Home

Mondiaal basisinkomen sterkste troefkaart voor leefbare wereld

MIGRATIE EN ONTWIKKELING:
DE OLIFANTEN IN DE KAMER (3)

Het ontbreekt ons aan een ernstig migratiebeleid. En er is geen spoor van een ontwikkelingspolitiek die antwoord biedt op de gerechtvaardigde aanspraken van de armsten. Wat dan? Een mondiaal basisinkomen is de beste hefboom waarover de wereld beschikt om snelst en meest effectief welvaart en welzijn te verspreiden. Derde en slotdeel van de artikelreeks Migratie en ontwikkeling: de olifanten in de kamer.

Kan nu snel inzicht groeien dat basisinkomen
hefboom is om vele problemen aan te pakken?

Hoe hoog dat mondiaal basisinkomen zou moeten zijn is in eerste instantie niet de hoofdzaak. Ook al was ‘minstens een kwart euro per dag’ reeds in 1999 een manier om er aandacht voor te vragen. (1) Veel essentiëler is om de context goed te schetsen en te begrijpen waarom het potentieel van een mondiaal basisinkomen zo groot is.

Wat weten we over wat werkt?

Werk in behoorlijke omstandigheden en fatsoenlijk vergoed, blijft hét middel bij uitstek om de kost te verdienen en goed te kunnen leven.

Goed verspreid grondbezit, samen met een duurzaam beheer van velden, weiden, bossen en wateren, kan in vele landen tallozen aan de nodige productiemiddelen, werk en inkomen helpen.

Een gezonde planeet is voor ons allemaal het grootste kapitaal om welvaart blijvend te garanderen. Dat eist dus het nauwgezet respecteren van alle ecologische grenzen inzake o.a. klimaatverandering, biodiversiteit, watergebruik, luchtvervuiling enzovoort…

Een verstandige industrialisering die gebruik maakt van milieuvriendelijke technologie kan wonderen doen op het vlak van de werkgelegenheid en de inkomensverschaffing.

Heel weldadig zijn ook de publieke diensten waarin verantwoordelijke overheden voorzien, van veiligheid en openbaar vervoer tot milieubeleid en vele andere.

Echte duurzame handel, waarbij alle partijen hun voordeel doen, draagt daar bovenop nog bij tot de verspreide rijkdom.

Een kleinere en onder controle gehouden inkomensongelijkheid helpt sterk om welvaart en welzijn in het bereik van iedereen te brengen, en maakt dat mensen gelukkiger zijn, zelfs de rijksten.

Een stevige sociale zekerheid is overal rustgevend voor de oude dag en voor wie door tegenslag is getroffen, soms definitief, veelal tijdelijk. Dan biedt ze ook de noodzakelijke springplank om opnieuw aan zinnig werk te geraken.

Wat weten we over wat tegenzit?

Niemand moet zich voor de nabije toekomst te sterke begoochelingen maken.

Zelfs in het beste geval is er niet voor iedereen voldoende werk en zeker geen werk dat voldoende wordt betaald.

Zelfs in het beste geval heeft niet iedereen die daar moet van leven, voldoende productiemiddelen om in het eigen onderhoud te voorzien. Integendeel, de kwaliteit van landbouwland, weiden, viswateren en bossen is in stijgende mate aangetast. En dikwijls zijn ze ingepikt of zelfs vernietigd.

Zelfs in het beste geval worden vele menselijke prestaties die bijdragen tot welvaart en welzijn niet vergoed.

Zelfs in het beste geval zullen er mensen uit de boot blijven vallen en, vooral, hebben velen gewoon te weinig koopkracht om menswaardig te leven.

Zelfs in het beste geval overschrijden we nog een hele poos tal van milieugrenzen met een nefast effect voor een paar miljard mensen die in de eerste plaats afhankelijk zijn van het natuurlijke kapitaal voor hun bestaanszekerheid.

Zelfs in het beste geval blijken overheden dikwijls onmachtig om de noodzakelijke publieke goederen te leveren, laat staan om de transitie van hun economieën tot sterke sociaalecologische welvaartsmachines op een snelspoor te krijgen.

Zelfs in het beste geval blijft er een erg ongelijke inkomensverdeling en stijgt de inkomensongelijkheid zelfs nog op vele plekken.

