Home

Kritiek op Meles Zenawi's gebrekkig klimaatbeleid in Ethiopië

Met de VN-Klimaatconferentie van Kopenhagen in het vooruitzicht, was het thema van de klimaatverandering ook prominent aanwezig op de voorbije Algemene Vergadering van de VN in New York. Allerlei staatshoofden en regeringsleiders vroegen aandacht voor het thema. De ene al overtuigender dan de andere.

Vorige week ontstond beroering in de Ethiopische media over een uitspraak van eerste minister Meles Zenawi. Hij waarschuwde dat de Afrikaanse delegaties de VN-top in Kopenhagen vroegtijdig zouden verlaten als de rijke landen niet elk jaar met 200 miljard dollar over de brug zouden komen als compensatie voor de gevolgen van de klimaatverandering in Afrika. De industrielanden dragen het meeste bij tot de CO2-uitstoot en dus moeten zij maar betalen voor de wereldwijde gevolgen, zo luidde de redenering.

Rezene Hagos, een wetenschapper verbonden aan de universiteit van Addis-Abeba, is het daarmee grondig oneens. Hij verwijt Zenawi al te gemakkelijk de schuld op de industrielanden af te schuiven terwijl zijn eigen milieu- en klimaatbeleid zo lek is als een zeef. Bovendien legt Zenawi NGO's en mensenrechtenorganisaties die zijn autoritaire beleid in vraag durven te stellen, aan banden. Het is alsof een dief roept ‘houd de dief', titelde hij zijn opiniestuk dat op Pambazuka News verscheen. Uiteraard erkent Hagos dat de industrielanden - de VS, maar ook China en India - een bijzonder zware verantwoordelijkheid dragen bij de uitstoot van broeikasgassen. Maar klimaatverandering wordt eveneens veroorzaakt door de verwaarlozing van het natuurlijke landschap, de massale ontbossing en de uitdroging van meren en rivieren. En precies in een arm land als Ethiopië, waar ruim 85 procent van de bevolking afhankelijk is van de landbouw om te overleven, is dat letterlijk van levensbelang. Toch hebben de opeenvolgende Ethiopische regeringen op dat vlak zwaar gefaald, meent Hagos, ook de huidige die geleid wordt door de Ethiopian Peoples' Revolutionary Democratic Front (EPRDF) van Zenawi. In Afrika in het algemeen is de ontbossing en de bodemerosie die er een direct gevolg van is, nog verre van gestopt, terwijl elders in de wereld het belang van herbebossing wordt erkend. Afrika, en ook Ethiopië, waren beroemd om hun tropische wouden, maar verliezen in een snel tempo een waardevol bezit. Regeringen houden al te graag hun handen open voor westerse hulp, maar verwaarlozen hun belangrijkste rijkdom of verkwanselen ze voor kortetermijnwinsten.

Het overleven van de rurale bevolking van Ethiopië hangt af van het duurzame gebruik van het kwetsbare milieu en de voedselveiligheid. Sociale verandering en vooruitgang voor de armste bevolkingsgroepen kunnen maar worden gerealiseerd door zorgzaam om te springen met wat het land te bieden heeft, niet door het te vernietigen. Eens een gebied is uitgedroogd en verdord, is het zo goed als onmogelijk om dat te herstellen. Ethiopië kan zich immers geen dure technologie veroorloven. Bij het begin van de 20ste eeuw was 40 procent van het land bedekt met bos, nu nog nauwelijks een fractie daarvan. Elk jaar gaat 200.000 hectare bos verloren. Bossen houden water en grond vast, eens ze weg zijn, krijgt erosie vrij spel. Een recente studie toont aan dat het Ethiopische hoogland tot de ecologisch meest kwetsbare gebieden van Afrika behoort. Ten minste drie meren in de Riftvallei zijn al compleet opgedroogd. Andere zullen ongetwijfeld volgen. Een studie van een internationale NGO die waarschuwde voor de gevolgen van de uitdroging van het Awassa-meer werd totaal genegeerd door de regering-Zenawi, tot het bijna te laat was voor de inwoners van een nabijgelegen stad. Twintig miljoen Ethiopiërs zouden dit jaar bedreigd zijn in hun voedselzekerheid.

Meles Zenawi is erg bekommerd om zijn imago in het buitenland. Niet minder dan 62 procent van het staatsbudget komt van internationale donoren. De VS en Groot-Brittannië zijn goede bondgenoten. Kritiek op Zenawi's beleid is dan ook hoe langer hoe meer een doorn in het oog van de overheid die er alles aan doet om onafhankelijke stemmen uit te schakelen. Is het dan gepast, vindt Hagos, om hoog van de toren te blazen op een VN-top. (JVC)

Klik voor kritiek van Ethiopische wetenschapper Rezene Hagos (Universiteit van Addis-Abeba) op het klimaatbeleid van de regering van premier Meles Zenawi

Klik voor International Crisis Group-rapport  Ethiopia: Ethnic Federalism and Its Discontents

Klik voor Human Rights Watch: kritiek op toenemende druk op mensenrechtenorganisaties in Ethiopië

Klik voor Aigaforum, officiële site van de Ethiopische regeringspartij

Regio's: 
Landen: 
Thema: 

Lees ook

Illegaal elektronisch afval uit het Westen vergiftigt Ghana

In het West-Afrikaanse Ghana raakt de bodem zwaar vervuild door de illegale dumping van afgedankte westerse elektronica die vol gevaarlijke stoffen zit. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de internationale milieuorganisatie Greenpeace. In bodem- en slibmonsters vonden de Greenpeace-onderzoekers grote hoeveelheden schadelijke stoffen waaronder lood, weekmakers en dioxines. Een eerste grondig bodemonderzoek op diverse schrootmarkten in Ghana werd de afgelopen maanden uitgevoerd. Afgedankte elektronica-apparaten uit het Westen worden er op primitieve schrootmarkten gesloopt door kinderen, die vaak met blote handen recupereerbare metalen uit televisietoestellen en computers halen.

Grand Inga Project in Congo zonder inspraak van direct betrokkenen

De wedloop om Afrika's natuurlijke rijkdommen beperkt zich niet tot de ondergrond. Ook op het vlak van waterkracht biedt het continent enorme mogelijkheden en met de extra stimulans om de CO2-uitstoot terug te dringen, worden grootschalige stuwdamprojecten opnieuw een aantrekkelijk perspectief voor de niet aflatende energiehonger van industriële groepen. Neem nu Inga op de Congostroom in het westen van de Democratische Republiek Congo. De bouw van de stuwdammen Inga I en II stond tijdens de Mobutujaren haast symbool voor ‘witte olifanten': grootschalige infrastructuurprojecten waarvan de bevolking allerminst de vruchten plukte, maar die wel bijdroegen tot de groei van de staatsschuld en de corruptie.