De invloed van de internationale olielobby op de wereldpolitiek wordt met elk gewapend conflict groter. De uitzichtloze situatie waarin Irak is terechtgekomen sinds de VS het regime van Saddam Hoessein hebben omvergeworpen, verhindert grote conglomeraten zoals Halliburton niet om er grote winsten te maken. Uit het jaarverslag 2004 van het Texaanse bedrijf blijkt dat Halliburton voor 7,1 miljard dollar aan opdrachten heeft binnengehaald. Daarvan waren 1,9 miljard dollar voor opdrachten voor het Restore Iraqi Oil-project: het herstel van de Iraakse olie-infrastructuur. Bovendien zijn allerlei dochterondernemingen van Halliburton actief in privébewakingsopdrachten en bij troepentransporten voor het Amerikaanse leger. Amerikaans vice-president Dick Cheney was van 1995 tot 2000 CEO van Halliburton en was als een van de leidende neoconservatieven verantwoordelijk voor de harde confrontatiekoers in de Golfregio onder Bush. Of neem Nigeria, de belangrijkste olieproducent van Afrika. De economie is er volledig afhankelijk van olie die jaarlijks bijna twintig miljard dollar oplevert. Toch leeft 60 procent van de Nigerianen nog steeds onder de armoedegrens. Het oliegeld is vooral ten goede gekomen aan de elite van militaire dictators die het land jarenlang heeft uitgebuit en aan de Zwitserse banken. Corruptie en grootschalige vervuiling van de Nigerdelta door lekkende pijpleidingen zijn de gevolgen waarmee de bevolking zich geconfronteerd ziet. Een zelfde scenario herhaalt zich in Angola, Tsjaad en Soedan. Het verhaal is bekend, maar toch biedt het boek ‘Het zwarte goud’ van de Oostenrijkse onderzoeksjournalisten Thomas Seifert en Klaus Werner een interessant inzicht in de macht achter de olie. Zij beschrijven met veel voorbeelden en cijfermateriaal hoe olie brandstof geworden is van oorlogen, de oorzaak van corruptie en mensenrechtenschendingen en een voortdurende bron van milieuvervuiling. Bijzonder interessant zijn de twintig bedrijfsportretten van de belangrijkste olieconcerns die het boek afsluiten. Zo leren we dat het Britse olieconcern BP er begin 2005 prat op ging drie miljoen dollar te hebben geschonken voor de slachtoffers van de tsunami, precies evenveel als het concern in tweeëneenhalf uur aan winst maakt … Beide auteurs zien maar één oplossing: de wereld moet dringend van zijn olieverslaving afgeraken, een verantwoordelijkheid waartoe iedereen kan bijdragen.
Thomas Seifert en Klaus Werner, ‘Het zwarte goud. Olie als bron van hebzucht, oorlog, macht en geld’, Uitgeverij Elmar - Uitgeverij Van Halewyck, Leuven, 2007, 320 p. (uit het Duits vertaald: ‘Schwarzbuch Öl’, Wenen, 2005).