Zelfs in het beste geval blijft een uitgebreide en effectieve sociale zekerheid voor de meeste mensen een onbereikbare droom.

Mondiaal basisinkomen kan ontwikkelingskloof overbruggen

De tweespalt tussen wat zou moeten en wat is, blijkt reuzengroot. Er heerst al decennia een diepe kloof tussen de noodzakelijke verstandige sociaalecologische ontwikkeling - die we in elk geval moeten nastreven maar slechts tergend traag vordert – en de weerbarstige realiteit.

Meest van al is menselijk en politiek onvermogen daarvoor verantwoordelijk. Er is dus een diepe nood aan een sterke impuls, een heuse versneller om die decennialange onmacht en lethargie te doorbreken en eindelijk effectief en vliegensvlug uit te breken met de gewenste ontwikkeling.

Het basisinkomen is er voor iedereen,
onvoorwaardelijk, omdat alle mensen
recht op waardig leven hebben.

Daar komt dan het basisinkomen voor de dag, het geschikte alternatief voor de mondiale samenleving om elk van haar leden volwaardig te erkennen en ontplooiingsmogelijkheden te geven. Want wat is het basisinkomen? Het is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk, omdat alle mensen recht op waardig leven hebben.

Als het basisinkomen voor volwassenen voldoende hoog is, vermijdt het dat mensen armoede lijden. Het ontslaat de overheid van de druk om onnuttige en belastende jobs te behouden of te creëren.

Dat er onvoldoende nuttig betaald werk op de mensen ligt te wachten is een belangrijke reden om aan een basisinkomen voor iedereen te denken, maar er zijn nog andere voordelen. In een samenleving die duurzaam produceren hoog in het vaandel draagt, krijgt ook ‘de economie van het genoeg’ concrete inhoud en betekenis. Als iemand ervoor kiest om rond te komen met een basisinkomen en de samenleving dus de kosten bespaart van inschakeling in het arbeidsproces, kan dat evengoed maatschappelijk gewaardeerd raken. Dat hoeft echt niet als luiheid veroordeeld te blijven.

Het basisinkomen is meteen ook een erkenning van niet of ondergewaardeerde bezigheden zoals huiselijk werk, kinderen opvoeden en andere gezinszorg, de kwaliteit van het eigen leven en dat van anderen bevorderen, zelfontplooiing of vrijwilligerswerk.

Tergend-realistisch: voor iedereen
mondiaal basisinkomen van 0,5 euro per dag

Een sleutelvraag blijft natuurlijk of een basisinkomen wel betaalbaar is. In de rijke industriële samenlevingen is dat inderdaad haalbaar. Is dat basisinkomen dan een luxe die arme landen zich niet kunnen veroorloven?

Op het eerste gezicht is dat zo, maar als we de wereld globaal bekijken en daarbij onze verbeelding én ons verstand gebruiken, komen we tot een tergend-realistisch voorstel: voor iedereen alvast een mondiaal basisinkomen van een halve euro per dag.

Wat moet dat kosten? We zijn met 7,53 miljard mensen op deze wereld (2017), dat is dus 1.375 miljard euro per jaar. Is dat veel? Niet echt. Ook al is het ver van ideaal, we behelpen ons met het wereldinkomen voor een snelle berekening. Dat is met 68.822 miljard euro vijftigmaal groter dan we nodig hebben. (2) Met een belasting op het wereldproduct van amper twee procent kan elke wereldburger dat basisinkomen van een halve euro per dag krijgen.

Een wereld van verschil

Voor de meeste rijke wereldburgers is dat mondiale basisinkomen natuurlijk een peulenschil. Toch moeten ze het krijgen. Het herinnert hen eraan dat zij niet alleen op de wereld leven én dat velen met wel heel weinig moeten rondkomen. Voor de armere wereldburgers zou het basisinkomen een erkenning zijn van hun bestaan. Die halve euro per dag betekent voor enkele miljarden mensen een wereld van verschil. In de armste landen zouden velen hun inkomen op die manier liefst verdubbelen.

De sokkel van een mondiaal sociale zekerheidssysteem

Natuurlijk zijn er bedenkingen en tegenwerpingen te formuleren. Mogelijk merkt iemand op dat een halve euro te weinig is om uit de armoede weg te raken. Dat vergt wat overtuigingswerk.

