De 69-jarige generaal Prayuth Chan-Ocha, die sinds zijn staatsgreep in 2014 premier van Thailand is, is opnieuw kandidaat bij de verkiezingen op 14 mei 2023. Hij weigert deel te nemen aan debatten maar leeft zich volop uit tijdens de Songkran nieuwjaarsfestiviteiten. Het was van zijn 15de geleden dat hij nog zo uit de bol was kunnen gaan, vertelde hij de Thai Examiner.
Thailand houdt zijn algemene verkiezingen op 14 mei. Het parlement werd in maart ontbonden. Dit maakte de weg vrij voor wat een bitter bevochten verkiezing tussen rivaliserende partijen beloofd te worden.
Hoewel Thailand al bijna een eeuw een constitutionele monarchie is, heeft het ook een lange geschiedenis van militaire staatsgrepen waarbij gekozen regeringen werden afgezet. De meest recente putsch, die de huidige premier in functie bracht in 2014, is de twaalfde sinds het opheffen van de absolute monarchie in 1932.
In zijn 2023 Freedom in the World Report, stelt de VS-ngo Freedom House dat Thailand "niet vrij" is en slechts 30 op 100 scoort, waarbij 100 betekent dat de burgers van een bepaald land al hun gegarandeerde rechten kunnen uitoefenen. Maar afgelopen februari kraaide de Thaise regering dat de democratie-index in Thailand aanzienlijk was verbeterd, daarbij verwijzend naar de rangschikking van de Economist Intelligence Unit voor 2022, waarbij het land 17 plaatsen van de 72e naar de 55e plaats van 167 landen sprong. Zelfs grote broer The Economist plaatste vraagtekens bij deze ranking.
Thailand is een testcase voor de vraag of en hoe een middeninkomensland met disfunctioneel en beperkt democratisch beleid de politieke barrières kan omzeilen voor de structurele hervormingen die nodig zijn om het tot een geavanceerde economie te verheffen. De op één na grootste en ooit dynamische economie van Zuidoost-Azië worstelt immers onder het gewicht van een groeiende ongelijkheid, vergrijzende bevolking, een verslechterend onderwijssysteem, en rijstteelt met een lage opbrengst, schrijft Harvard-fellow Richard Yarrow in EastAsia Forum. “De uitdagingen van de demografie, het onderwijs en de landbouw in Thailand lijken symptomatisch voor een ongelijke economie met concentratie van middelen en macht rond grote conglomeraten en de rijken”. Bovenal heeft het “betrouwbaar, eerlijk bestuur nodig dat zich inzet om de verergerende structurele problemen van het land aan te pakken”, besluit Yarrow. En dat laatste lijkt te ontbreken.
De strijd om de 'macht'
De belangrijkste oppositie – de 'rode' Pheu Thai-partij die wordt gecontroleerd door de miljardair Shinawatra-familie – zal het opnemen tegen partijen die aanleunen bij het Thaise establishment. Thaksin, die nog steeds buiten Thailand in ballingschap leeft, heeft zijn 36-jarige dochter Paetongtarn 'Yunging' Shinawatra als leider benoemd. Ze is tot nu toe de populairste kandidaat voor het premierschap en leidt opiniepeilingen vóór Prayuth en Pita Limjaroenrat, de leider van de andere oppositiepartij Move Forward.
Pita, de 42-jarige zakenman en voorzitter van de Move Forward partij, heeft reeds openlijk geweigerd toe te treden tot een regering met Prayut's United Thai Nation Party. Hij is vooral populair onder jongere kiezers in Bangkok door Move Forward's oproep tot hervorming van de wet op majesteitsschennis, zo niet de volledige afschaffing ervan. Deze jonge demonstranten eisen ook hervorming van de monarchie, en sommigen koesteren republikeinse gevoelens. Daarentegen heeft de Pheu Thai Party, als eerder sociaal conservatieve partij, geweigerd zich te verbinden tot een wetswijziging.
Voor de meeste van deze jongeren staat de kwestie van de monarchie centraal in de behoefte aan hervormingen in het land. Het feit dat vrijwel alle reguliere Thaise persmedia routinematig zelfcensuur toepassen op alles wat als licht kritisch over de monarchie of negatief over de instelling wordt beschouwd, betekent volgens Amnesty International dat er een fundamenteel gebrek is aan persvrijheid en vrijheid van meningsuiting.
De huidige premier Prayut Chan-o-cha doet mee aan de verkiezingen met de pas opgerichte United Thai Nation Party (UTN), een losse alliantie van politieke fracties die loyaal zijn aan generaal Prayut. Zijn vicepremier, gewezen generaal Prawit Wongsuwan, zal de Palang Pracharath-partij (PPRP) blijven leiden.
Ze moeten echter het vertrouwen herstellen als ze hun ambtstermijn willen verlengen, want de militaire regering is uit de gratie geraakt bij de meeste Thai. Die geloven blijkbaar de verkiezingsbelofte van zowel gewezen generaal Prayut als Prawit niet om “de politieke kloof te overstijgen” en het “leger weer naar de kazerne te sturen”. Geruchten over een staatsgreep deden in maart opnieuw de ronde, en zowel Prayut als Prawit moesten het vooruitzicht van een nieuwe militaire machtsgreep bagatelliseren.
Het leger doemt immers nog steeds op in veel van de aangelegenheden van het land. Het heeft zelfs 250 door de junta aangestelde wetgevers die, onder de huidige door de junta gesteunde grondwet, het recht zullen hebben om samen met de 500 gekozen parlementsleden de volgende premier te kiezen. Dit betekent dat de algemene verkiezingen van 14 mei niet als "eerlijk" kunnen worden omschreven. “Een derde van de mensen die op de volgende premier zullen stemmen, is geselecteerd door de toenmalige juntaleider generaal Prayut”, merkt Pravit Rojanaphruk cynisch op in een special feature over Thailand.
Oppositiepartij Pheu Thai hoopt dat de kiezers haar een verpletterende overwinning van minstens 310 parlementsleden zullen bezorgen. Pas dan kunnen de 250 door de junta aangestelde senatoren niet de uiteindelijke scheidsrechter zijn over wie de volgende premier zal zijn.
Andere grote partijen die een rol spelen bij deze komende verkiezingen zijn de 'oude' regeringsgezinde Democratische Partij en de Bhumjaithai-partij. Haar leider, Anutin Charnvirakul, 52, is de huidige minister van Volksgezondheid en is door zijn Bhumjaithai-partij voorgedragen als hun kandidaat voor het premierschap. Anutin kwam regelmatig in opspraak over het beheer van de Covid-19-situatie in het land en vanwege zijn controversieel beleid om cannabis te decriminaliseren. Anutin heeft een typische Thaise tegenstander gekregen in de persoon van de 61-jarige 'Super Pimp' Chuvit Kamolvisit, die een imperium van stripclubs en massagesalons opbouwde voordat hij klokkenluider werd en in de aanloop naar de verkiezingen van 14 mei een anticorruptiecampagne op straat lanceerde. Chuvit spaart geen partijen of politici in zijn eenmanscampagne tegen diepgewortelde corruptie en wat hij ziet als de sociale kwalen om de cannabiswetten van het land te versoepelen.
Patronage en populisme
Hoe ziet de wedstrijd eruit in het licht van de twee decennia durende machtsstrijd in Thailand? In welke mate zullen de kloof tussen platteland en stad, de sociaaleconomische klasse of de demografie een rol spelen bij het stemgedrag?
Vooreerst volgen Thais geen politieke programma’s of abstracte ideeën, maar volgen ze leiders en charismatische figuren op basis van het ‘goed of fout, mijn groep’-principe. Het openbare leven is immers georganiseerd op basis van vriendschapskringen met een invloedrijke leider aan de top, of het zogenaamde patronagesysteem.
Dit resulteert in een populistisch beleid dat er alles aan doet om de steun van de kiezers te krijgen. Elke politieke partij profileert zich met materiele kortetermijnbeloften zoals het geven van een toelage van 3.000 baht of 80 dollar aan gepensioneerden, verhoging van het minimumdagloon voor arbeiders van 340 baht, uitvoering van een schuldenmoratorium tot nul inkomstenbelasting voor sommigen, en uitbetaling van 10.000 baht in "digitaal" geld aan 50 miljoen Thais ouder dan 16 jaar.
Volgens een analyse van het Thailand Development Research Institute (TDRI) is er minstens 3 biljoen baht nodig om de 87 populistische beleidsmaatregelen te vervullen die zijn beloofd door negen politieke partijen. “De meeste van deze populistische beleidsmaatregelen zijn kortetermijnoplossingen die gericht zijn op het vergroten van de koopkracht van de consument, of om bedrijven draaiende te houden en uit te breiden”, meent The Bangkok Post. Maar structurele oplossingen kan men dit niet noemen.
“Mensen willen na de verkiezingen veranderingen zien, of in ieder geval veranderingen ter verbetering van hun levensonderhoud, kwaliteit van leven en omgeving, naast andere fundamentele veranderingen, die niet zullen worden gerealiseerd door populistisch kortetermijnbeleid”, besloot The Bangkok Post in een hoofdartikel. Na 14 mei weten we meer.
Jan Servaes
De auteur was UNESCO-Chair in Communication for Sustainable Social Change aan de University of Massachusetts, Amherst. Hij doceerde ‘internationale communicatie’ en ‘communicatie voor sociale verandering’ in Australië, België, China, Hong Kong, de V.S., Nederland en Thailand, naast verschillende korte projecten aan ca. 120 universiteiten in 55 landen. Jan Servaes is hoofdredacteur van het Springer ”Handbook of Communication for Development and Social Change’' (2020).
Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be