Home

Servië blijft worstelen met onverteerd oorlogsverleden

Vijftien jaar geleden begon de blokkade van de Bosnische hoofdstad Sarajevo door de troepen van de Bosnisch-Servische milities van Radko Mladic en Radovan Karadzic. Beiden konden daarbij rekenen op de actieve steun van toenmalig president Slobodan Milosevic. Het zou de langste blokkade worden in de geschiedenis van de moderne oorlogvoering (1425 dagen) met 11.000 doden en tienduizenden vluchtelingen als gevolg. Mladic en Karadzic zijn sindsdien aangeklaagd voor oorlogsmisdaden door het Internationaal Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, maar zijn nog altijd ‘spoorloos’. De Servische regering heeft al herhaaldelijk beloofd – onder druk van de EU – de twee hoofdverdachten te zullen uitleveren, maar kan ze officieel niet vinden.  Bij een groot deel van de Servische bevolking genieten beide heren nog altijd de status van ‘nationale helden’. Op 10 april eindigde in Belgrado een opzienbarend proces tegen vijf leden van de beruchte Scorpions-militie.  Deze militie was onder meer verantwoordelijk voor de moord op Bosnische moslimburgers in de enclave Srebrenica in juli 1995. Het proces dat in december begon, wekte veel beroering in Servië, zowel bij radicale nationalisten, bij de nabestaanden van de slachtoffers als bij mensenrechtenactivisten van Women in Black die blijven hameren op gerechtigheid als voorwaarde om tot verzoening en duurzame vrede te komen.  Hoewel de bewijslast tegen een aantal militieleden overduidelijk was – de leider had de koelbloedige executie van de Bosnische burgers zelfs op video laten opnemen – pleitten de advocaten allerlei verzachtende omstandigheden en werd aangetoond dat het officiële Servische regime niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor de daden van deze militie. De intentie tot genocide vanwege de militieleden was duidelijk, maar niet wie de uiteindelijke opdrachtgever was. De Scorpions-commandant en zijn assistent kregen de maximumstraf van twintig jaar cel, de andere leden kwamen er vanaf met veel lichtere straffen omdat ze schuld bekenden. De moeder van een van de vermoorde jongens zei dat ze nu eindelijk de waarheid kende, maar dat ze geen gerechtigheid had gekregen. Voor Women in Black blijft het Servische volk de morele gevangene van zijn eigen onverwerkt verleden.

Mensenrechtenactiviste Jasmina Tesanovic hield een dagboek bij over het proces http://blog.b92.net/blog/22
Women in Black Belgrade http://www.zeneucrnom.org/index.php?lang=en

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Vrouwen in het zwart protesteren in Belgrado elke week tegen oorlog en straffeloosheid

Tijdens de begrafenis van Slobodan Milosevic kwamen nationalistische Servische groeperingen weer openlijk op straat om hun steun te betuigen aan de vroegere dictator. Milosevic, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van duizenden burgers uit Kroatië, Bosnië en Kosovo tijdens de burgeroorlogen die Joegoslavië deden uiteenvallen in de jaren negentig, geldt voor sommige Serviërs immers nog altijd als een ‘held’.