Home

39. Als het om duurzaam ondernemen gaat, volstaan bedrijfscodes en labels niet

Veruit de meeste welvaart op aarde wordt voortgebracht door ondernemende mensen en organisaties, of het nu gaat om collectief producerende levensgemeenschappen, om kleine zelfstandige boeren, handelaars of nijveraars, om coöperaties, om kleine of middelgrote ondernemingen of om grote bedrijven tot de echte multinationals. In dat geheel nemen de privé-ondernemers en bedrijven het grootste deel voor hun rekening. Reden genoeg om het dus te hebben over de voorwaarden waarin die activiteiten kunnen gebeuren. (1)

In de economie leeft al langer een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.

Zijn ze economisch niet verlieslatend, maar winstgevend? Zijn ze met andere woorden rendabel? Met die vragen heeft het bedrijfsleven al héél lang ervaring.

Welke zijn de gevolgen van de bedrijfsactiviteit voor de mensen in en rond het bedrijf, voor alle mensen die op één of andere wijze te maken hebben met die activiteiten, voor de samenleving dus? De trend om ook de sociale balans op te maken, is véél recenter. Die kentering is er vooral op het einde van vorige eeuw gekomen met internationale acties tegen de slechte arbeidsomstandigheden van mensen die werken voor multinationals zoals Nike of Benetton.

Wat is ten derde de impact van de ondernemingsactiviteiten op het milieu? We moeten leren dat onze aarde als een ontzettend kostbaar kapitaal moet worden beschouwd. Dus moeten ondernemingen ook leren om de ecologische winst- en verliesrekening te maken van wat ze doen. Het was vooral de campagne in 1995 tegen het dumpen van het olieplatform Brent Spar door Shell die bij vele bedrijven de knipperlichten heeft doen branden.

Als we dit alles in één begrip willen vatten, spreken we best van verantwoord of van duurzaam ondernemen, de ondernemingsactiviteiten moeten economisch leefbaar, sociaal verantwoord - d.i. de samenleving in al haar facetten respecteren - en ecologisch duurzaam zijn.

Duurzaam ondernemen? Ja maar...

Het lijkt er sterk op dat het bedrijfsleven de weg van duurzaam ondernemen opzoekt onder druk van de consumenten. Als antwoord komen er bedrijfs- en gedragscodes en een regen van initiatieven onder de noemer van het nu modieuze corporate social responsibility. We beleven een inflatie van ecologische, sociale en fair trade labels. Er groeien standaarden zoals b.v. SA8000 die menselijke arbeidsplaatsen wil garanderen. Er is het Global Compact initiatief van de Verenigde Naties rond de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven. En ook ethische fondsen moeten die dynamiek richting duurzaamheid ondersteunen.

Daar is allemaal niets op tegen, integendeel. Maar laten we het zicht op de hoofdstroom niet verliezen. Het is een meesterspeculant als George Soros die er op wijst dat goedgelovigheid niet aangewezen is als bedrijven spreken. De kern van hun ondernemerschap blijft winst maken.
Dat is niet zozeer omdat de mensen in die bedrijven allemaal zo hardvochtig zouden zijn en geen andere doelen zouden willen nastreven. Dat is zo omdat de kaarten van het ondernemingsspel zo geschud zijn in de huidige economie en samenleving. Winnaar is wie winst maakt, financiële winst. Daarop worden bedrijven, hun managers én hun werknemers afgerekend. Er kan best wat lippendienst aan duurzaam ondernemen af. Maar in veel gevallen gaat het om een dooie mus waar je niet blij mee kunt zijn. ‘Groen' of ‘sociaal' ondernemen is dan een marketingtruc als elke andere. De bedrijfswereld zou er baat bij hebben om komaf te maken met de window dressing in haar midden. Het kan de eigen reputatie hard treffen indien b.v. bij de instorting of de brand van een fabriek die voor jou werkt in een lageloonland de bedrijfscode maar een vodje papier blijkt te zijn, een waardeloos copy paste document op de website.
____________________________________________________________________

Sommige bedrijven wijzen ons de weg. Het zou onverstandig zijn om hun innovatieve krachten te miskennen.
____________________________________________________________________

Daarmee is niet gezegd dat er geen andere bedrijven zouden bestaan. Die zijn er wel, gelukkig maar. Sommige bedrijven wijzen ons de weg. Het zijn de ondernemingen die nu al werk maken van sociale en ecologische rapportering en vooral de bedrijven die nauwgezet hun functioneren bijsturen om nog hogere sociale normen te realiseren, om hun activiteiten ecologisch tot een minimale of zelfs nulvervuiling en aantasting te reduceren. Zij zijn een voorbeeld voor het volledige bedrijfsleven en voor de samenleving, zij leggen mee de basis voor wat morgen overal mogelijk moet zijn, wat morgen de algemene regel kan en moet zijn.

Het zou onverstandig zijn om de innovatieve krachten die in het bedrijfsleven schuilen te miskennen. Men moet er juist zo goed mogelijk gebruik van maken om mee voortgang te maken in de richting van een wereld die voldoende welvaart voortbrengt op een sociaal en ecologisch verantwoorde wijze. Er bestaan banken die honderd procent gebruik maken van groene energie. Er zijn ondernemingen die ervoor kiezen om een industrieel gebouw op te trekken dat zesmaal minder energie verbruikt dan een klassiek bouwsel, en die deze energie nog zelf winnen op een duurzame wijze. Er bestaan bedrijven die merkelijk hogere lonen betalen dan op de lokale arbeidsmarkt gangbaar is.

