HOE DUURZAAMHEID METEN? (2)
We moeten dringend een goede meetlat vinden voor duurzaamheid. Want, zoals we in vorige bijdrage ontdekten, het bnp is een volledig kaduuk kompas. Wellicht verrassend voor velen is dat er al tientallen jaren alternatieven bestaan zoals de Index voor Menselijke Ontwikkeling, de Index voor Duurzame Economische Welvaart en de Genuine Progress Indicator. Dit is de tweede bijdrage van de artikelreeks ‘Hoe duurzaamheid meten’, grotendeels gebaseerd op het boek Transitie. Onze welvaart van morgen.
Een eerste dringende transitie is dus om anders te gaan meten, om zo goed mogelijk de echte menselijke ontwikkeling, economische welvaart, ecologische duurzaamheid en het subjectieve welzijn te meten. Dus zeker geen rekenmodel dat louter monetaire transacties in overweging neemt. Een groot geluk, en voor velen wellicht vreemd en verrassend, is dat dergelijke indicatoren al tientallen jaren bestaan. Zo zijn er respectievelijk de Index voor Menselijke Ontwikkeling, de Index voor Duurzame Economische Welvaart, de Genuine Progress Indicator, de Ecologische Voetafdruk en de Levenstevredenheidsindex. Waar blijven dan het politieke verstand en de wil om het bnp minstens aan te vullen met betere indicatoren of zelfs volledig vaarwel te zeggen?
De Index voor Menselijke Ontwikkeling
plaatst de mens centraal en niet groei
In opdracht van de Ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties is in 1990 de Index voor Menselijke Ontwikkeling uitgewerkt. Die meetlat heeft, anders dan het bnp, ook aandacht voor resultaten. Ze houdt rekening met levensverwachting, alfabetisme en kindersterfte. Meteen komt de mens centraal te staan in plaats van economische groei of consumptie. Die laatste vormen dan niet langer het doel, maar worden beschouwd als middelen.
Het fundament voor die aanpak is aangereikt door Amartya Sen, Nobelprijswinnaar economie. Hij focust op de vrijheden of mogelijkheden die mensen moeten hebben of verwerven om het leven te leiden dat zij verkiezen, om te zijn wie ze willen en te doen wat ze willen. Hoe nuttig die Index voor Menselijke Ontwikkeling ook is, toch blijft het gros van de wereld bij weinigzeggende bnp-cijfers zweren.
Economische groei vertaalt zich niet noodzakelijk
in welvaart, zo vertelt de ISEW
Wat het meten van economische welvaart betreft, is de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) een goede kandidaat om de plaats van het bnp in te nemen. Herman Daly en John B. Cobb ontwikkelden hun indicator in 1989. Hij maakt onderscheid tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheden, brengt welvaartsverhogende informele activiteiten in rekening en neemt de ongelijkheid van de inkomensverdeling mee op. Ook het verlies van natuurlijk kapitaal wordt in rekening gebracht. In het spoor van ISEW ziet enkele jaren later ook de verwante Genuine Progress Indicator (GPI) het licht. Maar al zijn de ISEW en de GPI veel beter dan het bnp, perfect zijn ze niet. Het komt erop aan de methoden verder te verfijnen en internationaal te standaardiseren. Dat vergt ook al politieke wil.
De ISEW en de GPI werden berekend voor nogal wat landen, ook voor België overigens. De resultaten van het onderzoek wijzen uit dat vanaf een bepaald niveau er een heel verschillende ontwikkeling is: terwijl het bnp/capita blijft stijgen, zal de ISEW of GPI/capita stagneren of zelfs dalen. Economische groei vertaalt zich dus niet noodzakelijk in welvaart.
Dirk Barrez - hoofdredacteur Pala.be en auteur van Transitie. Onze welvaart van morgen
Deze tweede bijdrage in de artikelreeks Hoe duurzaamheid meten is gebaseerd op hoofdstuk 7 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen
Lees ook de andere bijdragen:
Hoe duurzaamheid meten 1 - Geen krommere meetlat dan het bruto nationaal product (bnp)
Hoe duurzaamheid meten 3 - En wat vertelt de ecologische voetafdruk?
Hoe duurzaamheid meten 4 - Het perfecte dilemma? Ofwel de planeet, ofwel de mensen?
Uw doordachte reacties zijn heel welkom op het emailadres infoATpala.be
Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be
Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier
Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulier – klik hier
LEZERSREACTIES
(2 januari 2017)
Beste,
U stelt duidelijk hoe 'dom' het gebruik van BNP als economische meetlat wel is. Terecht. Dat wij ‘economisten’ dat ongestraft, zelfs zonder tegenwerking, kunnen blijven doen heeft alles te maken met de afwezigheid van een nationale balans, laat staan een wereldbalans, zoals die verplicht is voor actieve bedrijven.