Het basisinkomen is geen vervanging
voor goed werk en sociale zekerheid.

Ten eerste moet zo'n basisinkomen opgeteld worden bij het (vaak karige) inkomen dat de mensen nu al hebben. Het basisinkomen is geen vervanging voor degelijk en fatsoenlijk betaald werk, en evenmin vervangt het de sociale zekerheid voor wie b.v. ziek of gehandicapt is; het staat daarnaast of daaronder. Eigenlijk is het de sokkel van een mondiaal sociale zekerheidssysteem dat elke samenleving naar eigen inzicht en mogelijkheden verder kan uitbouwen. Elke samenleving kan ook vrij beslissen om haar basisinkomen veel groter te maken dan het mondiale.

Aantrekkelijke stimulans voor duurzame economie

Ten tweede zal de verhoogde koopkracht een enorme stimulans meebrengen voor de lokale economieën, wat voor meer bedrijvigheid, werk en dus extra inkomen zal zorgen. Meer nog, de evenwichtiger gespreide koopkracht zal de immense basisbehoeften aan drinkbaar water, voedsel, huizen en onderwijs eindelijk en prioritair bevredigen zodat armoede duurzaam wordt bestreden.

Het basisinkomen is dus een hefboom voor een krachtige sociaalecologische economische ontwikkeling die vooral inspeelt op de lokale noden en meest verzoenbaar is met de ecologische grenzen.

Ten derde is er eigenlijk niets op tegen om zo nodig niet twee, maar vier, acht of zelfs meer procent van het wereldinkomen te herverdelen.

Stimulans voor actieve overheden

Ten vierde moeten lokale overheden natuurlijk werk blijven maken van gezondheidsvoorziening, onderwijs, landverdeling, watervoorziening, wegen, openbaar vervoer, sociale zekerheid, degelijk bestuur enz. Het is vanzelfsprekend niet onverschillig hoe goed of slecht landen worden bestuurd.

Cruciaal voor arme landen is dat de inkomensoverdracht door het basisinkomen naar al hun burgers hen van een prima draagvlak voorziet om veel succesvoller publieke goederen en voorzieningen te kunnen uitrollen.

Voedingsbodem voor internationale samenwerking

Ten vijfde blijft er internationale samenwerking nodig om bijvoorbeeld het versterkte broeikaseffect te bestrijden, om snel een duurzame internationale economie uit te bouwen, om kinderarbeid te beteugelen en sociale regels te doen respecteren, om oorlog en geweld te keren en een veiliger wereld te maken, om speculatieve en ontwrichtende financiële stromen te controleren én om voor iedereen het basisinkomen te garanderen.

Dergelijke samenwerking zal een veel vruchtbaarder voedingsbodem vinden dan vandaag; net omdat het basisinkomen voor vele samenlevingen, hun economieën én hun overheden de weg opent naar inkomensverhoging voor de meeste mensen, een duurzamer economie, betere publieke voorzieningen en sociale zekerheid; en omdat die verbeteringen snel zichtbaar en voelbaar zijn. Als die kopzorgen verminderen, komt er ruimte om tegelijk ook constructief de mondiale en internationale uitdagingen aan te pakken.

De lont die wereldwijd echt
duurzame ontwikkeling laat ontbranden.

Natuurlijk is het wereldbasisinkomen geen tovermiddel dat alle wereldproblemen oplost. Maar bekijk het in dit ruimere kader. Dan kan het de lont zijn om een ontwikkeling te laten ontbranden die én ecologisch duurzaam is én sociale rechtvaardigheid weet te brengen in de wereld.

Een ambitie, even wervend als achturendag of betaalde vakantie

Want welk ontwikkelingsmodel presteert beter dan een basisinkomen - waarover iedereen volledig vrij kan beschikken – dat als geen ander inkomens herverdeelt en welvaart voor iedereen creëert? Meer nog, die halve euro per dag is een ambitie die even mobiliserend en wervend kan werken als eisen uit het verleden, zoals de achturendag, het algemeen stemrecht voor man én vrouw, de betaalde vakantie of de afschaffing van de slavernij.

