Accueil

Lobbygroepen krijgen meer en meer macht in Brussel

Naast het legertje ambtenaren dat elke dag voor de diverse instellingen van de Europese Unie in Brussel werkt, zouden er ook ongeveer 15.000 lobbyisten actief zijn in de wandelgangen van de macht. Zij spenderen elk jaar tussen de 60 à 95 miljoen euro om het EU-beleid in hun voordeel te beïnvloeden. Opvallend daarbij is dat vele rijkelijk betaalde lobbyisten voormalige ambtenaren zijn die het klappen van de zweep dus goed kennen. Burson-Marsteller is een van de grootste lobbyfirma’s met vooral klanten uit de chemie, geneesmiddelenindustrie, IT en telecommunicatie. Een heel stel gespecialiseerde juristen is dagelijks in de weer om invloed uit te oefenen op de EU-regelgeving die hun klanten direct aanbelangt. Volgens insiders komt het meer en meer voor dat wetsvoorstellen die behandeld worden in het Europees Parlement geschreven werden door deze lobbyisten en in bijna ongewijzigde vorm worden goedgekeurd, zeker als het over heel technische materies gaat. 70% van alle lobbyisten werkt voor industriële groepen, 10% is actief voor grote NGO’s zoals Greenpeace. De budgetten waarover NGO’s beschikken, zijn meestal maar een fractie van wat de industrie in de strijd kan gooien. In tegenstelling tot de VS waar lobbyisten zich moeten registreren en tweemaal per jaar bekendmaken voor welke belangengroepen ze werken, speelt in de EU alles zich nog grotendeels in een grijze zone af. Het nieuwe EU-‘groenboek’ over transparantie zou hieraan paal en perk moeten stellen. Volgens Corporate Europe Observatory (CEO), een lobbywaakhond, gaan de voorgestelde maatregelen niet ver genoeg en bedreigen de activiteiten van de lobbygroepen de democratie en de volksgezondheid. Vooral de farmaceutische industrie heeft een slechte reputatie wat betreft lobbywerk. 

Het volledige artikel verscheen in het Zweedse blad VI: www.vi-tidningen.se
Corpwatch: http://www.corpwatch.org/article.php?id=14119

Regio's: 
Landen: 
Thema: 

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.