Flits honderd jaar terug in de tijd, zwarte armoede is dan nog bijna overal tastbaar aanwezig in Europa, algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen nog een verre droom.
Nog maar zestig jaar geleden kreunt dit continent onder een wereldoorlog die tweeënvijftig miljoen mensenlevens eist. Dat inferno volgt op de puinhoop van een gekapseisde wereldeconomie en massaal door dictaturen weggespoelde democratieën.
En amper vijftien jaar geleden leefden de Europeanen nog verdeeld aan weerszijden van een IJzeren Gordijn waarlangs permanent meer dan één miljoen mensen vechtensklaar gelegerd lagen.
Er is geen mens die het kan ontkennen : het vergaat de meeste Europeanen op tal van vlakken veel beter. Nooit waren we met zo velen zo goed opgeleid, vrij en welvarend, nooit leefden we zo lang, zonder schrik om onze mening te zeggen, zonder vrees voor repressie, broodroof, oorlog, geweld, laat staan voor honger.
Toch kan en moet het nog beter.
Want de inkomensongelijkheid neemt stilaan (opnieuw) toe in onze samenlevingen, we lijken te vergeten dat welvaart niet alleen voldoende geproduceerd maar ook voldoende verdeeld moet raken. Extreemnationalisme vergiftigt de publieke discussie omdat het verdeeldheid schept en geen oplossingen biedt. Het spoor vinden van een ecologisch duurzame economie valt ons moeilijk. We profiteren nog altijd van de grondstoffen en de goedkope arbeid van armere landen. En we huldigen een hypocriete houding over migratie, waarbij migranten officieel niet welkom zijn maar ze wel aan het werk gesteld worden in min of meer verborgen hoeken van onze economie, voor armoelonen en zonder sociale rechten.
Onze Europese welvaartstaat is vrij stevig gegrondvest. Maar als we deze problemen onophoudelijk laten voortwoekeren, tasten ze de bodem ervan aan. Bovenop zijn we geplaagd met vele politici die geen visie ontwikkelen op hoe we ons welvarende Europa verder willen uitbouwen, nog minder zijn ze daar de warme verdedigers van op het publieke toneel en allerminst zien ze Europa als een hefboom om de problemen van onze wereld aan te pakken.
Maar het was niet met jammeren dat de Europeanen het nu zo goed hebben, dat de arbeidersbeweging de werkende mens rijk maakte, dat de democratieën het fascisme overwonnen, dat we opnieuw de kans krijgen om een Europees project voor alle Europeanen in west en oost op stapel te zetten. Het is dus niet met vandaag te kankeren op een onvolgroeid, slecht werkend of zelfs ondemocratisch Europa - en dan Europa vervolgens af te wijzen - dat wij en de rest van de wereld daar beter van worden.
Neen, we mogen en moeten dromen van een beter Europa. Ons Europa moet van onder tot boven democratisch en door en door sociaal zijn. Ons Europa moet haar culturen respecteren. Ons Europa moet steunen op een duurzame en heel gemengde economie waarin vanzelfsprekend ruimte is zowel voor bedrijven en zelfstandigen als voor coöperaties, scholen, mutualiteiten en andere maatschappelijke spelers zonder winstbejag, en voor overheden die sturen in de richting van het algemeen belang. Dit is economie in de meest brede betekenis: alles wat welvaart en welzijn creëert. Zulke economie vervult de behoeften en dient de ambities van de Europeanen en hun samenlevingen, zulke economie eerbiedigt het milieu. Het zijn die opvattingen over ons Europa die we best verankeren in onze grondwet.
Als we dit Europa willen en vorm geven, kunnen we ook dromen dat het zich niet afkeert van de wereld (wat toch niet lukt). Een toekomstig Europa dat fier is op zijn democratische besluitvorming, fier op zijn sociale prestaties, fier op zijn pluralisme, fier op de duurzame economie die het aan het bouwen is kan zich ontplooien tot een sterke en betrouwbare partner voor al wie op onze aardbol werk wil maken van een wereld waar minimale welvaart in het bereik komt van alle mensen, het samenleven democratisch functioneert en het milieu immens belangrijk is.
Wanneer Brazilië, Argentinië en andere Latijns-Amerikaanse landen zich eindelijk willen verenigen, wanneer Afrikaanse landen moeizaam hun samenwerking op poten zetten, wanneer de Islamitische wereld werk maakt van democratisering - allemaal evoluties die veel te weinig aandacht krijgen – dan kan ons Europa een gedroomde partner zijn voor hen. Want we hebben gelijklopende visies en belangen. We hebben allemaal belang bij een wereld waarin landen en regio’s overal kansen krijgen om van hun economieën echte welvaartsmachines te maken, waarin mensen genoeg verdienen om goed te kunnen leven, waarin de aarde waarvan wij de vele vruchten plukken niet geplunderd wordt, waarin democratie geen loze kreet is en waarin geweld geen kans krijgt.
Het is ons gezamenlijk belang dat een sterk democratisch Europa samenwerkt met zoveel mogelijk regio’s en landen en met hen die beloftevolle weg inslaat. Alleen zo kunnen we weerwerk bieden aan degenen die nu kiezen voor oorlog, voor politiek fundamentalisme of voor economisch extremisme en egoïsme. Alleen zo kunnen we o.a. de sociale regels van de Internationale Arbeidsorganisatie overal doen gelden, kan een versterkt Kyoto akkoord ook echt het broeikaseffect aanpakken, kunnen we met de Verenigde Naties oorlog en terrorisme bestrijden en eindelijk wereldwijde inkomensherverdeling realiseren.
We hebben geen keuze. We moeten betere Europeanen zijn om betere wereldburgers te worden. Straks in het stemhokje is onze Europese stem minstens even belangrijk als onze Vlaamse stem.
Dirk Barrez, journalist en auteur, 25 mei 2004
Reageren en meedenken kan op ons forum, onder het discussiethema Kunnen we democratisch samenleven? Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.
Overname van de brief door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding: Dirk Barrez, PALA nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag met een mail naar info@globalsociety.be
Voor wie nog meer discussiestof wil, surf naar het boek op deze site en lees vooral deel 10 ‘Kunnen we democratisch samenleven?’. Ook deel 11 ‘Nieuwe en oude bedreigingen voor vrede en democratie’ biedt discussiestof.
Deze opinie verscheen in De Standaard op 25 mei 2004