In de echte wereld kan je gevangenisstraf krijgen
voor dergelijk frauduleuze ‘boekhouding’!
In afwezigheid daarvan is de benaming ‘stelsel van nationale rekeningen’ natuurlijk volstrekte volksverlakkerij. Het BNP, zoals gepubliceerd, is eigenlijk niet meer dan de verlies- en winstrekening, die in se serieus leugenachtig is. Voor de doorsnee politicus is het dus gemakkelijk fysiek en sociaal kapitaal jaarlijks over te laten boeken naar die verlies- en winstrekening en victorie te kraaien alla "zie toch eens hoeveel winst we maken, hoera we groeien". In de echte wereld kan je gevangenisstraf krijgen voor dergelijk frauduleuze ‘boekhouding’!
Zelf was ik in de jaren tachtig zijdelings betrokken bij de activiteiten van een informeel kransje ‘top’-economisten bij de gespecialiseerde VN-commissie in Genève, de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. Dat wilde aftasten hoe we tot echte nationale rekeningen konden komen, namelijk een combinatie van jaarbalans en jaarlijkse verlies- winstrekening. Dat zou dus verder gegaan zijn dan ‘simpele’ sustainability. Dat initiatief is, voor zover ik het kon blijven volgen, vrij snel verwaterd. In feite is het volgens mij te pletter gelopen op de ‘onoverkomelijke’ problemen met de definitie van kapitaal, zowel naar de aard van de in aanmerking te nemen elementen als van hun prijs, en met de politieke wil een kapitaalrekening echt op te zetten. Met name op nationaal niveau valt dan niet te ontkomen aan een echt vermogenskadaster. En dan weet je het wel.
En dus vrees ik dat de mensheid gedoemd is te blijven verder racen naar de afgrond, daarin misleid door de bizarre en gemakzuchtige hang naar korte termijngroei en winst. Tiens, ik heb het woord rechtvaardigheid nog geeneens gebruikt...
U heeft gelijk wanneer u stelt dat de Human Development Index - HDI een betere maatstaf is van de stand van zaken, meer bepaald van de menselijke situatie. Maar hij is geen meetlat waarmee je de weg uitzet om er te geraken, te weten reële groei en, subsidiair, herverdeling... Die weg leg je af met het BNP als leidraad en met HDI-metingen zie je hoever je er (nog) af bent....
In zekere zin zouden HDI en BNP samen een rudimentair soort ‘wereldbedrijfsboekhouding’ kunnen vormen, mits enige aanpassing in BNP-cijferwerk... dat lijkt evenwel niet de bedoeling te zijn. Maar ik moet zeggen dat ik mij, inmiddels 15 jaar met rust, niet heb ingelaten met de recentste versie van HDI-materiaal. De eerste versie is wel 10 jaar mijn ‘catechismus’ geweest bij het ontwerpen van tientallen armoedebestrijdingsprojecten o.a. voor rekening van IFAD (Rome) ... en zoals met elke catechismus heb ik mij lang niet altijd aan de voorschriften kunnen houden J.
Van het vermelde Genuine Progress Indicator had ik, eerlijk gezegd, nog niet gehoord. Mag ik zeggen dat veel van wat ik daarover lees (Wikipedia) in feite standaardpraktijk is… pardon, zou moeten zijn… van elke (ontwikkelings-)interventie. Als je ziet hoe het gegaan is met de aanstaande werken in en rond Antwerpen dan zie je zo dat we daarin nog een héél lange weg te gaan hebben. In mijn eigen werk heb ik in elk geval rekening gehouden met zoveel mogelijk externaliteiten, inclusief (her)verdelingsaspecten.
Het verwondert me dat u de beweging rond het bruto nationaal geluk onbesproken laat. Al heb ik de indruk dat die ook een beetje verpieterd is na haar opleving in de vroege jaren 2000. Ze was in elk geval très à la une ten tijde van mijn reeks projectmissies in Bhutan, het land waar het tot leven kwam, al was dat ook met een héél forse input van Nederlandse intellectuelen (o.a. Tiddeman) die op het land verliefd waren geworden....
Met vriendelijke groeten,
Stefaan Reel
Nvdr: er is inderdaad vrij weinig aandacht voor de beweging voor bruto nationaal geluk. Al besteedt het eerste artikel in deze reeks wel degelijk aandacht aan levenstevredenheid en geluksniveau in de eerste bijdrage; en is in het boek Transitie. Onze welvaart van morgen ook de Levenstevredenheidsindex vermeld.