Home

Een Libanees is elke dag zijn eigen minister van Binnenlandse Zaken

De jongste jaren is Libanon opnieuw onrustiger geworden met vooral de inval van Israël, de moord op voormalig eerste minister Rafik Hariri en andere moordaanslagen, de Syrische bemoeienissen en het sterker wordende Hezbollah dat zijn plaats opeist.

Libanon is een land van minderheden. De bevolking bestaat uit christenen, druzen, sjiieten, soennieten en etnische minderheden als Armeniërs en Koerden. Die bevolkingssamenstelling zorgt sinds de stichting van de staat Libanon in 1943 voor binnenlandse tegenstellingen, onrust en geweld. Tel daarbij nog de komst van vele Palestijnen, in diverse golven gevlucht uit hun land, en recent ook van heel wat Iraakse vluchtelingen.
De verschillende milities, zowel van christelijke als van islamitische signatuur, bestrijden niet alleen elkaar, maar raken ook vaak slaags met geloofsgenoten. Vijftien jaar lang, van 1975 tot 1990, woedt er een zware burgeroorlog.

Een Libanees is elke dag de eigen minister van Binnenlandse Zaken, zo luidt een gezegde. Iedereen is door zijn geboorte bij een bepaalde confessionele groep ingedeeld, zelfs al gelooft hij of zij nergens in. In dit stelsel liggen nieuwe conflicten opgeborgen. De inwoners moeten voortdurend hun weg vinden in het precaire evenwicht tussen de verschillende groepen. En altijd is er wel een confessionele groep die zich achtergesteld voelt. De burgeroorlog is wel voorbij, maar het intern-Libanese conflict is niet verdwenen: het smeult verder en laait soms weer op.

Ook al is het een land van minderheden, toch zijn veel Libanese burgers loyaal aan hun vaderland. Vooral na de burgeroorlog nam het gevoel Libanees te zijn fors toe. Maar het blijft een gedeelde loyaliteit. De religieuze minderheid waartoe men behoort, blijft zeker even belangrijk. Voorlopig ontsnapt niemand aan die logica.

Uit het nieuwe Libanon Landenboek, auteur Lejo Siepe, 130 p., met fotos plus uitvouwbare overzichtskaart
Klik voor meer informatie en bestellen - de landenboeken zijn alfabetisch gerangschikt
_________________

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Zonder Europese militaire bases was oorlog in Irak, Afghanistan of Tsjaad onmogelijk, zeggen vredesactivisten

Met de enorme media-aandacht voor de als ‘historisch' bestempelde Amerikaanse presidentsverkiezingen overheerst al te vaak het beeld dat alleen de Verenigde Staten verantwoordelijk zouden zijn voor de oorlogsvoering in landen zoals Irak of Afghanistan. Maar ook Europa herbergt een uitgebreide militaire interventiemachine die noodzakelijk was - en nog altijd is - om die oorlogen gaande te houden. Onder de slogan ‘Oorlog vertrekt vanuit Europa' willen vredesactivisten daarom op 14 en 15 november in heel Europa de militaire interventiestructuur zichtbaar maken en de wereldwijde interventies aanklagen.

Vredesactie klaagt Belgische betrokkenheid bij oorlogen in Irak en Afghanistan aan

Hoe voelt het om te weten dat we met de trein rijden over dezelfde rails waarlangs het Amerikaanse leger materieel vervoert waarmee het ten oorlog trekt in Irak of Afghanistan? Die vraag stelden actievoerders van Vredesactie op 9 en 10 november, het weekend waarop we Wapenstilstand herdenken, aan treinreizigers en NMBS-personeel op tientallen stations in België. Want de voorbije jaren werden de Belgische spoorwegen en havens regelmatig gebruikt voor het transport van Amerikaans wapentuig naar het oorlogsgebied. De Belgische regering toonde zich in 2003 een tegenstander van de oorlogspolitiek van president Bush, maar legt deze wapentransporten geen strobreed in de weg. Ze verklaart gebonden te zijn aan de ‘geheime' NAVO-akkoorden uit 1971 met bondgenoot de VS.

Pro-interventielobby trekt maar geen lessen uit Irak: Iran, Soedan,...

De recente uitspraken over Iran van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, klonken als een regelrechte oorlogsdreiging aan het adres van Teheran. De reacties in het Midden-Oosten waren unaniem zeer negatief, uitgezonderd van Israël, het enige land in de regio dat over kernwapens beschikt. Zelfs een oorlog van enkele Europese landen zonder instemming van de VN-Veiligheidsraad zou te overwegen zijn, vindt Kouchner, om koste wat het kost te voorkomen dat Iran ooit over een atoomwapen zou beschikken. Wie nog geloofde dat dergelijke gevaarlijke onzin alleen maar uit het brein van een Amerikaanse neocon kan ontspruiten, moet dringend zijn mening herzien.