BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 2
Als we moeten afblijven van niet-hernieuwbare grondstoffen, rest slechts één logische conclusie: hernieuwbare grondstoffen en hernieuwbare energie moeten volstrekte voorrang krijgen. Waar mogelijk vervangen of – met een moeilijker transitiebegrip – substitueren ze het gebruik van eindige materialen.
Biologisch kapitaal behouden en verbeteren
Al even logisch volgt de stelregel dat dit natuurlijke kapitaal moet worden behouden en zelfs verbeterd. Het mag maar worden gebruikt in de mate dat het zich kan herstellen en hernieuwen. Onderliggende ecosystemen moeten zich minstens kunnen reproduceren of hun kwaliteiten op peil houden.
Landbouwgrond bijvoorbeeld mag niets aan vruchtbaarheid verliezen, weiden mogen niet overbegraasd worden, water moet zich kunnen zuiveren en de watertafels moeten op peil blijven, mariene systemen mogen niet overbevist of aangetast worden, bossen moeten zich altijd kunnen herstellen. Ook de capaciteit van bijvoorbeeld de oceanen om CO2 op te vangen – sink in transitietaal – mag niet worden overvraagd: dat zou leiden tot een gevaarlijke verzuring.
Liefst slagen we erin dat hernieuwbare natuurlijke kapitaal nog te verbeteren, zeker daar waar het in het verleden is aangetast of vernietigd.
Biologische hulpbronnen
optimaal beheren en benutten
Zo’n kringloopeconomie draait dus vanzelfsprekend maximaal op hernieuwbare biologische stromen van natuurlijk kapitaal. Ze zal dat kapitaal bewaren, verbeteren en zo nodig herstellen, in essentie door de evenwichten te bewaken. In geen geval gebeurt er nog overexploitatie, laat staan uitputting.
Daarenboven weet ze die biologische hulpbronnen optimaal te beheren zodat ze de meest gediversifieerde en hoogste gebruikswaarde opleveren en dus het nuttigst zijn.
Het is de oude wijsheid dat mest geen afval is maar voeding voor landbouw, en ook brandstof, rechtstreeks of door omzetting in biogas.
Bossen verschaffen, jawel, hout – vooreerst timmerhout als duurzaam bouwmateriaal, of als component voor werktuigen of voertuigen, pas in laatste instantie brandhout – maar ook andere (grond)stoffen, vruchten, vlees, medicijnen. Ze produceren daarbovenop zuurstof, fungeren als een wateropslagplaats, bewaren een grote biodiversiteit van flora en fauna en regelen mee een meestal aangenamer microklimaat. Verder zijn het rust-, ontspannings- en zelfs herstelplaatsen voor mensen, en ze offreren schoonheid.
Vee kan garant staan voor drinken en voor eten, biedt verschillende kledingmogelijkheden, kan ingezet worden als vervoermiddel, last- of trekdier, als werktuig of zelfs wapen, of het kan bewerkt worden tot werktuigen of wapens.
Zo begrijpen we meteen beter wat die zo verscheiden toepassingen of cascades kunnen zijn.
Zoek het niet te ver,
vermijd nefaste globalisering
Een circulaire economie beoogt die stromen liefst zo dicht mogelijk te organiseren bij wie er baat bij heeft. Dat maakt het des te overzichtelijker en makkelijker om hun duurzaamheid te garanderen. Het vermijdt de aanzienlijke en talrijke kosten die zeker de globalisering van internationale biologische stromen meebrengt. Die stromen van bijvoorbeeld tropisch hardhout, soja, palmolie of katoen zijn extreem lineair en allesbehalve circulair – wat overigens ook geldt voor de fossiele brandstoffen.
Niet alleen zijn er de grote transportkosten en beheerskosten van dergelijke wereldwijde activiteiten. Vooral creëren ze enorme ecologische verschuivingen, deficits en een navenante ecologische schuld. Hardhout, soja en palmolie vormen een aanslag op tropisch oerwoud en hun biodiversiteit, en beroven landen en samenlevingen van kostbare nutriënten. Soja en palmolie blijven de bodemvruchtbaarheid ondermijnen, en dus de landbouw en voedselvoorziening. Katoen is vaak een slokop van water en een topverbruiker van chemische bestrijdingsmiddelen.
Daarenboven concentreren die economische systemen het bezit en inkomen van de natuurlijke hulpbronnen in plaats van ze te verdelen zodat zo veel mogelijk mensen ermee kunnen werken en ervan kunnen leven. Het gevolg is dat ze al te veel sociale kosten, verlies van welvaart en welzijn veroorzaken. En ze voeren de economie zo ver weg van de mensen dat ze er geen greep meer op krijgen. Een ontstellend democratisch deficit is het gevolg.
De keerzijde van circulair: deglobalisering
Let op de keerzijde van de positieve dynamiek dat een economie steeds meer circulair wordt en ingrijpend dematerialiseert. Natuurlijk zal er nog internationale handel zijn, in bananen en koffie heel zeker, ook van industriële producten, en ook nog wel van materialen. Maar die materiële economie zal toch veel minder internationaal zijn, ze zal deglobaliseren. Want hoe meer we overstappen op hernieuwbare energie, hoe minder we steenkool, olie of gas zullen moeten aanvoeren, tot die handelsstromen zelfs bijna opdrogen. Hoe meer we producten, componenten en materialen langer gebruiken, hergebruiken, herwinnen en recycleren, hoe drastisch minder aanvoer van nieuwe grondstoffen noodzakelijk is, hoe ingrijpend ook de import van halffabricaten of van producten zal dalen.
Laat het een wake-up call zijn voor al wie droomt van nog meer intercontinentale havencapaciteit in Vlaanderen, Nederland of elders. Gaan we echt zo dom zijn om nog vele honderden miljoenen euro in het water te gooien voor nieuwe havendokken in plaats van in een duurzame economie te investeren?
Die trend naar deglobalisering zal zich overigens niet enkel moeten doorzetten voor hernieuwbare materialen maar ook om het gebruik van eindige materialen binnen duurzame perken te krijgen.
Dirk Barrez - hoofdredacteur Pala.be
Deze bijdrage is gebaseerd op Barrez Dirk, TRANSITIE. Onze welvaart van morgen, p.75-77, voor meer info en kopen klik hier
Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be
Lees volgend artikel Sluit de kringlopen van eindige materialen kort | BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 3
Lees vorig artikel Stop het economische éénrichtingsverkeer | BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE 1
Vind alle bijdragen via dit overzicht van de artikelreeks BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE