De huidige globalisering schept wel welvaart, maar ze creëert veel ongelijkheid. Dat ondervinden ze ook in China. Tien procent van alle Chinezen bezitten veertig procent van de private eigendommen, de armste tien procent van de bevolking moet het met minder dan twee procent van de rijkdom van het land stellen. Uit onderzoek van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen blijkt dat - ondanks de immense groei waarmee China de vierde economische grootmacht op aarde is geworden - de kloof tussen arm en rijk de voorbije twintig jaar dramatische proporties heeft aangenomen. De welvaartskloof is volgens het CASS vergelijkbaar met die in Latijns-Amerika.
Inwoners van Peking verdienden in 2005 gemiddeld 1732 euro per jaar. Wie in Qinghai woont, moest het stellen met de helft: 790 euro. De kloof tussen de steden en het platteland is nog groter. Boeren in Qinghai verdienen slechts 212 euro, een kwart van wat stedelijke inwoners verdienen.
De toenemende ongelijkheid wordt stilaan ook een politiek thema. Vele Chinezen zeggen gealarmeerd te zijn door de groeiende kloof tussen arm en rijk. De Chinese overheid heeft aangekondigd de inkomenskloof te willen bestrijden omdat ze een rem vormt op de uitbouw van een "harmonieuze samenleving". De Chinese bevolking denkt dat de groeiende kloof vooral wordt veroorzaakt door corruptie en illegaal verworven inkomsten.
IPS
Lees meer http://www.pala.be/hotnews.php?news=detail&id=01776