Als zij bewijzen dat dit mogelijk is, leggen zij de basis voor wat morgen de norm voor alle bedrijven kan en moet zijn. Evenmin is er iets op tegen dat er allerlei sociale en ecologische bench-marks - maatstaven of standaarden dus - worden gecreëerd waar bedrijven kunnen trachten aan te voldoen. Op zichzelf is er ook niets tegen ambitieuze sociale en ecologische labels die de consument moeten overtuigen dat de producten die zij koopt op een verantwoorde wijze zijn gemaakt. Het zijn allemaal instrumenten die bedrijven in een vrije marktwerking kunnen stimuleren om duurzamer te ondernemen.

... niet zonder de overheid

Maar het moet duidelijk zijn dat duurzaam ondernemen niet alleen een kwestie van het bedrijfsleven is en niet de vervanging kan zijn van de sociale, ecologische en ook economische normen die de samenleving, de politiek dus, oplegt aan het bedrijfsleven en de economie in het algemeen.

Er waart een mythe rond, namelijk dat overheid en samenleving geen hogere sociale en ecologische normen mogen opleggen, dat die zogenaamde dwang niet de beste stimulans zou zijn om duurzaam te ondernemen. Neen, de markt zelf zou de bedrijven stuwen in die richting en de duurzame ondernemers zouden de toekomst mee hebben wat zich o.a. vertaalt in tal van labels.

Zal de samenleving de bedrijven dan vrij laten om het verbod op kinderarbeid, de vrijheid van vereniging, het recht op vakbondsvrijheid, het verbod op dwangarbeid en op discriminatie al dan niet na te leven? Moeten producten die de ozonlaag vernietigen of de gezondheid aantasten dan in de handel kunnen blijven? Dat klinkt velen absurd in de oren. Toch is dat de ware betekenis van al die labels indien ze niet gepaard gaan met minimale wettelijke regels. Bedrijven kunnen immers zelf uitmaken of ze voor een label opteren. Maar als ze daarvoor niet kiezen, betekent dit dus ook dat we ze de vrijheid geven om die normen aan hun laars te lappen.

Dit is onaanvaardbaar omdat het eigenlijk de privatisering betekent van grote delen van het recht en de politiek. Naleving van de mensenrechten in het algemeen, uitwerken van sociale normen en arbeidswetgeving, van ecologische normen en milieuwetgeving, dat zijn maatschappelijke opdrachten die niet uitsluitend aan de zorgen van het bedrijfsleven en de markt mogen worden overgelaten.

_______________________________________________________________________

Overheden leggen minimnormen vast en beletten dat bedrijven onder de lat lopen, labels helpen om de duurzaamheidslat steeds hoger te leggen.
_______________________________________________________________________

Daar is maar één remedie tegen. Het is de taak van de samenleving en dus van de politiek om minimale normen in wetten te gieten en op te leggen aan het bedrijfsleven. Uiteindelijk is het een maatschappelijke opdracht om via regelgeving de economische productie socialer, ecologischer en democratischer te maken.

Zeggen we daarmee neen tegen labels of bedrijfscodes? Neen, we hebben de labels en codes die stoelen op vrijwilligheid en de dwingende wetgeving allebei hun plaats gegeven in de dringende zoektocht naar meer duurzaamheid. Wetten leggen de sociale en ecologische lat vast waar geen enkel bedrijf onder door mag lopen. Labels stimuleren bedrijven tot steeds grotere duurzaamheidambities. Hun betere prestaties maken het mogelijk om vervolgens de lat voor iedereen hoger te leggen. Dat is hard nodig om de komende jaren een trendbreuk richting leefbare wereld te maken.

Daarbij is er nood aan wisselwerking met het bedrijfsleven want zijn expertise is nuttig voor het uitwerken van de beste regelgeving. Zo creëert men ook meer steun voor die regelgeving en voor het respecteren ervan, zij het met de stok achter de deur. Wie ze niet naleeft, kan sancties verwachten.

Voor alle weifelende ondernemers past nog volgende bedenking. Zonder stok achter de deur krijgen malafide ondernemers die op de meest vervuilende en meest uitbuitende wijze produceren eigenlijk een premie. Duidelijke sociale en ecologische wettelijke normen waarbij de overheden nauwlettend toekijken of ze geëerbiedigd worden, zijn het beste wapen tegen concurrentievervalsing waarvan bonafide ondernemers én met hen de hele samenleving anders het slachtoffer dreigen te worden. Een sterke overheid is hier zeker geen schrikbeeld maar een echte steun.

Dirk Barrez, 17 mei 2006

(1) Dat is trouwens nog altijd een te blinde vlek binnen de andersglobalistische beweging die zich vooral toelegt op het verdelen van de welvaart en merkwaardig genoeg veel minder op het creëren ervan.

LEES OOK PALAbrief 16 Duurzaam ondernemen: schone schijn of meer

OVERNAME VAN DE PALA THEMABRIEF door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding ‘Dirk Barrez, PALA nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag via mail

VOOR WIE MEER DISCUSSIESTOF WIL, lees in het boek  De antwoorden van het antiglobalisme. Van Seattle tot Porto Alegre p.112 e.v.

 

Regio's: 

Lees ook