrale overheidsinstellingen, regeringen op provinciaal niveau en grote staatsbedrijven. Die werken allemaal voor hun eigen grotere autoriteit en budgettaire macht.

“Het zoeken naar consensus blijft een van de meest voorkomende vormen van besluitvorming binnen het Chinese politieke systeem. Aangezien China een belangrijke speler op het wereldtoneel is geworden, vereist de besluitvorming over het buitenlands beleid nu meer tijd en expertise dan in het verleden nodig was... Ondanks de ijzersterke benadering van president Xi van partijcontrole, blijft het besluitvormingsproces over het buitenlands beleid van China beweeglijk van aard, ondoorzichtig in uitvoering en grillig in coördinatie”.

Jan Servaes

De auteur was UNESCO-Chair in Communication for Sustainable Social Change aan de University of Massachusetts, Amherst. Hij doceerde ‘internationale communicatie’ en ‘communicatie voor sociale verandering’ in Australië, België, China, Hong Kong, de V.S., Nederland en Thailand, naast verschillende korte projecten aan ca. 120 universiteiten in 55 landen. Jan Servaes is hoofdredacteur van het Springer ”Handbook of Communication for Development and Social Change’' (2020).

Lees ook de vorige bijdrage Junta Myanmar: internationaal geïsoleerd maar almaar bloeddorstiger tegen eigen volk

Vind alle Pala artikels over Myanmar


Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Landen: 

Lees ook

UITVERKOCHT Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving

cover Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving

van Dirk Barrez

UITZONDERLIJK AANBOD 12 EURO i.p.v. 19 - verzending inbegrepen

Van overal reizen afgevaardigden naar het eiland Pala om het verhaal en het programma van de goede samenleving te schrijven, met een economie die eindelijk van ons is, die de aarde geen geweld aandoet en waarvan de welvaart eerlijk verdeeld raakt, met mondiale sociale zekerheid en een aardegebruiksrecht voor iedereen.

Aan al wie beweert dat het nastreven van utopieën gevaarlijk is, antwoorden we: ‘Hadden we dan geen welvaartstaten moeten afdwingen? Of geen gelijke rechten voor man en vrouw? Wij hebben de vrijheid om ons leven te verbeteren.’

Dit boek doorbreekt de crisis van de verbeelding en ziet wel alternatieven. De auteur durft opnieuw de grote verhalen brengen.

12,00 €