Accueil

1b. IEDEREEN ELEKTRICITEITSPRODUCENT tweede deel opinie zoals verschenen in De Standaard

Waarom kiezen we er niet resoluut voor om onze daken met zonnepanelen te bedekken? De technologie van zonnecellen wordt steeds beter. De verkoop ervan stijgt nu al elk jaar met enkele tientallen procenten, iets waar fabrikanten van de meeste andere producten enkel van kunnen dromen.
Toch kan het veel beter. Als BP, Shell, Sharp en andere bedrijven op grote schaal zonnepanelen produceerden, dan konden die vier keer goedkoper worden. Dat zou de prijs van die elektriciteit concurrerend maken met stroom op basis van fossiele brandstoffen, zo luidt de conclusie van een rapport dat KPMG enkele jaren geleden maakte op vraag van Greenpeace.

Bij ons plaatst bijna niemand zonnepanelen op het dak wegens te duur. Er is daardoor geen grote markt voor en dus investeren Shell en andere niet in de nodige grootschalige industriële productie. Naar die kip-en-ei-toestand staat onze overheid wat afwezig te kijken, terwijl ze weet dat zonnepanelen zelfs in onze vaak bewolkte streken tot driekwart van de huiselijke energie kunnen leveren.
Het komt er dus op aan die grote markt te creëren. Duitsland probeert dat door groene stroom uit zonnecellen fors te subsidiëren. Het resultaat is dat veel meer Duitsers dan Vlamingen een dak met zonnepanelen hebben. Maar tot een industriële doorbraak leidt het voorlopig niet, en dus ook niet tot veel lager geprijsde panelen.

Als Vlaanderen, of liever nog Europa, nu eens zou verplichten om bij elke nieuw- of vernieuwbouw zonnepanelen te plaatsen, dan is er meteen een reusachtige markt. Dan investeren Shell, BP en andere energiegiganten onmiddellijk in grootschalige productie en krijgen we de beste zonnepanelen tegen de laagste prijs. Verplichten klinkt natuurlijk niet zo goed, maar wie een huis bouwt, heeft wel meer verplichtingen: investeren in dubbele ramen en dakisolatie vinden we wel normaal.
Als onze overheden die sturende rol durven te spelen, dan realiseren we een fundamentele omschakeling naar duurzame zonne-energie, weg van fossiele brandstoffen en kernenergie.

Alleen al daarom moeten we het doen, maar er zijn nog voordelen aan een keuze voor hernieuwbare energie. Onze handelsbalans vaart er wel bij, want we verspillen dan geen geld meer aan olie, gas en uranium. We beperken dan onze afhankelijkheid van regio's die rijk zijn aan die grondstoffen. We kiezen voor de economie van morgen, met een energiebestel waarin zonne-energie vroeg of laat een centrale plaats inneemt. We creëren werk, redelijk veel werk zelfs. En we kunnen zelfs monopolievorming in de elektriciteitssector tegengaan. Waarop wachten we eigenlijk?

Hoe veelbelovend en energierijk ook, natuurlijk halen we het niet met enkel zonnepanelen. Maar er is nog zoveel meer mogelijk. Mogen we dromen van een Vlaanderen bezaaid met windmolens, in navolging van Duitsland, of van Denemarken, waar nu al twintig procent van de elektriciteit uit windenergie komt? Waarom kunnen er niet in elke Vlaamse gemeente windmolens staan, zoals in Eeklo? Onrealistisch is dat echt niet: het is rendabel, het levert heelwat elektriciteit op en het creëert werk. Jammer genoeg minder bij ons dan elders: het Duitse bedrijf dat de molens van Eeklo bouwde, bestaat nauwelijks twintig jaar en telt al meer dan 5.000 werknemers. En zeggen dat de windtechnologie ooit Vlaams was. Dit had een Vlaams bedrijf kunnen zijn.

 

Dirk Barrez, journalist en auteur, 17 april 2003

 

Reageren en meedenken kan op ons forum, onder het discussiethema  Hoe behouden we de aarde?  Zorg voor korte, doordachte bijdragen, zo komen we samen verder.

 

Overname van de brief door niet-commerciële initiatieven of verenigingen mag, mét volgende bronvermelding: Dirk Barrez, PALA nieuwsbrief over onze globaliserende wereld, voor gratis abonneren en forum surf naar www.globalsociety.be. Wij vernemen dat graag met een mail naar info@globalsociety.be

Voor wie nog meer discussiestof wil, surf naar het boek op deze site en lees deel 1 ‘Hoe behouden we de aarde?'

Dit tweede deel van PALAbrief 1 verscheen als opinie in De Standaard op 17 april 2003

 

Regio's: 

Lees ook