Wie moet dan het basisinkomen garanderen? Dit lijkt me in principe en op termijn een opdracht voor de Verenigde Naties. Wie wil argumenteren dat dit onmogelijk zou zijn, moet beseffen dat deze ambitie veel makkelijker te verwezenlijken is dan de ‘onmogelijke’ opdracht waarmee men nu kampt, namelijk de wereld willen ontwikkelen met allerlei onvruchtbaar gebleken modellen en programma’s. (3)

Radicaal en dus pragmatisch, utopisch en dus realistisch

Het mondiaal basisinkomen lijkt misschien radicaal of utopisch of een ‘te simpele’ oplossing. Maar er zijn geen fundamentele hinderpalen. We kunnen het simpelweg verwezenlijken, zeker als we daarbij het nodige pragmatisme en realisme betonen.

Ook als het niet meteen wereldwijd in te voeren is - wat te verwachten valt natuurlijk, want we kiezen altijd te traag voor de beste oplossingen - kunnen we alvast een vliegende start nemen op tal van plaatsen en met de meest diverse initiatiefnemers.

Landen, regio’s, provincies of zelfs gemeenten kunnen bilaterale overeenkomsten sluiten over de invoering van een basisinkomen, misschien eerst voor arme plattelandsstreken. Heel veel initiatieven uit de samenleving kunnen een dynamische ontplooiing ervan bevorderen. De meest klaar kijkende NGO’s zouden een stimulerende rol kunnen spelen. De Europese Unie en andere regionale en internationale organisaties kunnen de dynamiek van het basisinkomen verder voortstuwen.

Laten we dus vooral geen bezwaren verzinnen maar hier werk van maken en de basis leggen voor een mondiale economie en samenleving die iedereen laat leven. Zo kunnen mensen ook voluit en uit vrije wil de keuze maken om in eigen dorp, streek of regio hun toekomst uit te bouwen en niet te moeten migreren.

Dirk Barrez
De auteur is hoofdredacteur van Pala.be. Zijn recentste boeken zijn TRANSITIE. Onze welvaart van morgen en Coöperaties. Hoe heroveren we de economie?

(1) Deze bijdrage is in grote mate geïnspireerd op het hoofdstuk Voor iedereen een mondiaal basisinkomen van minstens een kwart euro per dag in het boek Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw. (uitverkocht, klik hier voor het e-boek dat sinds 2001 integraal te lezen is op pala.be met als titel Ik wil niet sterven aan globalisering) Dezelfde gedachtegang is later hernomen in de Pala opinie van 22 oktober 2003.

(2) Aan koopkrachtpariteit gerekend is het zelfs 112.208 miljard euro, wat ruim tachtig keer meer is dan we nodig hebben.
Bron is Wereldbank, omrekening dollar-euro aan koers eind oktober 2018.

(3) Daarenboven zou de VN daarmee hét instrument van inkomensherverdeling worden op onze wereld en zich voorgoed op de wereldkaart plaatsen als een overheidsdienst voor elke wereldburger. Meteen bewaakt de VN ook het eerste mensenrecht van iedereen, het recht op bestaan.

De inkomsten kan de VN halen uit een mondiale belasting op internationale financiële verrichtingen, op het verbruik van fossiele brandstoffen en op andere activiteiten die de leefbaarheid van onze wereld ondermijnen en bijna uitsluitend rijke mensen treffen. Die fiscale bevoegdheid zou meteen ook aanzienlijk bijdragen tot de geloofwaardigheid van een echt mondiaal VN-bestuur. Vanzelfsprekend kan dit alles maar doorgang vinden als die Verenigde Naties ook een door en door democratische organisatie zijn.

Lees ook de andere bijdragen van deze artikelreeks:
Voor wanneer een voldragen migratiepolitiek? - Migratie en ontwikkeling: de olifanten in de kamer (1)
Ontwikkelingssamenwerking biedt geen oplossing - Migratie en ontwikkeling: de olifanten in de kamer (2) 

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook

Landbouw en natuur "lichtpuntje"? Zo schiet noodzakelijke transitie niet op

Het begrip transitie haalt volop de media, meestal in combinatie met klimaat. Ook fundamentele oplossingen belanden op tafel met de Europese 'Green Deal'. Toch dringt onvoldoende door dat transitie in zowat alle sectoren moet, zeker ook landbouw: zelfs de Vlaamse milieubeweging focust op lichtpuntjes in de marge.