Accueil

Europees ontwikkelingsbeleid mag geen ver-van-mijn-bed-show zijn

Of we het nu graag willen of niet, het beslissingsniveau van de Europese Unie heeft een steeds grotere impact op allerlei beleidsterreinen, ook op het vlak van ontwikkelingssamenwerking, de kwaliteit van de hulp, de liberalisering van diensten en handel en de markttoegang en steun aan boeren. In het licht van de verkiezingen voor het Europees Parlement van juni 2009 is het voor iedereen die begaan is met het Zuiden van het grootste belang om dit - toegegeven vaak ingewikkelde - Europese niveau beter te leren kennen. Daarom organiseerden 11.11.11 en CNCD samen met Coprogram-Acodev en de Europese confederatie CONCORD een studiedag over Europa. CONCORD groepeert de nationale platformen van NGOs in de 27 lidstaten van de EU en is als zodanig de gesprekspartner bij uitstek voor de Europese Commissie over themas die met het ontwikkelingsbeleid te maken hebben. Aan Franstalige kant is de belangstelling voor Europa blijkbaar veel groter dan aan Vlaamse kant, te oordelen naar het aantal aanwezige NGO-medewerkers.

Olivier Consolo, directeur van CONCORD, wees op de enorme verantwoordelijkheid van Europa voor het vinden van creatieve oplossingen voor de wereldwijde crises (voedsel, energie, financiën, handel) waarmee we momenteel worden geconfronteerd. Als de ongeveer vier miljoen NGO-activisten in de EU hun krachten bundelen, kunnen ze door middel van gericht lobbywerk het beleid in gunstige zin ombuigen. De verkiezingen van volgend jaar vormen een goed moment om de basis te overtuigen van het belang van de EU in deze essentiële kwesties. Een grondige hervorming van het Europese landbouwbeleid dringt zich op, waarbij de nationale belangen zullen moeten wijken voor een globale aanpak van de voedselcrisis. De moeizame onderhandelingen in het kader van de EPAs (Economische Partnerschapsakkoorden) tonen aan dat de EU de eigen handelsbelangen laat primeren op de ontwikkelingskansen van de armste landen. Het verzet tegen de EPAs is in Afrika en de Cariben dan ook veel feller gebleken dan de Europese partners hadden gedacht. De NGOs moeten er voor opletten dat ze zelf hun eigen agenda kunnen blijven bepalen en niet de uitvoerders worden van wat de donoren zouden willen. Met het jaarlijkse rapport Aid Watch wil CONCORD een kritische doorlichting bieden van de sector. Consolo riep ook op tot het vormen van coalities met partners die de nodige expertise kunnen bijbrengen op het vlak van migratie, klimaat en vakbonden.

Gérard Karlshausen van CNCD en vertegenwoordiger van het Belgisch platform (Coprogram en Acodev samen) in CONCORD hield een pleidooi voor meer politieke toekomstvisie en minder technisch discours op Europees vlak. Alleen dan zouden de themas voldoende aantrekkelijk blijven voor de achterban. Dimitri Verdonck, medewerker van Europees Parlementslid Alain Hutchinson (PS), waarschuwde ervoor dat EU-landen al te gemakkelijk de financiële crisis inroepen om hun engagementen voor het bereiken van de 0,7%-norm terug te schroeven. Als er geen extra financiële middelen komen, zullen de VN-Millenniumdoelstellingen nooit tegen 2015 worden gehaald. Ook met de doeltreffendheid van de EU-hulp loopt het fout. Het Europees Parlement kan onvoldoende zijn controlerende rol spelen omdat transparantie ontbreekt. Allerlei elementen dreigen de officiële hulp (ODA) te vervuilen: klimaatmaatregelen, opvang van vluchtelingen, schuldenlast en vooral de toenemende militarisering van het veiligheidsbeleid. Ook de representativiteit van sommige NGOs roept vragen op. Marc Maes ten slotte wees op de nefaste rol van de liberalisering van het EU-handelsbeleid, waarbij Europese bedrijven dankzij hun lobbystrategie volop toegang krijgen tot de kwetsbare markten in het Zuiden zonder dat er van duurzame ontwikkeling sprake is. Helaas staat het handelsthema tegenwoordig niet meer zo hoog op de agenda van de Europese NGOs als enkele jaren geleden. Met het slopen van tariefmuren wordt het voor de armste landen zo goed als onmogelijk om een eigen beleid te voeren dat gericht is op voedselveiligheid. (JVC)

Eigen berichtgeving

klik voor Coprogram - Vlaamse federatie van NGOs voor ontwikkelingssamenwerking

klik voor CONCORD Confederatie van Europese NGOs

klik voor EU Trade Lobbying unholy alliance

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

EU-Afrikaanse top van Lissabon kwam veel te laat

Ruim zeven jaar na de allereerste topontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en Afrika (Cairo 2000) had het Portugese EU-voorzitterschap er alles aan gedaan om van de EU-Afrikatop van 8 en 9 december in Lissabon een succes te maken. Eerste minister José Sócrates sprak zelfs van een historische gebeurtenis in de wederzijdse relaties tussen de twee continenten waarin zijn land een ideale brugfunctie vervult. Maar of de hooggestemde verklaringen over een ‘nieuw strategisch partnerschap' waarin de relatie donor-ontvanger geleidelijk moet vervagen veel zullen uithalen, is de vraag. Algemeen wordt aangevoeld dat deze top veel te laat kwam.

Europese ontwikkelingssamenwerking: is méér ook beter?

De Europese Unie is de laatste jaren uitgegroeid tot een heel belangrijke speler op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. 57 procent van de wereldwijde officiële ontwikkelingshulp (of ODA in het jargon) is nu afkomstig van de EU. Vijf EU-lidstaten hebben de fameuze norm van 0,7% van hun BNP voor ontwikkelingssamenwerking gehaald en Ierland staat op het punt om als zesde land bij deze kopgroep aan te sluiten. Aan de andere kant moeten de nieuwe EU-lidstaten vaak nog beginnen met de uitbouw van een eigen ontwikkelingsbeleid. Maar betekent méér ook automatisch betere en coherentere hulp of staat het EU-beleid de realisatie van de VN-Millenniumdoelstellingen veeleer in de weg?