Accueil

Vrouwenquotum voor beursgenoteerde bedrijven in EU

EU-gender-equality-on-corporate-boards

De kogel is door de kerk. Op 23 november zetten Europees Parlementsvoorzitster Roberta Metsola en Commissievoorzitster Ursula von der Leyen hun handtekening onder een baanbrekende wet om een beter evenwicht te bereiken tussen mannen en vrouwen bij beursgenoteerde bedrijven. Tegen 30 juni 2026 moet 40 procent in hun Raden van Bestuur vrouw zijn. Bij niet-uitvoering volgen straffen.

Het heeft ruim tien jaar geduurd vooraleer de lidstaten en het Parlement het eens raakten over de wetgeving. Landen als Hongarije, Cyprus of de Baltische staten toonden zich weinig scheutig om mee in te stappen. Ook Duitsland en Nederland hebben de regels lang tegengehouden.

Na lange onderhandelingen is midden dit jaar een vergelijk bereikt. Volledige geslachtsgelijkheid is nog niet aan de orde, daarvoor “is nog geen meerderheid te vinden in het Europees Parlement”, aldus verslaggeefster Lara Wolters (PvdA Nederland, S&D). Toch is zij erg tevreden met de nieuwe beschikkingen. Nederland was al overstag gegaan. Vanaf de jaarwisseling is er een quotum opgelegd van één derde vrouwen als ondernemingscommissarissen.

Dat stelsel kent België niet, maar het is ook één van de enige landen – samen met Frankrijk - die hun wet niet dienen aan te passen. Sinds 2011 moet elke Raad van Bestuur bij grote bedrijven 33 procent vrouwen tellen. Dat is zoveel als nu opgelegd aan landen met een dubbele structuur van commissarissen en bestuurders, zoals Nederland. België zit zelfs al aan 37 procent.

Voor verbetering vatbaar

Al is het minder rooskleurig dan die cijfers aangeven: in de directiecomités zetelen niet meer dan 18,5 procent vrouwen, van wie amper 5,3 procent CEO zijn (cijfers van 2020). Voor verbetering vatbaar.

De huidige toestand in de Europese Unie oogt niet veel beter. De voorzitter van de beursgenoteerde bedrijven is in 92 procent van de gevallen een man. “Dat beantwoordt niet aan de maatschappelijke realiteit”, zegt Wolters. Enkele landen hebben géén enkele vrouw aan het hoofd van zo’n bedrijf: Hongarije, alweer, maar ook Italië, Letland én Luxemburg.

Het opgelegde quotum geldt wel in beide richtingen. Ook als mannen ondervertegenwoordigd zijn, wordt het quotum in hun voordeel opgelegd. Wat overigens maar uiterst zelden voorkomt.

Uitvoering verplicht

De lidstaten krijgen nu twee jaar de tijd om de wet uit te voeren. De tekst spreekt inderdaad van een “verplichting”. De betekent ook dat bij niet-uitvoering straffen worden opgelegd. Die kunnen gaan van fikse boetes tot het blokkeren van benoemingen.

De wet maakt geen onderscheid tussen openbare en particuliere bedrijven, en geldt voor alle bestuurders samen, uitvoerende en niet-uitvoerende. Wel is een parlementaire bepaling geschrapt die de mogelijkheid wou verbieden om ondernemingen vrij te stellen van de hoofdbepalingen als minder dan 10 procent van het personeel behoort tot het ondervertegenwoordigde geslacht. Anderzijds zal de EU streng toekijken of de lidstaten wel degelijk nagaan of aan de sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen voldaan is wanneer beursgenoteerde bedrijven een openbare aanbesteding uitvoeren.

De Europese Commissie is gevraagd een evaluatie op te maken in 2030 om de doeltreffendheid van de richtlijn na te gaan. Mogelijk kan de verplichting dan ook opgelegd worden aan niet-beursgenoteerde bedrijven. KMO’s vallen uitdrukkelijk niet onder de nieuwe wetgeving. En ook de EU-Instellingen niet, maar die worden wel aangemaand een voorbeeldfunctie op te nemen.

Lukas De Vos | Straatsburg 22 november 2022

Bron met links naar o.a. tekst en parlementair debat
Parliament approves landmark rules to boost gender equality on corporate boards

Regio's: 

Lees ook

Hoe omgaan met ons koloniaal verleden?

Precies honderd jaar geleden werd de Belgische staat - een beetje tegen wil en dank - een koloniale mogendheid. Koning Leopold II zag zich door schandalen gedwongen zijn reusachtige privékolonie Congo over te dragen. Toch blijft dat Belgische koloniaal verleden nog zeer omstreden en grotendeels onbekend terrein voor de huidige generaties. In tegenstelling tot andere Europese koloniale mogendheden is het koloniaal verleden zo goed als een blinde vlek gebleven in het Belgische onderwijscurriculum. In Congo is de toestand op dat vlak nog erger.

Van oorlog, banken en Europa: we kunnen ons niet veroorloven zo slecht onze toekomst in te gaan

Zo stond het al in PALA zeven maanden geleden: ‘Met de nieuwste beslissing om bijna geruisloos gevechtsvliegtuigen naar Afghanistan te sturen, gaat België samen met o.a. Nederland steeds meer feitelijk aan de kant staan van een land dat oorlogen voert zonder, zoals al ruim zestig jaar afgesproken, te passeren via de Verenigde Naties en haar Veiligheidsraad. Het lijkt er sterk op dat we een illegale oorlog aan het steunen zijn en dat zonder parlementair en maatschappelijk debat of legitimering. Zijn we het daarmee eens?' (1)

Wie niet de oorlogen van het verleden wil voeren, maar wel zich voorbereiden op de toekomst, doet er goed aan het verschil tussen een aanvalsoorlog en een democratisch gemandateerde politie-operatie te kennen en te respecteren.